Wetgeving eigendom en beheer riolering. De hoofdregel in het Burgerlijk Wetboek is: de grondeigenaar is eigenaar van leidingen in die grond (verticale natrekking). Hierop gelden voor de riolering twee belangrijke uitzonderingen, die in de praktijk voor onduidelijke situaties kunnen zorgen. Want waar houdt de gemeentelijke eigendom op en begint de verantwoordelijkheid van bewoners en bedrijven? Om discussies over beheer- en onderhoudskosten te voorkomen, kan de gemeente het best duidelijke beheergrenzen vastleggen in het omgevingsplan.
Voorbeeld: verantwoordelijkheid verstoppingen: Bewoners bellen de gemeente nogal eens over een verstopping in het riool. Wie moet de herstelkosten hiervan betalen? En hoe zit het als particulieren samen een riolering delen? Of als iemand door onjuist gebruik van de riolering een verstopping in de leiding van een ander (particulier of gemeente) heeft veroorzaakt?
Voorbeeld: verantwoordelijkheid oude riolering in particuliere grond: Strengen oude riolering zijn in het verleden niet altijd verwijderd toen zij niet meer gebruikt werden. In particuliere tuinen worden ze soms gevonden. Wie is verantwoordelijk voor deze 'verloren riolen'?
Voorbeeld: verantwoordelijkheid rioolstelsel onder winkelcentrum: Aan een rioolstelsel onder een winkelcentrum in Leiderdorp is onderhoud nodig. De vraag is wie eigenaar en beheerder van dit stelsel is en dus voor de onderhoudskosten moet opdraaien. Hierover boog Rechtbank Den Haag zich in 2009. Hier vindt u een beschrijving van deze zaak en de bevindingen van de rechter.

Eigendom en beheer riolering en verantwoordelijkheden