We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het detailontwerp geeft invulling aan de eisen in het PvE. De ontwerper gaat na of het gehele ontwerp daaraan voldoet. De ontwerper toetst of zijn ontwerp in de praktijk haalbaar is door onder andere voor bepaalde constructies constructieve berekeningen uit te (laten) voeren, door materialenstaten op te (laten) stellen en door grondbalansen op te (laten) stellen.
Het ontwerp van de gehele openbare ruimte moet voldoen aan de eisen in het programma van eisen. Hierbij zijn ook de secundaire functionaliteiten en de relaties tussen de verschillende voorzieningen van belang. Als de ontwerper alle aanvullende onderdelen heeft gekozen en gedetailleerd, toetst hij het geheel, inclusie
Het ontwerp van de gehele openbare ruimte moet voldoen aan de eisen in het programma van eisen. Hierbij zijn ook de secundaire functionaliteiten en de relaties tussen de verschillende voorzieningen van belang. Als de ontwerper alle aanvullende onderdelen heeft gekozen en gedetailleerd, toetst hij het geheel, inclusief de onderdelen voor water, aan de eisen in het PvE. De toetsing toont aan of het ontwerp in de praktijk haalbaar is. Het ontwerp moet voldoen aan algemeen geldende regelgeving en normen (zoals NEN-normen). Aan welke regels en normen precies moet worden voldaan, wordt duidelijk uit de inventarisatie en het PvE. Berekeningen Voor verschillende constructies kunnen er constructieve berekeningen nodig zijn. Een materialenstaat geeft inzicht in de materialen die nodig zijn. Een grondbalans geeft inzicht in de hoeveelheden grond die verplaatst moeten worden. Daarnaast kunnen er berekeningen nodig zijn voor: waterslag; sterkte; stabiliteit; zetting; opdrijven; opbarsten. Functioneren of falen Bij het toetsen van het functioneel ontwerp is reeds beoordeeld of de onderdelen en voorzieningen functioneel aan de gestelde eisen voldoen. Dat gebeurt in het detailontwerp alleen opnieuw als er wordt afgeweken van het functioneel ontwerp. De eisen die in het detailontwerp aanvullend zijn gesteld ten behoeve van secundaire functionaliteiten, worden getoetst: beheerbaarheid (eenduidigheid, robuustheid); sturing/voeding en meten/monitoren; beluchting en ontluchting; esthetiek; duurzaamheid; veiligheid; (on)toegankelijkheid; belastbaarheid. De ontwerper toetst zijn ontwerp als geheel, dus met name voor situaties die niet direct betrekking hebben op de primaire functie van stelsels en voorzieningen in de verwerking van waterstromen. Hierbij kunt u denken aan de situatie dat zich calamiteiten of storingen voordoen, aan de invloed die de omgeving op de ontworpen voorzieningen heeft, en aan situaties van misbruik of vandalisme. Als er voorzieningen nodig zijn om de gevolgen van deze situaties en invloeden op te vangen, neemt de ontwerper deze mee in de toetsing. Fasering Als er sprake is van een fasering, toetst de ontwerper zijn ontwerp voor elke fase aan de algemene eisen of aan eventuele specifiek voor die fase geldende eisen. Middelen De ontwerper neemt in zijn toetsing de vraag mee of het ontworpen stedelijk watersysteem beheerd kan worden voor de functies waarvoor het ontworpen is. De middelen die nodig zijn om het ontworpen stedelijk watersysteem aan te leggen en in bedrijf te houden (zoals een stroomaansluiting en geld voor onderhoud en beheer) en de middelen die nodig zijn voor het verwijderen en hergebruiken van onderdelen, moeten daarbij passend zijn. In veel gevallen zal de ontwerper voor deze toetsing een beroep doen op een kostendeskundige. Verschillende partijen Complicerende factor hierbij is dat de kosten in verschillende fasen bij verschillende partijen liggen. De ontwikkelaar draagt vaak de kosten van de aanleg en belast die kosten door naar de eerste gebruikers van het specifieke gebied. De gemeente betaalt het beheer van de openbare ruimte – dus de instandhouding van de stelsels – en verhaalt die kosten op alle gebruikers in de gemeente. De kosten voor verwijdering bij het einde van de levensduur kunnen bij diverse partijen liggen. Er kunnen dus belangenconflicten optreden bij het zoeken naar een balans voor een verdeling van de kosten over de verschillende partijen in de tijd.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.