We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De softwareomgeving die nodig is om de gebruiker te laten communiceren met het systeem heet ‘userinterface’. Een interface moet de gebruiker zo goed mogelijk toegang geven tot de meetpunten en de verzamelde meetgegevens. Een goede interface sluit dus aan op kennis, inzicht, verwachtingen en manier van werken van de gebruiker. Toegankelijkheid en beveiliging Vaak hebben meerdere personen toegang nodig tot een telem
De softwareomgeving die nodig is om de gebruiker te laten communiceren met het systeem heet ‘userinterface’. Een interface moet de gebruiker zo goed mogelijk toegang geven tot de meetpunten en de verzamelde meetgegevens. Een goede interface sluit dus aan op kennis, inzicht, verwachtingen en manier van werken van de gebruiker. Toegankelijkheid en beveiliging Vaak hebben meerdere personen toegang nodig tot een telemetriesysteem. Als deze personen op verschillende locaties werken, biedt een internettoepassing meer mogelijkheden dan een lokale hoofdpost op een pc. Via internet zijn de onderstations vanaf elke locatie toegankelijk. De toegang tot het meetnet en de meetgegevens moet afdoende zijn beveiligd tegen inbreuk door derden. Het telemetriesysteem moet voor de gebruikers bereikbaar zijn via een (persoonlijk) wachtwoord. Ook zijn voor gebruikers verschillende vormen van (beperkte) toegang mogelijk, bijvoorbeeld: toegang tot een selectie meetpunten; alleen inzage in de meetgegevens; inzage in de meetgegevens en mogelijkheid om informatie (data of metadata) toe te voegen; volledige toegang, waarbij de gebruiker ook instellingen van de onderstations kan wijzigen. Een voorbeeld is een gezamenlijk meetnet van een of meerdere gemeenten en een waterschap. Via internet heeft elke gemeente toegang tot haar eigen meetpunten en het waterschap tot het gehele meetnet. De gemeenten kunnen de instellingen van de onderstations wijzigen; het waterschap heeft alleen toegang tot de data. Nadeel van zo’n systeem kan een beperkte capaciteit van de internetverbinding zijn. Hierdoor kunnen het downloaden van de gegevens en bewerkingen veel tijd kosten. Grafische interface Een interface moet begrijpelijk zijn en aansluiten op de kennis van de gebruiker. Een grafische weergave van het systeem kan de gebruiker een goed overzicht geven. De interface van de hoofdpost is bij voorkeur gebaseerd op een GIS-omgeving, met de meetlocaties weergegeven op een kaart (zie figuur A). Als de gebruiker op de grafische symbolen in deze omgeving klikt, krijgt hij informatie over specifieke onderstations. Grafieken Meetgegevens zijn in zowel tabel- als grafiekvorm te presenteren. Grafieken zijn interessant omdat ze met name bij veel data snel visueel overzicht geven. Voor de analyse van de meetgegevens is het wenselijk dat verschillende tijdreeksen tegen elkaar zijn te plotten in één grafiek. Functies die aan grafieken zijn toe te kennen: bewerkingen van de assen, bijvoorbeeld 2e y-as of omkeren van de y-as; zoomfunctie op de tijdas en de y-as; automatische titel en eenheden op de assen; opname van geometrische gegevens, zoals niveaus van putbodem, overstortdrempel en putrand. Figuur A Grafieken op hoofdpost (niveau): Meting waterstanden voor en achter een overstortdrempelVergroot afbeelding Functies per onderstation Bij veranderingen in het meetnet moeten gebruikers meetpunten in de interface kunnen wijzigen, toevoegen of verwijderen. Per onderstation zijn onderstaande volgende functies in de interface op te nemen: Beschrijving van de meetopstelling Denk hierbij aan de geometrie van de put en niveaus van leidingen, drempels en sensoren. Een goede (schematische) grafische weergave is belangrijk. Bevoegde gebruikers moeten deze gegevens kunnen wijzigen via de interface. Als bijvoorbeeld een drempel wordt opgehoogd, is dit via de interface te wijzigen in de beschrijving van de meetopstelling. Voor het continu actueel houden van het systeem is het belangrijk dat de gebruikers dit soort wijzigingen zelf kunnen doen, zonder nazorg van de leverancier. Overige metadata Per locatie is vaak veel meta-informatie beschikbaar. Idealiter is al deze informatie toegankelijk via de interface van het telemetriesysteem zelf. Denk hierbij aan: kalibratie- en onderhoudsrapporten, handleidingen van de meetapparatuur; kaartmateriaal, tekeningen en foto’s van de installatie en de locatie; digitale en analoge (gescande) logboeken, werkrapporten; (overstort)rapportages. Kaartmateriaal, tekenbestanden, foto’s en documentatie zijn eventueel in de interface te openen en bekijken of via de interface te downloaden en in aparte programma’s te openen. Om de informatie voortdurend compleet en actueel te houden, moeten gebruikers metadata zelf kunnen wijzigen, downloaden of toevoegen. Een voorbeeld is een onlinelogboek via de interface van het telemetriesysteem. Realtimecontact Via de userinterface op de hoofdpost is contact mogelijk met de onderstations. Zo kan de gebruiker de metingen realtime volgen en de status van het onderstation controleren. Hij kan de status ook wijzigen, bijvoorbeeld door: het onderstation aan- of uit te schakelen; in- en uitslagpeilen voor registratie van de metingen (en eventueel voor RTC-toepassingen) te wijzigen; instellingen voor alarmering aan te passen, zoals het telefoonnummer of adres voor alarmberichten. (Bijvoorbeeld bij verlies van een telefoontoestel of bij wijziging van een abonnement.) Houd rekening met extra inspanningen als het aanpassen van een adres op de meetlocatie zelf moet gebeuren. Integrale interface De interface is als een schil van software over het eigenlijke telemetriesysteem. Dezelfde schil is voor meerdere systemen tegelijk te gebruiken. In verschillende gemeenten bestaan bijvoorbeeld meerdere telemetriesystemen naast elkaar. Soms als resultaat van verschillende meetprojecten, soms door gemeentelijke samenvoegingen. Een voorbeeld is de uitbreiding van een gemalenbeheersysteem met een meetnet voor overstorten. Voor de beheerder van deze systemen is het een groot voordeel als hij ze via één interface kan benaderen en aansturen. Door de metingen en de sturing te integreren in de interface, is de eerste stap mogelijk naar sturing op basis van (realtime)metingen. Inmiddels beloven verschillende leveranciers dat hun software overweg kan met de telemetriesystemen van verschillende leveranciers.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.