We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Capaciteitsmetingen (inclusief drukmetingen) voert u zo mogelijk elke twee jaar uit. Gebruik hiervoor de meetmethoden in Stap 2: Doelstellingen. Hierbij kunt u verschillende (geavanceerde) systemen gebruiken. Moderne gemaalcomputers kunnen de capaciteit meten met een afwijking van minder dan tien procent op basis van de Q-H-kromme. Ook waarschuwen deze computers bij een afwijking buiten de gestelde marge. M
Capaciteitsmetingen (inclusief drukmetingen) voert u zo mogelijk elke twee jaar uit. Gebruik hiervoor de meetmethoden in Stap 2: Doelstellingen. Hierbij kunt u verschillende (geavanceerde) systemen gebruiken. Moderne gemaalcomputers kunnen de capaciteit meten met een afwijking van minder dan tien procent op basis van de Q-H-kromme. Ook waarschuwen deze computers bij een afwijking buiten de gestelde marge. Met een debietmeter is een nauwkeurigheid van meer dan 99 procent haalbaar. In de praktijk worden debietmeters al toegepast vanaf een capaciteit van 100 m3/h of bij een overnamepunt tussen verschillende beheerders. Kleinere gemalen hebben geen debietmeter of gemaalcomputer. Dan kunt u met de hieronder beschreven eenvoudige methode capaciteitsmetingen uitvoeren. De methode is niet al te nauwkeurig, maar volstaat om eens per twee jaar de pompcapaciteit aan de ontwerpcapaciteit te controleren. Eenvoudige capaciteitsmeting Voor de capaciteitsmeting laat u de kelder vollopen en meet u de tijd dat het gemaal de kelder leegt. Hierbij moet u de toevoer van afvalwater tijdelijk blokkeren. Als de inhoud van de kelder bij verschillende waterstanden (bergings-hoogterelatie) bekend is, kunt u de (gemiddelde) capaciteit bepalen. Door een hoger zuig- en/of perspeil door neerslag tijdens werkelijk bedrijf, kan de capaciteit afwijken van de werkelijke capaciteit. Daarom is het belangrijk dat u het verloop van de waterstand in de pompkelder registreert. Ook moet u er zeker van zijn dat andere op de persleiding aangesloten gemalen tijdens de meting niet werken. Meet ook het perspeil. Bij meerdere pompen moet u per pomp meten. Als u de gemeten capaciteit per pomp bij de gemeten opvoerhoogte met de ontwerpgegevens per pomp vergelijkt, krijgt u inzicht in de capaciteit bij samenwerkende pompen. In deze gevallen moet u de meting met de pompgrafiek met debiet en opvoerhoogte corrigeren. Na de metingen moet u de juiste in- en uitslagpeilen weer instellen. Capaciteitsmeting Tabel A Meetresultaten van een Q-H-meting (voorbeeld-gemaal) | *) Oppervlakte pompkelder: 2 m2 Start meting (Meting) Niveau ontvangkelder (Meting) Verpompt volume (Afgeleid) *) Pompcapaciteit (Afgeleid) 0 s 15 s 30 s 45 s 60 s 75 s 1 m beneden maaiveld 1,23 m - m.v. 1,45 m - m.v. 1,66 m - m.v. 1,86 m - m.v. 2,05 m - m.v. . 0,46 m3 0,44 m3 0,42 m3 0,40 m3 0,38m3 . 110,4 m3/h 105,6 m3/h 100,8 m3/h 96,0 m3/h 91,2 m3/h Bij droog weer ligt het waterpeil tussen inslagpeil (1,45 m –m.v.) en uitslagpeil (2,05 m -m.v.). De gemiddelde pompcapaciteit van de vier waarnemingen op deze hoogte bedraagt 98,4 m3/h. De eerste waarde is niet helemaal representatief, omdat tijdens de meting het perspeil niet stijgt. Tijdens neerslag stijgt dit meestal wel, doordat het ontvangende stelsel ook volloopt. Maakt de persleiding deel uit van een gemeentelijk of regionaal afvalwatertransportstelsel? Voer de capaciteitsmetingen dan uit als alle gemalen volledig in bedrijf zijn. Dit komt alleen voor tijdens een langdurige neerslagperiode en is daarom moeilijk te organiseren. Continue meting met debietmeters vereenvoudigt dit tot het aflezen van de registratie op de juiste momenten. Bij de capaciteitsmeting meet u ook de weerstand in de persleiding. Met een drukmeter in de uitgaande persleiding kunt u onderscheid maken tussen gemaal en persleiding. Vanaf een pompcapaciteit van 100 m3/h wordt in de praktijk een drukmeter geplaatst. Bij kleinere gemalen kunt u volstaan met een drukmeteraansluiting in de uitgaande persleiding. Hiermee kunt u een Q-H-meting over de pomp uitvoeren.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.