De vorm van een infiltratievoorziening in het horizontale vlak heeft een belangrijke invloed op de infiltratiecapaciteit. Een langwerpige voorziening heeft meer wandoppervlak dan een compacte (meer vierkante) voorziening. In dit voorbeeld zijn 4 vormen vergeleken met een gelijke inhoud maar verschillende afmetingen:
  • A    lengte 32 m, breedte 0,5 m;
  • B    lengte 16 m, breedte 1,0 m;
  • C    lengte  8 m, breedte 2,0 m;
  • D    lengte  4 m, breedte 4,0 m.

Het wandoppervlak varieert met een factor 2. Dat heeft een substantieel effect op de werking van de voorziening. Dit effect is sterker als de infiltratiecapaciteit in de bodem niet wordt meegerekend.


Tabel A Kenmerken infiltratievoorziening, variatie verschillende vormen

De werking van de verschillende vormen infiltratievoorzieningen zijn aangegeven in tabel B. Het effect van een compactere voorziening (variant D) op het overloopvolume is substantieel. Het overloopvolume is bijna een factor 3 groter dan van een langgerekte voorziening (variant A). Voor overloopfrequentie verschilt dat een factor 2.

Tabel B Werking infiltratie-voorziening, variatie in verschillende vormen, infiltratie in wandoppervlak
 

Tabel C Werking infiltratievoorziening, variatie in vormen voorziening, infiltratie in wand- en bodemoppervlak 
 
Bij compacte voorzieningen heeft dit het grootste effect (tabel C). Het niet meerekenen van de bodem betekent voor variant D ongeveer een verdrievoudiging van het overloopvolume. Bij het (geleidelijk) dichtslibben van de bodem kan het overlopen van de voorziening dus substantieel toenemen.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel