We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeente mag bij de berekening van de riooltarieven de geraamde btw meenemen (zie het kader hieronder). Artikel 228a Gemeentewet lid 3: "Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het btw-compensatiefonds recht geeft op een brijdage uit dat fonds."
De gemeente mag bij de berekening van de riooltarieven de geraamde btw meenemen (zie het kader hieronder). Artikel 228a Gemeentewet lid 3: "Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het btw-compensatiefonds recht geeft op een brijdage uit dat fonds." Als gemeenten diensten of goederen extern inkopen, betalen zij daarover btw. In tegenstelling tot bedrijven konden zij die btw vóór 2003 niet terugvorderen van de Belastingdienst. Sinds de introductie van het btw-compensatiefonds (BCF) in 2003 kunnen gemeenten de btw wel terugvragen die ze over uitbesteed werk hebben betaald. Maar om dit te financieren, heeft de rijksoverheid de uitkering van het Gemeentefonds gekort met een btw-component. Om inkomensverlies te voorkomen, mogen gemeenten de btw in de rioolheffing daarom blijven doorberekenen. Tabel A Doorberekening btw via rioolheffing Situatie vóór invoering btw-compensatiefonds + -/- Via rioolheffing aan inwoners doorberekende btw Op inkopen betaalde btw Situatie na invoering btw-compensatiefonds + -/- Bij het BCF gedeclareerde btw Op het Gemeentefonds gekorte btw-component + -/- Via rioolheffing aan inwoners doorberekende btw Op inkopen betaalde btw De in de rioolheffing betrokken btw is dus een compensatie voor de op inkopen betaalde btw. Meestal voldoet de gemeente deze btw vanuit het concern (de totale gemeentelijke organisatie). Daarom vloeit ook de in de rioolheffing opgenomen btw in principe naar de algemene middelen en besteedt de gemeente deze niet specifiek aan de rioleringstaak. Gebeurt dit laatste wel, dan komen deze middelen in de reserve riolering en niet in de voorziening riolering, omdat de bestemming van deze middelen nog kan wijzigen. Komt de btw in een reserve of voorziening? Als de gemeente de btw uit de rioolheffing binnen de rioleringstaak bestemt (wat dus niet hoeft), komen deze gelden in de reserve riolering. Tenslotte kan de raad er altijd nog een andere bestemming aan geven. Btw opgenomen in de heffing - Reserve of algemene middelen Nu de gemeente de inkoop-btw direct kan declareren bij het btw-compensatiefonds, neemt zij de uitgaven waarover zij deze btw heeft betaald netto (dus exclusief BTW) in de gemeentelijke administratie op. Doorberekenmethode: lasten volgen die in de exploitatie komen In de praktijk gebruiken gemeenten bij het doorberekenen van btw in de heffing verschillende methoden. Tot nu toe (2018) heeft de rechter zich hierover nog niet uitgesproken. Het ligt voor de hand een methode te hanteren waarbij de gemeente de lasten volgt die in de exploitatie komen. De in de rioolheffing door te berekenen btw betreft dan: De btw die drukt op goederen en diensten die direct als last op de exploitatie drukken. De btw berekend over de toevoegingen aan de voorziening riolering voor onderhoud of vervanging. (N.B. Bij de besteding van de voorziening kan de gemeente dan geen btw meer in de tariefcalculatie opnemen.) De btw die drukt op de kapitaallasten van geactiveerde investeringen. Bedrijfseconomisch ligt de volgende btw-doorberekeningsmethode in de rioolheffing voor de hand: Louter om de rioolheffing vast te stellen, verhoogt de gemeente de jaarlijkse uitgaven aan bijvoorbeeld onderhoud, onderzoek of gegevensbeheer (punt 1 hierboven) en dotaties aan voorzieningen voor onderhoud en vervanging1(punt 2) met de btw. Bij eigen personeelslasten mag dit uiteraard niet. Ook de rioolinvesteringen (punt 3) verhoogt zij extracomptabel (buiten de boekhouding om) weer met de btw. Hierbij gaat het om uitbreidings- of vervangingsinvesteringen die zij activeert en afschrijft (c.q. versneld afboekt als zij al een spaarvoorziening op de vervangingsinvestering in mindering heeft gebracht). Door het weer verhogen van het investeringsbedrag met btw, ontstaan hogere kapitaallasten in de vorm van afschrijving (en/of afboeking) én rente (zie het voorbeeld in tabel B). Tabel B Investerings-btw in rioolheffing (in euro's) Investeringsbedrag 2013 incl. btw Btw in investering Netto investeringsbedrag Netto afschrijving per jaar Al afgeschreven bedrag (5 jaar) Boekwaarde 2018 (excl. btw) Boekwaarde 2018 incl. 21% btw Netto afschrijving in 2018 Btw 21% Afschrijving incl. btw Rente 2018 2% * 158.813 Kapitaallasten (incl. btw) 181.500 31.500 3.750 150.000 18.750 131.250 158.813 3.750 788 4.538 3.176 7.714 Eenvoudiger doorberekenmethoden Andere in de praktijk toegepaste, eenvoudiger doorberekenmethoden zijn: De gemeente berekent bij investeringen alleen btw over de afschrijvingen (en dus niet over de rente). De gemeente verrekent jaarlijks in de heffing de btw die zij dat jaar daadwerkelijk betaalt over de jaarlijkse uitgaven en investeringen. De gemeente neemt jaarlijks in de heffing een btw-bedrag op dat gelijk is aan de korting in het Gemeentefonds om het btw-compensatiefonds te financieren. Uitgaande van stijgende rioolinvesteringen zal bij deze methode het verschil tussen de daadwerkelijk betaalde btw en de btw die de gemeente in de heffing meeneemt (een jaarlijks vast bedrag) steeds groter worden. Omdat een gerechtelijke uitspraak ontbreekt, is geen volledige zekerheid te geven over de juiste methode bij het doorberekenen van btw. Het is in elk geval belangrijk dat de gemeente in de financiële paragraaf van het GRP de doorberekeningswijze van btw in de rioolheffing zichtbaar maakt. Ook in de paragraaf lokale heffingen, waar de gemeente de kostendekkendheid van de tarieven moet toelichten, moet zij apart inzicht geven in de btw die zij heeft meegenomen in het tarief. 1 Bij toepassing van een ‘ideaalcomplex’ voor vervangingsinvesteringen is de toevoeging aan de voorziening het investeringsbedrag.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.