Prioritaire en prioritair gevaarlijke stoffen
De beoordeling volgens de KRW op chemische waterkwaliteit kijkt naar de aanwezigheid van allerlei gevaarlijke, toxische stoffen in het water. Deze stoffen vormen een groot risico voor het watermilieu. Het gaat in totaal om 45 stoffen en stofgroepen (zie tabel A) waarvan:
- 26 prioritaire stoffen en stofgroepen; en
- 19 prioritair gevaarlijke stoffen en stofgroepen.
Het doel bij prioritaire stoffen is om de emissie naar oppervlaktewater zo veel mogelijk te verminderen, bij prioritair gevaarlijke stoffen om de emissie geheel te beëindigen. Toxische stoffen die niet prioritair of prioritair gevaarlijk zijn maar wel een bedreiging kunnen vormen voor de ecologie, vallen onder overig relevant verontreinigende stoffen (en zijn onderdeel van de beoordeling op de ecologische toestand van een waterlichaam).
Beoordelingsmethode
Prioritaire en prioritair gevaarlijke stoffen worden in alle KRW-waterlichamen in Nederland (en de EU) beoordeeld, ongeachte de status en het type waterlichaam. Het gehanteerde principe is 'one out, all out'. Dit betekent dat voor een goede chemische waterkwaliteit alle 45 stoffen en stofgroepen moeten voldoen aan de gestelde milieukwaliteitseisen. Als één stof niet voldoet, is de chemische waterkwaliteit dus al onvoldoende.
Richtlijn prioritaire stoffen
De lijst van 45 stoffen is vastgesteld in de Richtlijn prioritaire stoffen uit 2013 (2013/39/EU). In een eerdere versie van de Richtlijn uit 2008 (2008/105/EG) bestond de lijst nog uit 33 stoffen. Stoffen komen op de Europese lijst als ze in meerdere lidstaten een probleem zijn. Volgens de KRW moeten de lidstaten zelf ook de stoffen in kaart brengen die op nationaal niveau een probleem zijn en maatregelen treffen.
Ubiquitaire of PBT-stoffen
Van sommige stoffen is het gebruik al lang niet meer toegestaan, maar omdat ze vroeger veel toegepast zijn en nauwelijks worden afgebroken (hoge persistentie), komen deze nog vaak voor in het watermilieu. Deze stoffen worden ook wel ubiquitair genoemd. Een andere benaming is PBT-stoffen: persistente, bioaccumulerende en toxische stoffen. Een voorbeeld is de stof tributyltin (#30 op de lijst) die vroeger werd gebruikt als aangroeiwerende verf bij boten. Tributyltin is inmiddels al een tijd verboden, maar in de kustwateren wordt nog vrijwel altijd de norm overschreden.
Milieukwaliteitseisen (MKE’s)
De Richtlijn prioritaire stoffen hanteert verschillende milieukwaliteitseisen (MKE’s):
- JG-MKE: milieukwaliteitseis voor water, uitgedrukt als jaargemiddelde concentratie in [µg/l];
- MAC-MKE: milieukwaliteitseis voor water, uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie in [µg/l];
- MKE-biota: milieukwaliteitseis voor biota (prooidieren), uitgedrukt in [µg/kg nat gewicht].
Zoals de naamgeving al suggereert, mag de gemiddelde concentratie van alle monsters uit één jaar niet boven de JG-MKE uitkomen, terwijl géén van de gevonden concentraties hoger mag zijn dan de MAC-MKE. Verder maakt de KRW onderscheid naar de MKE’s voor zogenaamde landoppervlaktewateren (zoals rivieren en meren) en voor overige oppervlaktewateren (kust- en overgangswateren). De MKE-biota geeft aan wat de maximaal aanvaardbare hoeveelheid van een stof is in prooidieren. De waarden van alle MKE’s staan in bijlage II van de Richtlijn.
Voor milieukwaliteitseis (MKE) wordt soms ook de term milieukwaliteitsnorm (MKN) gebruikt. Beide begrippen zijn uitwisselbaar.
Chemische waterkwaliteit anno 2015
De resultaten van de laatste beoordeling (in 2015) van Nederlandse KRW-wateren op chemische waterkwaliteit vindt u op de pagina Huidige oppervlaktewaterkwaliteit in Nederland volgens KRW 2015.
Nummer | Prioritaire stof | Prioritair gevaarlijke stof |
---|---|---|
1 | Alachloor | |
2 | Antraceen | X |
3 | Atrazine | |
4 | Benzeen | |
5 | Gebromeerde difenylethers | X |
6 | Cadmium en cadmiumverbindingen | X |
7 | Chlooralkanen, C10-13 | X |
8 | Chloorfenvinfos | |
9 | Chloorpyrifos (chloorpyrifosethyl) | |
10 | 1,2-dichloorethaan | |
11 | Dichloormethaan | |
12 | Di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) | X |
13 | Diuron | |
14 | Endosulfan | X |
15 | Fluoranteen | |
16 | Hexachloorbenzeen | X |
17 | Hexachloorbutadieen | X |
18 | Hexachloorcyclohexaan | X |
19 | Isoproturon | |
20 | Lood en loodverbindingen | |
21 | Kwik en kwikverbindingen | X |
22 | Naftaleen | |
23 | Nikkel en nikkelverbindingen | |
24 | Nonylfenolen | X |
25 | Octylfenolen | |
26 | Pentachloorbenzeen | X |
27 | Pentachloorfenol | |
28 | Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) | X |
29 | Simazine | |
30 | Tributyltinverbindingen | X |
31 | Trichloorbenzenen | |
32 | Trichloormethaan (chloroform) | |
33 | Trifluraline | X |
34 | Dicofol | X |
35 | Perfluoroctaansulfonzuur en zijn derivaten (PFOS) | X |
36 | Quinoxyfen | X |
37 | Dioxinen en dioxineachtige verbindingen | X |
38 | Aclonifen | |
39 | Bifenox | |
40 | Cybutryne | |
41 | Cypermethrin | |
42 | Dichloorvos | |
43 | Hexabroomcyclododecaan (HBCDD) | X |
44 | Heptachloor en heptachloorepoxide | X |
45 | Terbutryn |