Vooraf vindt een boring plaats om de bodemopbouw, de diepte van het meettracé en de daaronder mogelijk voorkomende stoorlagen te bepalen. Handboorgaten hebben normaal gesproken een diameter tussen de 0,05 en 0,10 m. Vervolgens boort de veldmedewerker een nieuw gat tot in de laag waarvan u de doorlatendheid wilt laten bepalen. De diepte van het boorgat is afhankelijk van het traject waarover de doorlatendheid moet worden bepaald. Maar oo

Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.
Vorige artikel Volgende artikel