We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Oppervlaktewaterpeilbeheer en grondwateronttrekkingen kunnen de grondwaterstand in bebouwd gebied beïnvloeden. Hiervoor is de waterbeheerder verantwoordelijk. In zijn waterbeheerprogramma legt hij beleid en maatregelen vast om grondwaterproblemen zoveel mogelijk te voorkomen, in onttrekkingsvergunningen kan hij maatregelen voorschrijven om schade te beperken.
Uit artikel 2.16 Omgevingswet volgt dat de gemeente geen grondwatergerichte maatregelen hoeft te nemen als de nadelige gevolgen van de grondwaterstand worden veroorzaakt door activiteiten waarvoor het Rijk (Rijkswaterstaat [RWS]), een waterschap of een provincie verantwoordelijk is. Voor de aangewezen rijkswateren in de Omgevingswet en het daaronder hangende Omgevingsbesluit is de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de beh
Uit artikel 2.16 Omgevingswet volgt dat de gemeente geen grondwatergerichte maatregelen hoeft te nemen als de nadelige gevolgen van de grondwaterstand worden veroorzaakt door activiteiten waarvoor het Rijk (Rijkswaterstaat [RWS]), een waterschap of een provincie verantwoordelijk is. Voor de aangewezen rijkswateren in de Omgevingswet en het daaronder hangende Omgevingsbesluit is de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de beheerder (in de praktijk RWS), de waterschappen beheren de niet-rijkswateren (regionale wateren). Beide waterbeheerders maken elke zes jaar een waterbeheerprogramma waarin zij het beleid en met name ook de voorgenomen maatregelen vastleggen. Voor de rijkswateren is het programma met maatregelen onderdeel van het nationaal Waterprogramma (art. 3.9 Omgevingswet). Waterschappen maken een afzonderlijk programma (art. 3.7 Omgevingswet). Peilbeheer en vergunningverlening In relatie tot grondwatervraagstukken zijn met name het oppervlaktewaterpeilbeheer (dat de grondwaterstand kan beïnvloeden) en de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen van belang. Voor de meeste grondwateronttrekkingen is het waterschap bevoegd gezag om regels te stellen. In de waterschapsverordeningen staat of een onttrekking vergunning- of meldingsplichtig is, bijvoorbeeld bij bronneringen en bouwputbemalingen. Hiermee moet de gemeente rekening houden als bijvoorbeeld grondwateronttrekkingen nodig zijn bij de aanleg van nieuwe riolering. Vergunningplichtige onttrekkingen Als de onttrekking vergunningplichtig is, moet de aanvrager zelf aangeven hoe hij schade voor de omgeving gaat voorkomen. Via vergunningvoorschriften kan (moet) de waterbeheerder mitigerende maatregelen voorschrijven om voorzienbare schade door een onttrekking zoveel mogelijk te voorkomen (die schade kan ook gebouwen betreffen). Dat nadelige gevolgen en ook schade zoveel mogelijk voorkomen moeten worden blijkt uit de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals verankerd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor een zorgvuldige belangenafweging (art. 3:4 Awb) is vereist dat de waterbeheerder (als bevoegd gezag voor de vergunningverlening) onder in de besluitvormingsprocedure het schadeaspect meeneemt. Voorzienbare schade wordt in de praktijk zoveel mogelijk met vergunningvoorschriften gemitigeerd. Hier is dan ook een duidelijke relatie tussen art. 3:4 Awb en de schadevergoedingsregeling van hoofdstuk 15 van de Omgevingswet. Voor grote industriële grondwateronttrekkingen en voor onttrekkingen door drinkwaterbedrijven is de provincie bevoegd gezag.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.