Hemelwater opvangen in steden, het is een van de maatregelen om Nederland klimaatbestendiger te maken. Op de RIONEDdag bespraken verschillende experts stellingen over het infiltreren van hemelwater. Welke inzichten leverde dat op?
De RIONEDdag is niet alleen de dag waarop specialisten in stedelijk waterbeheer elkaar een hand geven. Het is ook de ideale gelegenheid voor kennisdeling en discussie. Zo ook tijdens de paneldiscussie. Zes experts reageren op zes stellingen. Het 235-koppige publiek hoort het niet alleen aan, via de buzzmaster kunnen zij meestemmen of ze het met een stelling eens zijn of niet. Dit alles onder de leus: ‘De stad als spons’.
Bewoners moeten zoveel mogelijk infiltreren op eigen terrein
Zo luidt de eerste stelling. Panellid Leon Dielen, adviseur Water bij Heijmans, geeft aan dat dit wat hem betreft zoveel als mogelijk moet gebeuren. “Het zou wel goed zijn om er integraal naar te kijken, want als het logischer is om in de openbare ruimte te infiltreren dan moet je het vooral daar doen.”
In de zaal is men kritisch over infiltreren op eigen terrein. Volgens aanwezigen gaat het vaak mis. Ook wordt er getwijfeld of dit niet een te grote opgave is voor bewoners.
Je kan altijd en overal infiltreren, ook bij hoge grondwaterstanden
Dat is de tweede stelling. Ronald Wentink, adviseur water en klimaatadaptie bij Syntraal, en Maria Rus, adviseur riolering en water bij de Gemeente Almere, geven aan dat de juiste maatregel gevonden moet worden voor de juiste plek. Grondwaterstanden zijn in veel gebieden niet altijd hoog, maar seizoensafhankelijk. Zorg dat je systemen maakt die kunnen infiltreren en draineren. “Dan kan je altijd wel infiltreren.” Jan Prinsen, beleidsadviseur water en bodem bij de gemeente Gouda beaamt dat. Hij pleit er voor om bij hoge grondwaterstanden meer te infiltreren via wegfundaties en wadi’s. In de zomer kunnen ook hoge grondwaterstanden uitzakken en bij piekbuien is infiltratie via wegfundaties dan een middel om bijvoorbeeld houten funderingspalen te beschermen.
Uit de zaal komen reacties dat infiltreren in hoge grondwaterstanden niet zoveel doet, dus niet doelmatig zou zijn. “Je moet oppassen als je infiltreert in gebieden waar kwel de voorziening kan vullen. Er zijn dus wel beperkingen”, merkt een toehoorder op.
Nederland is gebaat bij een aantal standaardtypen infiltratievoorzieningen
Wentink legt uit dat standaardiseren helpt om het onderhoud makkelijker te maken. Rus vertelt dat ze in Almere al verschillende infiltratievoorzieningen hebben geprobeerd en nu in principe kiezen voor wadi’s. De buzzmaster laat zien dat de zaal hierover verdeeld is: onder de toeschouwers zijn ongeveer evenveel voor- en tegenstanders. Tegenstanders van standaardiseren geven aan dat het maatwerk is, per locatie moet een voorziening bedacht worden die passend is. Voorstanders van standaardiseren geven aan dat voor een gemeente of gebied best een aantal standaarden zijn te ontwikkelen, zodat er een basis is.
Het ontwerp van een infiltratievoorziening komt zelden overeen met wat er aangelegd wordt
Rus deelt haar ervaringen in de gemeente Almere: “Er loopt best weleens iets anders dan verwacht en bedoeld. De systemen zijn nog niet standaard en worden soms naar eigen inzicht aangepast”. De zaal reageert nog sterker. Eigenlijk weten betrokkenen vaak niet wat er is aangelegd, want tijdens de aanleg vindt er over het algemeen nauwelijks toezicht plaats en achteraf wordt er nauwelijks gemeten of het goed functioneert.
Infiltratievoorzieningen zijn slecht te beheren
Eerst wordt met de buzzmaster een stemming gehouden. Ruim vijftig procent stelt dat ondergrondse infiltratievoorzieningen slecht te beheren zijn. De panelleden herkennen dit. Met een slim ontwerp is veel te voorkomen, maar er moet echt voldoende aandacht voor zijn. Uit de zaal komt de aanvulling dat standaardiseren en een beheerder speciaal voor regenwaterafvoer kunnen helpen om het beter te laten functioneren, dan is er dus meer aandacht voor.
Afstromend hemelwater is te vies om zonder voorzuivering te infiltreren in ondergrondse systemen
Is de laatste stelling. De buzzmaster laat zien dat het percentage ‘eens’ en ‘oneens’ ongeveer gelijk is. Gijsbert Cirkel, onderzoeker ecohydrologie bij KWR, licht toe dat in zijn optiek afstromend hemelwater behoorlijk verontreinigd is, zowel met verstoppende deeltjes als met stoffen en er dus altijd een vorm van zuivering nodig is. Zeker ondergrondse infiltratievoorzieningen (drains, kratten, putten) zullen verstoppen, waardoor de capaciteit omlaag gaat. Een simpele infiltratiestap met een grind/zandfilter kan hierbij al veel winst geven. Met de deeltjes worden daarnaast ook een deel van de microverontreinigingen afgevangen. Een voorbeeld hiervan past gemeente Apeldoorn toe bij infiltratieputten. De voorzuivering moet ook goed toegankelijk zijn voor reiniging. Uit de zaal komen reacties over de stoffen die wel en niet af te vangen zijn. Er wordt gereageerd dat de alternatieven ook beperkingen hebben, naar een RWZI of het oppervlaktewater afvoeren is niet altijd een betere optie.
Mirjam Geurts - van Well (adviseur waterschap Hollandse Delta ) zegt hierover dat hemelwater infiltreren, of rechtstreeks afvoeren naar oppervlaktewater niet altijd wenselijk is in verband met de kwaliteit van afstromend hemelwater. Het is belangrijk oog te houden voor de impact op de (grond)waterkwaliteit.
Focusprogramma duurzaam infiltreren
De paneldiscussie wordt afgesloten met een oproep tot deelname aan het focusprogramma duurzaam infiltreren. Voor meer informatie over dit focusprogramma kunt u contact opnemen met marleen.arntz@rioned.org.
Wij zoeken nog leden voor de begeleidingscommissies van de volgende projecten:
- Het toetsingskader voor de waterkwaliteit van afstromend hemelwater.
- Het onderzoek naar de levensduur en duurzaamheid van infiltratievoorzieningen.
- Het onderzoek naar het makkelijker maken van meten & monitoren van infiltratievoorzieningen.
- Het onderzoek naar implementatie/inpassing van infiltratievoorzieningen in een wijk/gebied.
- Hoe combineer ik groen met mijn infiltratievoorzieningen?

