Status Geautoriseerd door Rioned Exclusief voor leden
ESF Toxiciteit
Met de systematiek van de Ecologische Sleutelfactoren (ESF) krijgen waterbeheerders inzicht in hoe een watersysteem ecologisch functioneert. Dit is belangrijk om de waterkwaliteit en ecologie doeltreffend te kunnen verbeteren. Deze pagina gaat over de ESF Toxiciteit, die van toepassing is op stilstaand (ESF-m8) én stromend (ESF-r5) oppervlaktewater.
Figuur A ESF-m8 en ESF-r5 (Bron: STOWA) Vergroo
Figuur A ESF-m8 en ESF-r5 (Bron: STOWA) Vergroot afbeelding De terugkeer van onderwaterplanten is voor veel wateren de eerste stap naar herstel van de water- en ecologische kwaliteit. De belasting met nutriënten in het water en in de bodem mag daarvoor niet te hoog zijn en er moet voldoende licht op de waterbodem kunnen komen. Voor de daadwerkelijke terugkeer van de gewenste vissen en macrofauna moet het watersysteem vervolgens ook geschikt en bereikbaar zijn voor die soorten en mag de actieve verwijdering door maaien en vraat niet te groot zijn. Maar ook als al deze Ecologische Sleutelfactoren (ESF m1 t/m m6) op ‘groen’ staan, kunnen specifieke omstandigheden ervoor zorgen dat een watersysteem ecologisch tóch niet goed functioneert. Verontreiniging met giftige stoffen (toxiciteit) is zo'n omstandigheid. Giftige verontreinigingen in het water De ESF Toxiciteit onderzoekt of er verontreinigingen in het watersysteem zitten die giftig zijn voor de aanwezige planten en dieren. Zo kunnen zware metalen, bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en andere microverontreinigingen een toxisch effect hebben. De gevoeligheid van planten en dieren voor dit soort verontreinigingen verschilt per soort. Bij hoge concentraties kan sprake zijn van acute toxische effecten, maar ook lage concentraties kunnen bij een langdurige blootstelling effecten veroorzaken. Het gaat bovendien om een enorm aantal parameters: van alle gebruikte chemische verbindingen vinden we naar schatting zo’n 10% (circa 100.000 verschillende stoffen) in het oppervlaktewater. Waterbeheerders analyseren slechts een fractie van die stoffen en voor een nog kleinere fractie (45 prioritaire stoffen en 78 specifiek verontreinigende stoffen) is een wettelijke (KRW-)norm vastgelegd. Het is onmogelijk om alle stoffen grondig te analyseren en voor elke stof individueel een goed onderbouwde waterkwaliteitseis op te stellen. Met alleen zo'n stofgerichte aanpak zou de kans groot zijn dat de toxische effecten van stoffen die niet gemeten worden en/of genormeerd zijn, het waterleven toch zodanig belemmeren dat de KRW-doelstellingen niet gehaald worden zonder dat duidelijk is waarom. Twee sporen De analyse van de ESF Toxiciteit gaat daarom langs twee sporen die complementair aan elkaar zijn: Het chemiespoor: welke stoffen zitten in het water en wat is de toxiciteit van deze stoffen individueel en als mengsel? Stoffen die individueel onder de norm blijven, kunnen als mengsel tóch toxisch zijn. Het gaat hier om de zogenaamde (mengsel)toxische druk op het watersysteem. Het toxicologiespoor: wat zijn de gezamenlijke toxische effecten op het waterleven van alle aanwezige stoffen? Het gaat dan om (meetbare) aanwijzingen van daadwerkelijke giftigheid van het water. De meting van effecten gaat via bioassays (laboratoriumexperimenten waarin planten en macrofauna worden blootgesteld aan een te beoordelen watermonster). Door de beoordeling via twee sporen kan de uitkomst niet alleen ‘groen’ of ‘rood’ zijn (zoals bij de andere sleutelfactoren) maar ook ‘oranje’. Als de uitkomsten van beide sporen voor een situatie of gebied verschillen, is er een ‘mogelijk risico’. Een van beide sporen geeft dan signaal, het andere niet. Analyse en instrumenten De analyse gaat van grof naar fijn in drie stappen: Een eerste quickscan kijkt naar de kans op emissies van toxische stoffen vanuit bijvoorbeeld effluentlozingen, landgebruik en diffuse bronnen als hemelwateruitlaten. Daarnaast kan een onverklaarbare ecologische toestand (zoals vissterfte of het feit dat er geen waterplanten groeien) een indicatie zijn van toxiciteit. Bij een risico op toxiciteit in het watersysteem is de tweede stap de zogenaamde screening volgens de twee analysesporen. Voor het chemiespoor is de Tool Chemie Spoor beschikbaar. Deze module bevat gegevens over de ecotoxiciteit van stoffen en gebruikt gemeten concentratiegegevens om de (mengsel)toxische druk te berekenen. Voor het toxicologiespoor is het instrument SIMONI beschikbaar dat aan de hand van bioassays een risicoanalyse uitvoert. Als de screening onvoldoende inzicht in de oorzaken van toxiciteit geeft, kan verder onderzoek plaatsvinden. Deze derde stap is altijd maatwerk, met bijvoorbeeld aanvullende monitoring. Figuur B Toxische stoffen in het oppervlaktewater (Bron: Openbaar Ministerie Oost Brabant) Vergroot afbeelding Maatregelen Als de analyse aangeeft dat sprake is van toxische effecten, kunnen maatregelen nodig zijn. Voorbeelden zijn: gebruik van bestrijdingsmiddelen tegengaan; bufferstroken langs landbouwpercelen aanleggen; inzamelpunten voor overtollige medicijnen creëren; een aanvullende zuivering op rwzi's aanleggen. Meer informatie De informatie op deze pagina is gebaseerd op STOWA (2018)1 en STOWA (2016)2. Via de STOWA-website zijn meer achtergrondrapporten beschikbaar. Informatie over onkruidbestrijding zonder gif vindt u op onkruidvergaat. 1 STOWA (2018). Ecologische Sleutelfactoren voor stilstaande en stromende wateren. Informatiebladen. Informatiebladen. Rapport 2018-24, STOWA, Amersfoort. 2 STOWA (2016). Ecologische sleutelfactor Toxiciteit. Hoofdrapport, deelrapporten en rekentools. Rapport 2016-15, STOWA, Amersfoort.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.
Maak uw persoonlijke account aan!
Krijg toegang tot de volledige kennisbank
Ontdek de mogelijkheden van Mijn RIONED
Nog geen lid van RIONED?
Draag bij aan de innovatie van onze sector
Kortingen op evenementen en cursussen