Verschillende omstandigheden

Binnen een kern of gemeente kunnen de omstandigheden tussen verschillende deelgebieden sterk variëren, zoals: aanwezigheid van inbreidingslocaties; voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen; ouderdom van het bestaande stelsel; bodemtype; grondwaterregiem; aanwezigheid van water. Hierdoor zijn in de ene wijk andere oplossingen voor afkoppelen favoriet dan in een andere wijk. Als u dit in kaart brengt, wordt duidelijk dat het zomaar extrapoleren van een succesvol project over de hele stad niet mogelijk of wenselijk is. In een gemeente zijn dus meerdere oplossingen mogelijk, zoals: In een nog vrij jonge wijk met kleigrond en nauwelijks oppervlaktewater is afkoppelen niet opportuun en handhaaft u het gemengde rioolstelsel. In een wijk op zandgrond met veel eigen huisbezit en tuintjes kiest u voor afkoppelen op particulier terrein, als verplichting of door ontzorging. In een naoorlogse wijk met reconstructieopgave op matige grondslag met grondwateroverlast kunt u kiezen voor IT-riolen in grote zandige wegcunetten met infiltrerende bestrating. Voor de vele inbreidingslocaties in de oude stadsdelen kiest u voor ruime wadi’s, waarbij u voor de gedoseerde afvoer een verzamelleiding voor schoon water door de stad aanlegt. Voor het oude bedrijventerrein met revitaliseringsopgave kiest u voor een verbeterd gescheiden stelsel met beperkte en gestuurde afvoer naar de rwzi. Het gaat erom dat u per wijk of deelgebied aangeeft welke afkoppelmethode de meest haalbare lijkt inclusief het inzicht om in sommige gebieden liever helemaal niet af te koppelen. Het gaat er nu nog niet om of in al deze deelgebieden daadwerkelijk tot afkoppelen wordt overgegaan of niet. Die keuze is een volgende stap waarbij het totale kostenplaatje in beschouwing wordt genomen.