Evaluatie en rapportage

De resultaten van het meetprogramma verschillen per gemeente. Alle gemeenten voldoen met hun meetnet aan de eisen uit de Waterwet-vergunning. Het waterschap heeft een adviseur ingehuurd om de meetdata elk half jaar met de gemeente te bespreken. Dit dwingt de partijen met enige regelmaat naar de data te kijken. Vooraf analyseert de adviseur de data en alle bevindingen koppelt hij terug met de gemeente. Door de samenkomst van kennis van de dataanalyse en praktijkkennis van het stelsel halen de betrokken partijen meer informatie uit de dataanalyse. Leerpunt: Periodiek bespreken van meetdata dwingt de betrokken partijen regelmatig naar de meetdata te kijken en deze te gebruiken. Zeker bij kleinere gemeenten is vaak onvoldoende kennis en tijd beschikbaar om de meetresultaten te analyseren.   Concrete uitkomsten van het meetprogramma zijn: Wateroverlast door hevige neerslag werd bij een gemeente niet veroorzaakt door een te kleine rioleringscapaciteit, maar door een te kleine capaciteit van het ontvangende oppervlaktewater. Zonder de metingen was het zeer moeilijk geweest de oorzaak van wateroverlast te bepalen. Door de metingen is de oorzaak duidelijk en zijn adequate maatregelen te treffen. Bij een gemeente stortte het water eerder over via de overstorten zónder randvoorzieningen dan via de interne overstort naar de randvoorzieningen. De randvoorzieningen werden dus niet optimaal benut. Naar aanleiding van het meetprogramma is het mogelijk zodanige maatregelen te treffen, dat het water eerst de randvoorziening vult voordat het overstort. Bij een gemeente stortte het water al over naar de randvoorziening, terwijl het meetnet op enkele plaatsten in het rioolstelsel nog geen peilstijging registreerde. De berging in het rioolstelsel werd dus niet optimaal benut. Op basis van de meetgegevens zijn maatregelen te treffen om de berging in het stelsel beter te benutten.