We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De simpelste en meest voor de hand liggende uitwerking is om de rioolheffing te zien als het instrument waarmee de gemeente haar watertaken duurzaam invult. De gemeente formuleert de duurzame doelstellingen en brengt die via de rioolheffing in rekening bij degenen die profijt hebben van het nakomen van de gemeentelijke waterzorgplichten. Nadeel hiervan kan zijn dat er geen financiële prikkel is om op particulier terrein maatregelen t
De simpelste en meest voor de hand liggende uitwerking is om de rioolheffing te zien als het instrument waarmee de gemeente haar watertaken duurzaam invult. De gemeente formuleert de duurzame doelstellingen en brengt die via de rioolheffing in rekening bij degenen die profijt hebben van het nakomen van de gemeentelijke waterzorgplichten. Nadeel hiervan kan zijn dat er geen financiële prikkel is om op particulier terrein maatregelen te treffen om bij te dragen aan de duurzame doelstellingen. Duurzame financiële voorziening Toch is er een mogelijkheid om zonder specifieke bepalingen in de rioolheffing initiatieven te stimuleren op particulier terrein. Uit de opbrengst van de rioolheffing kan de gemeente een fonds vormen om duurzame initiatieven te stimuleren. Daarbij gelden twee voorwaarden: De eerste voorwaarde is dat de te stimuleren initiatieven in een meer dan zijdelings verband moeten staan met het nakomen van de gemeentelijke waterzorgplichten. Dat is een fiscale voorwaarde om de kosten uit de rioolheffing te mogen financieren. Het is belangrijk om niet alleen het doel van de voorzieningen vast te leggen, maar ook waarom ze bijdragen aan het nakomen van de zorgplichten. Bijvoorbeeld dat groene daken de piekafvoer bij hevige buien helpen verlagen en er zo voor zorgen dat in het gebied minder waterberging nodig is. De tweede voorwaarde is dat de gemeente de bedragen in een voorziening stort. Daarvoor moet zij de bedragen als een last in de raming van de rioolheffing meenemen. De dotatie is een kostenpost die de gemeente in de rioolheffing opneemt. Het bedrag dat zij niet aan particulieren verstrekt blijft in de voorziening. Een voorziening bevat zogenoemde gebonden middelen. Dat betekent dat de gemeente de gelden niet aan iets anders mag uitgeven dan waarvoor ze bestemd zijn. De begrotingsvoorschriften eisen dat de gemeente gelden die zij in de raming van de rioolheffing als voorziening heeft meegenomen, op de balans opneemt als zij deze niet in het jaar zelf bestemt. Zo borgen de begrotingsvoorschriften dat de gemeente de rioolgelden daadwerkelijk aan het beoogde doel uitgeeft. Voordeel van de duurzame financiële voorziening is dat maatwerk mogelijk is. De gemeente kan middelen inzetten waar de problemen zich voordoen. Zo benut zij de belastinggelden optimaal. Duurzame rioolheffing De Gemeentewet geeft veel vrijheid bij het vormgeven van de rioolheffing. Juridisch gezien is bij elk van de te stimuleren duurzaamheidsdoelen een financiële prikkel te vinden binnen de bestaande wet- en regelgeving. Verschillende prikkels zijn zelfs binnen een verordening te combineren. Zo kan de gemeente een gebruikersheffing combineren met een eigenarenheffing en voor beide in de tariefstelling een financiële prikkel invoeren. De grenzen bij de duurzame prikkels zitten voornamelijk in het uitvoeringsaspect. Hieronder vindt u de juridische mogelijkheden bij de verschillende duurzaamheidsdoelen. Waterbesparing Een financiële prikkel om zuinig om te gaan met schoon water is het meest zinvol bij de gebruiker van het perceel. De gebruikers zijn immers degenen die het waterverbruik kunnen beïnvloeden. In de belastingverordening neemt de gemeente dan in het artikel over het belastbaar feit en de belastingplichtige op: "De gemeente heft de belasting van de gebruiker van een perceel dat direct of indirect water in de gemeentelijke riolering afvoert." Om waterbesparing te stimuleren, stelt de gemeente de belasting afhankelijk van de hoeveelheid water die het perceel afvoert. Omdat deze hoeveelheid niet praktisch te meten is, sluiten veel gemeenten aan bij de hoeveelheid water die wordt toegevoerd. Dat is in het algemeen na te gaan via de meter van het waterbedrijf en soms via een waterpomp. Vervolgens verbindt de gemeente een tarief aan het aantal kubieke meters toegevoerde water. De sterkste financiële prikkel is een tarief per kubieke meter, maar de meeste gemeenten kiezen voor een klasse. Omdat de heffing naar het aantal kubieke meters water alleen ziet op afvalwater, combineren gemeenten deze heffingsmaatstaf vaak met een andere. Schoon water De bijdrage die de gemeente kan leveren aan schoon water, is voorkómen dat afvalwater zich mengt met grote hoeveelheden relatief schoon hemelwater. In gebieden met een gemengd rioolstelsel mag dan het water vanaf het verharde oppervlak niet in het buizenstelsel terechtkomen. Het afkoppelen van deze verharding betekent allereerst dat de gemeente een definitie in de verordening moet opnemen. Bijvoorbeeld: "Afvoerend oppervlak is het bebouwde of het verharde oppervlak van het perceel waarvan het hemelwater direct of indirect naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie afvoert." Het aanleggen en afkoppelen van verhard oppervlak zijn zaken waarin de perceeleigenaar vaak het laatste woord heeft. Voor een financiële prikkel is het daarom zinvol om de eigenaar in de heffing te betrekken. Vervolgens koppelt de gemeente de heffing aan de hoeveelheid afvoerend oppervlak. Bijvoorbeeld: "Het tarief voor het eigenarendeel bedraagt voor elke eenheid van […] vierkante meter afvoerend oppervlak a. van 0 m² tot en met […] m² € […] b. van […] m² tot en met […] m² € […]" Bij volledig afgekoppelde percelen en bij een gescheiden stelsel is er geen afvoerend oppervlak. Zonder een basisbedrag of andere heffingsmaatstaf worden deze percelen niet in de heffing betrokken. Heffen naar hoeveelheid afvoerend oppervlak moet daarom altijd samen met een andere maatstaf. Wateroverlast Vasthouden, bergen, afvoeren is de voorkeursvolgorde om wateroverlast door piekbuien te voorkomen. Om het hemelwater vast te houden, moet het infiltreren in de bodem of in de begroeiing (groen dak). Om dat te stimuleren, kan de gemeente afvoerend oppervlak extra belasten. Daarvoor moet zij eerst een definitie opnemen in de verordening. Bijvoorbeeld: "Afvoerend oppervlak is het bebouwde of het verharde oppervlak van het perceel waarvan het hemelwater direct of indirect van het perceel afstroomt." Anders dan bij het duurzaamheidsdoel schoon water ligt hier de nadruk op het afvoeren van het hemelwater van het perceel. Stroomt het water van het terras in het gras en infiltreert het op het perceel in de bodem? Dan is het terras geen afvoerend oppervlak. Een groen dak heeft mogelijk ook geen aansluiting op het buizenstelsel en zal eventueel overtollig hemelwater in dat geval op het perceel zelf opvangen. Het afvoerende oppervlak ziet uitsluitend op verharding en bebouwing waarvan het water naar de riolering, de straat of de sloot stroomt. Juist daar kan bij een piekbui een tekort aan berging en/of afvoercapaciteit zijn. Het aanleggen van bebouwd verhard oppervlak is een zaak waarin de eigenaar van het perceel vaak het laatste woord heeft. Bij de verharding van de tuin ligt dat genuanceerder, maar hierover kunnen eigenaar en gebruiker afspraken maken. Regelmatig zijn eigenaar en gebruiker dezelfde persoon of personen. Voor een financiële prikkel is het dus zinvol om de eigenaar in de heffing te betrekken. Vervolgens koppelt de gemeente de heffing aan de hoeveelheid afvoerend oppervlak. Bijvoorbeeld: "Het tarief voor het eigenarendeel bedraagt voor elke eenheid van […] vierkante meter afvoerend oppervlak a. van 0 m² tot en met […] m² € […] b. van […] m² tot en met […] m² € […]" In de gemeente zullen ook percelen zijn die het hemelwater volledig op eigen terrein verwerken en geen vierkante meters afvoerend oppervlak hebben. Die percelen kunnen een aansluiting op de riolering hebben voor de afvoer van afvalwater. Voor deze percelen is dan een andere maatstaf in de verordening nodig, bijvoorbeeld naar een vast basisbedrag. Verdroging De maatregelen om verdroging tegen te gaan, zijn dezelfde als die bij wateroverlast: hemelwater vasthouden of in de omgeving bergen. De financiële prikkel hiervoor is dezelfde als die bij wateroverlast.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.