Opinie Hugo Gastkemper

Tuintegeltakstijd

Publicatiedatum 09 oktober 2017
Opinie - Hugo Gastkemper

In tijd van veel regen is veel aandacht voor stedelijk waterbeheer. Dat bleek weer deze zomer. Tuintegeltaks was zelfs het woord van de week.

Tuintegeltaks is een mooi woord. Het allitereert, verbeeldt, provoceert en spreekt heel breed aan. Het eerste wat me opviel, is de consensus over de toename van regenwateroverlast: meer hevige regenbuien en meer bebouwing en verharding. Het water kan geen kant meer op en blijft staan. Wat een mooie basis aan begrip waarop we als vakwereld kunnen bouwen!
De publieke opinie vindt het ook prima als de gemeente de problemen oplost en begrijpt dat het geld kost. Niemand pleit voor hogere belasting, maar het blijkt dat de rioolheffing best een beetje mag stijgen.

Spannender wordt het als je als particulier ook zelf wat moet doen. In de eerste plaats is er de mentale barrière: de overheid ontzorgt ons toch? Gebouweigenaren vinden het wél normaal dat ze zelf zorgen voor een dicht dak, schone dakgoten en ontstopte afvoeren. Maar het aanbrengen van drempels en laagtes in tuinen en de bescherming van kelders, souterrains en ondergrondse garages liggen lastiger. Het niet volledig dichttegelen van tuinen gaat nóg verder. Mensen betwijfelen of dit effect heeft, maar het gaat vooral in tegen hun behoefte aan gemak, schone handen en tijd voor in hun ogen belangrijkere zaken dan tuinonderhoud. Ik pleit graag voor groene tuinen. Maar het is alleen al een hele opgave om de trend te keren met het promoten van doorlatende, ‘grijze’ oplossingen als grind, open verharding, kunstgras, vlonders en boomschors. In de Volkskrant stond overigens een goed artikel met een overzicht van mogelijke maatregelen.

Het belasten van verharding brengt de gemoederen pas echt in beweging. Straffen of belonen? Graaiende overheid? Helpt het? Uitvoerbaar? Een paar overwegingen van mij. Het ontgaat velen dat het niet om belastingverhoging gaat, maar om een andere verdeling met verhard oppervlak als toerekeningsgrondslag. Daarom is het ook niet nodig om te pleiten voor subsidies. Ik begrijp dat die politiek gezien sympathieker zijn, maar financiële bijdragen zijn minder effectief dan – vermijdbare! – pijn in de portemonnee. Bovendien stijgen de collectieve kosten door subsidies.

Principiëler is de vraag of we het uitgangspunt van ‘de vervuiler betaalt’ invullen door belasting naar hoeveelheid afvalwater of naar aangesloten verharding. Laat de gemeente bepalen wat ze het belangrijkst vindt.

Ten slotte de uitvoerbaarheid. Er zijn hoge verwachtingen van meten van verharding met remote sensing en vaak wordt verwezen naar Duitsland waar al naar verharding wordt belast. Frank Grauvogel van Burscheid, een Duitse gemeente met 20.000 inwoners, vertelde op de VLARIO-dag dat de gemeente aanvankelijk uitging van opgave door de eigenaren. Door luchtfoto's steeg het getarifieerde oppervlak met 80%. De bijstelling vergde 5.000 aanmaningen. De gemeente is tevreden met de huidige systematiek, maar het kostte wel een flinke inspanning. Voor de haalbaarheid is het een idee om percelen die voor bijvoorbeeld meer dan driekwart verhard zijn volledig te belasten en percelen met een lagere verhardingsgraad een vaste korting te geven.

Is Nederland rijp voor de tuintegeltaks? Ik hoop dat een gemeente de handschoen oppakt en we daarvan allemaal kunnen leren.

Hugo Gastkemper
Reageren? Graag! Via LinkedIn, e-mail of telefoon: 0318 – 631 111.

Alle opinies