We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
A Algemeen Een wadi is een met gras begroeide greppel (zie figuur A). Het hemelwater stroomt bij voorkeur bovengronds af naar de wadi. Vanuit de greppel infiltreert het hemelwater in de toplaag. De toplaag vangt de zwevende stof af en laat verontreinigingen aan de gronddeeltjes hechten. Het water zakt door de toplaag weg en komt vervolgens in de bodem. Is de bodem niet (altijd) voldoende door-latend, dan kunt u een infil
A Algemeen Een wadi is een met gras begroeide greppel (zie figuur A). Het hemelwater stroomt bij voorkeur bovengronds af naar de wadi. Vanuit de greppel infiltreert het hemelwater in de toplaag. De toplaag vangt de zwevende stof af en laat verontreinigingen aan de gronddeeltjes hechten. Het water zakt door de toplaag weg en komt vervolgens in de bodem. Is de bodem niet (altijd) voldoende door-latend, dan kunt u een infiltratievoorziening aanleggen. Het water zakt dan door de toplaag en komt vervolgens in de infiltratievoorziening die het water bergt, van waaruit het in de bodem infiltreert. De infiltratievoorziening kan bestaan uit granulaat (zoals grind of lava) of uit kunstmatige voorzieningen (zoals infiltratiekratten). Om inspoeling van klei- en zanddeeltjes te voorkomen, zit om de infiltratievoorziening geotextiel. Drain In de wadi zit een drain die het water kan verdelen over de infiltratievoorzieningen en de afvoer naar oppervlaktewater. De drainafvoer kunt u eventueel beperken. Door de drain onder in de wadi kunt u deze constructie goed toepassen in gebieden met een slecht doorlatende bodem of een hoge grondwaterstand. De drain reguleert de grondwaterstand in de omgeving van de wadi zodanig, dat voldoende berging in de bodem en de voorziening beschikbaar is om de hemelwaterafvoer te bufferen. Figuur A Wadi De wadi heeft een directe overloop (slokop) naar de drain. Als het hemelwater niet snel genoeg door de toplaag infiltreert, treedt de overloop in werking. Vanwege de maximale ledigingstijd en veiligheid is de maximale waterstand in het greppelgedeelte van de wadi meestal 0,20 tot 0,30 m. De slokop regelt de maximale waterstand. De wadi zelf krijgt bij een maximale waterdiepte van 0,30 m een diepte van 0,40 m. In hellende gebieden kunt u infiltratievoorzieningen en wadi’s in serie (cascade) aanleggen richting het oppervlaktewater. Bij hevige regen loopt de greppel van de wadi over in een benedenstroomse wadi. Deze loost uiteindelijk op het oppervlaktewater. Begroeiing Houd rekening met de bijzondere hydrologische omstandigheden als u de begroeiing kiest. In natte perioden is de bodem zeer vochtig en kan de begroeiing zelfs onder water komen te staan. In droge perioden is de ondergrond soms zeer droog door de goede ontwatering onder de voorziening. Bij een wadi vindt door de onderliggende infiltratiekoffer weinig capillaire opstijging plaats. De kans op uitdroging is dan nóg groter. Meestal valt de keuze op gras, omdat dit relatief goed tegen de wisselende omstandigheden bestand is en ook betreedbaar is. Meer informatie vindt u in het rapport Vooronderzoek natuurvriendelijke wadi’s; Inrichting, functioneren en beheer (Stichting RIONED en STOWA; 2004). Binnen bepaalde grenzen is recreatief gebruik van een wadi mogelijk, bijvoorbeeld als onderdeel van een groenzone. Maar de grasmat mag niet beschadigen en de toplaag niet te veel verdichten. Daarom zijn intensieve activiteiten als voetballen en fietsen op de voorziening niet wenselijk. B Toepassing C1.1 Mechanismen Transport en infiltratie van hemelwater Bezinking van slib of vuil Omzetting, afbraak en vastlegging van stoffen C1.2 Neveneffecten C2.1 Geometrie Maximale diepte meestal 0,40 m Maximale waterstand circa 0,30 m Talud bij voorkeur 1:3 of flauwer Inleiding van hemelwater bij voorkeur bovengronds C2.2 Stabiliteit C2.3 Voorziening Overloop naar drain, slokop op circa 0,20 m boven de bodem Bodemopbouw afgestemd op vegetatie en doorlatendheid Infiltratievoorziening onder de wadibodem Drain in de infiltratievoorziening C3.1 Techniek Constructie bestaat grotendeels uit grondwerk Bemaling in principe niet nodig Definitieve afwerking na bouwrijp maken Tijdelijke voorzieningen nodig voor opvang hemelwater tijdens bouw C3.2 Procedure Na aanleg controle infiltratiecapaciteit C4.1 Beheer Maaifrequentie gras varieert van twee tot twintig maal per jaar Slokop minstens eenmaal per jaar reinigen Vervanging toplaag bij overmatige verontreiniging Werking drain eenmaal per jaar controleren Drain eenmaal per twee tot vijf jaar reinigen Tabel A Reguliere toepassing wadi C1.1 Mechanismen Inzameling verontreinigd hemelwater C1.2 Neveneffecten Dichtslibbing drain of geotextiel (zeker bij ijzerhoudend grondwater) C2.1 Geometrie C2.2 Stabiliteit C2.3 Voorziening Regulering van lokale grondwaterstand met afsluiters C3.1 Techniek Afwatering tijdens bouwfase Beperking inzet zwaar materieel C3.2 Procedure Toepassing in grondwaterbeschermingsgebieden C4.1 Beheer Maaien bij natte omstandigheden vaak moeilijk of onmogelijk Bij veel bomen in de omgeving extra ruimbeurt bladeren nodig Geen zwaar maaimaterieel in verband met dichtdrukken bodem Tabel B Bijzondere toepassing wadi C Aanbevelingen Bij wadi’s vinden inzameling en afvoer van het hemelwater bovengronds plaats. De invloed op het stedenbouwkundig ontwerp is hierdoor veel groter. Houd vanaf de eerste opzet van dit ontwerp rekening met oppervlakkige hemelwaterafvoer. Bij het ontwerp moet u driedimensionaal denken. Van alle verhardingen zijn het afschot en de onderlinge hoogteligging van groot belang. Bij een helling van 1:3 of flauwer zijn de taluds nog machinaal te maaien. Bij steilere taluds moet dat handmatig gebeuren. De aanleg van de infiltratievoorziening in de wadi heeft de meeste invloed op de uiteindelijke werking. Voorkom dat (bouw)verkeer de bodem dichtrijdt of verslempt. Een ander reëel gevaar is het dichtslibben van de voorziening door bouwafval, zand en slib. Leg de voorziening dus pas in de woonrijpfase aan. Dit betekent dat er tijdens de bouwfase geen volwaardige afwatering is. Breng voorlopige voorzieningen aan om water- en modderoverlast zo veel mogelijk te voorkomen. Een goede oplossing: leg greppels aan voor waterafvoer op de plek waar later de wadi komt. Tijdens de bouwfase kunt u ook tijdelijk een bergingsvijver in de tuin bij de woningen maken.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.