We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In relatie tot de grondwatertaak moet de gemeente een openbaar vuilwaterriool zo (laten) ontwerpen, bouwen en onderhouden dat lekkage zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hierbij gaat het om een inspanningsverplichting. Hier leest u wat dit juridisch en in de praktijk betekent.
Net als voorheen onder de Wet milieubeheer heeft de gemeente op grond van de Omgevingswet de taak om het binnen haar grondgebied vrijkomende stedelijk afvalwater in te zamelen en te transporteren (art. 2.16, lid 1 Ow). Het Besluit kwaliteit leefomgeving (art. 3.16) legt de gemeente de taak op een openbaar vuilwaterriool zo te (laten)&nbs
Net als voorheen onder de Wet milieubeheer heeft de gemeente op grond van de Omgevingswet de taak om het binnen haar grondgebied vrijkomende stedelijk afvalwater in te zamelen en te transporteren (art. 2.16, lid 1 Ow). Het Besluit kwaliteit leefomgeving (art. 3.16) legt de gemeente de taak op een openbaar vuilwaterriool zo te (laten) ontwerpen, bouwen en onderhouden dat lekkage zoveel mogelijk wordt voorkomen. Uit de woorden "zoveel mogelijk" blijkt dat de gemeente hier een inspanningsverplichting heeft en geen resultaatsverplichting. Dit betekent dat zij (net als andere bestuursorganen) beleidsvrijheid heeft bij de uitvoering van deze taak. Niet alles kan immers altijd in één keer. De gemeente zal altijd keuzes moeten maken, niet in de laatste plaats vanwege de beschikbare middelen (geld en mankracht). In de omgevingsvisie formuleert de gemeente haar beleidsdoelen, die ze vervolgens concreet maakt in het water- en rioleringsprogramma (voorheen gemeentelijk rioleringsplan), inclusief maatregelen voor de planperiode. Lekkage en grondwaterstandwijziging De gemeente moet lekkage uit een openbaar vuilwaterriool dus zoveel mogelijk voorkomen. Het vervangen van een lekke riolering door een niet-lekkend riool past dus bij goed beheer. Bovendien moet de gemeente bij de aanleg of vervanging van een riool ook rekening houden met de mogelijke invloed hiervan op de grondwaterstand. Als zij dat niet doet, kán haar onzorgvuldig handelen worden verweten. Maar hier spelen altijd verschillende omstandigheden een rol. Een stijging (of daling) van de grondwaterstand is een gemeente zeker niet per definitie aan te rekenen. De jurisprudentie laat dit ook zien. Om de invloed van maatregelen/werken op voorhand te kunnen inschatten, is grondwateronderzoek cruciaal. Jurisprudentie De Rechtbank Amsterdam deed in 1996 al uitspraak over een zaak waar grondwateroverlast ontstond door het vervangen van lekke riolen die jarenlang als drainage werkten. De rechtbank oordeelde dat de vervanging van een oud lekkend riool hooguit leidde tot het herstel van de oude normale waterhuishoudkundige situatie, waartegen de woningen van de procederende eigenaren bestand zouden moeten zijn.1 De rechtbank wijst op bouwkundige gebreken ofwel op de eigen verantwoordelijkheid van eigenaren voor de bouwkundige staat van hun huizen. In feite hebben huiseigenaren (soms jarenlang) voordeel gehad van het feit dat de oude riolering lekkages vertoonde, waardoor het grondwaterpeil onder de vloer van de kelders bleef. Meer (recenter) uitspraken refererend aan de gemeentelijke grondwatertaak vindt u bij Voorbeelden. Uitspraak Nationale Ombudsman In de gemeente Voorschoten ondervonden bewoners geregeld grondwateroverlast. Zij stelden dat dit kwam doordat de gemeente bij het vervangen van het riool (vervangen van de poreuze grespijpen door niet-poreuze rioolbuizen) nagelaten had om naast de niet-poreuze rioolbuizen een drainageleiding aan te brengen. De oude gresbuis had kennelijk ook een drainerende werking. B&W troffen geen nadere maatregelen omdat zij, zo stelden zij, nu eenmaal de taak hebben de gemeentelijke riolering in stand te houden en te onderhouden. De bewoners hadden deze zaak in 2013 voorgelegd aan de Nationale ombudsman.2 Deze gaat uitvoerig in op de grondwaterzorgplicht. De ombudsman kwalificeerde de opstelling van de gemeente als zeer defensief en in strijd met het redelijkheidsvereiste. De ombudsman beval B&W aan een gericht onderzoek in te stellen naar de overlast, specifiek gericht op de vraag of deze overlast een gevolg is van een structurele verandering van de grondwaterstand door de vervanging van de poreuze grespijpen door niet-poreuze rioolbuizen. Conclusie uitspraken Hoewel deze 'uitsprakenlijn' onder de Omgevingswet naar verwachting wordt voortgezet, kan een volgende uitspraak toch weer net anders zijn. Geen zaak is immers dezelfde! Cruciaal is in elk geval dat de gemeente altijd zorgvuldig te werk gaat en daarbij goed uitlegt waarom zij voor een bepaalde maatregel heeft gekozen ('motiveringsbeginsel'). Het helpt ook als de gemeente bewoners en andere betrokkenen op voorhand informeert over wat zij zelf kunnen doen om eventuele problemen als gevolg van een grondwaterstandverandering te voorkomen of beperken. Zij hebben op eigen terrein en voor het eigen bouwwerk immers een eigen verantwoordelijkheid. 1 Rechtbank Amsterdam, 11 september 1996, Bouwrecht, nr. 10, oktober 1997, p. 872-874. 2 Nationale ombudsman, ‘Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten’, 4 oktober 2013, Rapportnummer: 2013/139. Zie www.nationaleombudsman.nl.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.