Randvoorziening

Een bergbezinkbassin is een randvoorziening, net als een bergbezinkleiding. Randvoorzieningen zitten vlak vóór de externe overstort van een gemengd stelsel voor vuil- en hemelwater naar het oppervlaktewater, aan de ‘rand’ van het stelsel. Ze beperken de vuiluitworp naar sloten en vijvers en houden een deel van het rioolwater achter. In Nederland zijn er ongeveer 3000 bergbezinkvoorzieningen, zo blijkt uit de Monitor gemeentelijke watertaken 2024.

Werking: berging en bezinking

Bergbezinkbassins zijn vaak betonnen bakken die de inhoud van het riool ongeveer een derde groter maken. De inhoud van een bergbezinkbassin loopt uiteen van enkele tientallen tot duizenden m³. De bakken vangen bij (hevige) neerslag gemengd afval- en hemelwater op dat anders meteen zou overstorten in oppervlaktewater. In het bassin zakken zwevende delen naar de bodem, ze bezinken. Hierdoor is het teveel aan water dat daarna overloopt in oppervlaktewater schoner. Ook blijft een deel van het water achter in het bassin. Door de combinatie van berging en bezinking loopt er dus minder én minder vervuild water sloten en vijvers in. Bij extreme neerslag zijn de bassins snel vol.

Omvang en capaciteit

Hoe groot een bergbezinkbassin moet zijn en wat het rendement is, hangt samen met de capactiteit en werking van het rioolstelsel. De stromingscondities moeten zodanig zijn dat het bezinkingsrendement zo hoog mogelijk is en de kans dat bezonken vuil weer opwoelt zo klein mogelijk. De doorsnede van het bassin en daarmee de verhouding tussen de bezink- en verblijftijd van het afvalwater, zijn maatgevend voor de bezinking van stoffen. De inhoud van het bassin bepaalt de bergingscapaciteit. Bergbezinkvoorzieningen zijn kostbare constructies: ongeveer € 750 tot € 2.000 per m³ waterberging.

Onderdelen

Een bergbezinkbassin bestaat vaak uit een aantal parallelle kokers gescheiden door wanden. De typische onderdelen zijn:

een kelder voor berging en bezinking;
een interne overstort die voorkomt dat het bassin al bij beperkte neerslag vol loopt;
een externe overstortdrempel die het water afvoert als het bassin vol is;
een stankscherm bij de interne drempel;
een diffusiewand die werveling in het water beperkt;
een duikschot dat drijvend vuil tegenhoudt;
installaties voor reiniging (spoelpompen of spoeling onder vrij verval met achtergehouden water);
installaties voor de afvoer van geborgen afvalwater en bezonken slib;
afsluiters voor inkomende riolen ((spindel)schuif);
schakelkasten voor de energievoorziening en meet- en regelapparatuur;
voorzieningen voor ontluchting;
stankscherm (rubber flap).

Beschrijving van een bergbezinkbassin