Beschrijving van een sloot

Sloten worden gebruikt op (landbouw)gronden, maar ook in polders, langs paden en langs wegen. In polders wordt het peil in de sloten vaak zo laag gehouden dat niet alleen hemelwater, maar ook een deel van het grondwater van aanliggende gronden ernaartoe stroomt. Daarmee wordt de maximale grondwaterstand beperkt. In stedelijk gebied zorgen ze vaak voor de verbinding van waterpartijen en het afvoeren van hemelwater en ook daar reguleren ze de grondwaterstand. Toepassing en werking Een sloot is breder en dieper dan een greppel, en is meestal permanent watervoerend (hij valt dus niet droog). Veel hemelwaterstelsels en gemengde stelsels lozen water in open watergangen zoals sloten. De sloten voeren hun water, meestal gestuwd, af naar grotere watergangen. De hoeveelheid water die een sloot kan bergen wordt bepaald door de peilstijging die mogelijk is en het oppervlak ter hoogte van de extra waterlaag boven het streefpeil  . Figuur A Een sloot in Gorredijk Vergroot afbeelding Functie Naast hun primaire functies (het transporteren van water, het bergen van water, het laten infiltreren van water in de bodem en het onttrekken van grondwater) hebben sloten vaak ook nog andere functies. Zo kunnen sloten: fungeren als afscheiding van percelen; een geschikte habitat bieden aan flora en fauna; gebieden met natte natuur met elkaar verbinden; een positieve bijdrage leveren aan de beleving van de openbare ruimte. Voordelen In tijden dat het grondwater lager staat dan de bodemhoogte van de sloot, infiltreert water uit de sloot in de bodem en vult het grondwater aan. Het toepassen van sloten kan ervoor zorgen dat drainageriolen of grote open waterpartijen niet of minder nodig zijn om (grond)water te bergen of af te voeren. Een ander voordeel van het gebruikmaken van sloten is dat water zichtbaar wordt getransporteerd. Door hun open karakter geven sloten meer inzicht in de werking van het stedelijk watersysteem en worden fouten in het systeem of het gebruik ervan sneller opgemerkt. Nadelen Sloten nemen bovengronds meer ruimte in dan ondergrondse voorzieningen. Natte voorzieningen zoals sloten vragen ander onderhoud dan overwegend droge voorzieningen. Daarbij zijn onder meer de taluds, de beplanting in en rondom de sloot, het op diepte houden van de sloot en de afstand tot bebouwing bepalend voor het onderhoud dat verricht moet worden en dus voor de kosten daarvan, maar combineren ook meer functies. Op het moment dat er vuilwater uit het stedelijk rioolsysteem is overgestort (vanuit de gemengde riolering) in sloten die ook worden gebruikt voor veedrenking, bestaat het risico dat het vee hier ziek van wordt. Ook bestaat het risico op vissterfte, stank(overlast) en een negatieve impact op de zwemwaterkwaliteit.