We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor het toepassen van (steenachtige) bouwstoffen, grond en baggerspecie bij rioleringswerkzaamheden gelden er regels en voorschriften. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) beschermt de bodem en het oppervlaktewater tegen verontreinigingen die uitlogen uit bouwstoffen, grond en baggerspecie. Daarnaast borgt het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) de kwaliteit van werkzaamheden binnen het bodembeheer.
Zo staan er in het Besluit bodemkwaliteit regels voor de erkenning van personen en instellingen (hfst. 2 Bbk) die werkzaamheden mogen uitvoeren (ook wel 'Kwalibo' genoemd, zie Graven in verontreinigde bodem). Voor rioleringswerkzaamheden zijn met name hoofdstuk 3 en 4 van het Bal van belang. Hierin staan regels voor (het toepassen van) bouwstoffen, grond en baggerspecie.
Zo staan er in het Besluit bodemkwaliteit regels voor de erkenning van personen en instellingen (hfst. 2 Bbk) die werkzaamheden mogen uitvoeren (ook wel 'Kwalibo' genoemd, zie Graven in verontreinigde bodem). Voor rioleringswerkzaamheden zijn met name hoofdstuk 3 en 4 van het Bal van belang. Hierin staan regels voor (het toepassen van) bouwstoffen, grond en baggerspecie. Bouwstoffen Als de gemeente bij de aanleg van riolering bouwstoffen gebruikt, is het Bal van toepassing. Het toepassen van bouwstoffen in een werk is in het Bal aangewezen als een milieubelastende activiteit (par. 3.2.25). Deze milieubelastende activiteit heeft alleen betrekking op steenachtige bouwstoffen (niet zijnde grond en baggerspecie). Dat zijn bouwstoffen die voor meer dan 10% uit silicium, calcium en/of aluminium bestaan, zoals betonnen rioolbuizen, asfalt, dakpannen, bakstenen en puingranulaat. Bouwstoffen kunnen zowel vormgegeven bouwstoffen als niet-vormgegeven bouwstoffen zijn. Het Bal en het Bbk gaan uit van een maximaal toelaatbare toevoeging van stoffen aan bodem en grondwater. Daarom zijn er maximale samenstellings- en emissiewaarden gesteld voor vormgegeven en niet-vormgegeven bouwstoffen. Deze waarden staan in bijlage A van de Regeling bodemkwaliteit (Rbk). Schakels in bouwketen en verplichtingen De producent van bouwstoffen mag alleen bouwstoffen produceren die voldoen aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. Dit moet hij aantonen met een milieuverklaring bodemkwaliteit (zie hierna). De (tussen)handelaar of vervoerder mag alleen bouwstoffen opslaan, verhandelen en vervoeren waarvan de kwaliteit voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. Ook hij moet de kwaliteit met een milieuverklaring bodemkwaliteit aantonen. De toepasser (zoals een gemeente of een aannemer) mag alleen bouwstoffen toepassen waarvan de kwaliteit voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. Ook de toepasser moet de kwaliteit met een milieuverklaring bodemkwaliteit aantonen. Hij mag de bouwstoffen alleen gebruiken in een functioneel werk. De eigenaar mag alleen bouwstoffen toepassen waarvan de kwaliteit voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. Ook hij moet de kwaliteit met een milieuverklaring bodemkwaliteit aantonen. De eigenaar is verantwoordelijk voor het beheer en het verwijderen of slopen van een werk als het zijn functie verliest. Een milieuverklaring bodemkwaliteit toont de kwaliteit van de bouwstoffen aan. Er zijn drie verklaringen mogelijk: de partijkeuring; de erkende kwaliteitsverklaring; de fabrikant-eigenverklaring. Bouwstoffen alleen toepassen in een werk Op grond van het Bal mag de gemeente bouwstoffen alleen toepassen in een werk. Dat kan een bouwwerk zijn, zoals riolering, maar ook een openbare weg. Het werk moet altijd een duidelijk nut of een duidelijke noodzaak hebben, zoals riolering. Bij de milieubelastende activiteit 'toepassen van bouwstoffen' gaat het om het aanbrengen en aangebracht houden van bouwstoffen. De activiteit 'toepassen van bouwstoffen' eindigt dus niet na het aanbrengen, maar gaat daarna ook door. Ook het tijdelijk uitnemen en opnieuw toepassen van bouwstoffen valt onder 'toepassen'. Op grond van het Bal wordt niet alleen gekeken naar de functionele toepassing. Er wordt ook gelet op de functionele hoeveelheid. De initiatiefnemer past niet meer bouwstoffen toe voor het werk dan volgens gangbare maatstaven redelijkerwijs nodig is. Bouwstoffen horen van nature niet thuis in de Nederlandse bodem. Daarom mag de initiatiefnemer ze niet vermengen met de bodem en moeten toegepaste bouwstoffen ook weer kunnen worden verwijderd. Dit terugnemen van de bouwstoffen moet tijdens de volle duur van de (functionele) toepassing mogelijk blijven. Oude riolering verwijderen? Uitgangspunt is dat bouwstoffen worden verwijderd als het werk of het deel van het werk waarvan de bouwstof deel uitmaakt niet meer als functionele toepassing beschouwd kan worden. Riolering die niet meer wordt gebruikt, moet de gemeente dus in principe uit de grond halen. Alleen in bijzondere situaties kunnen de oude buizen achterblijven in de grond, bijvoorbeeld waar het fysiek complex, risicovol en/of te kostbaar is om ze te verwijderen. Met het oog op de zorgplicht om bodemverontreiniging te voorkomen, moet de gemeente de achterblijvende 'riolering' wel schoonspoelen. Ook is het op grond van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) verplicht om de ligging van het oude stelsel te archiveren, zodat er een beeld ontstaat van het ondergrondse netwerk. De gemeente kan oude riolering ook geschikt (laten) maken voor hergebruik. Dan hebben de oude buizen nog een marktwaarde. Grond en baggerspecie Paragraaf 3.2.26 van het Bal bepaalt hoe en wanneer de gemeente grond en baggerspecie mag toepassen. In tegenstelling tot bouwstoffen kunnen grond en baggerspecie weer definitief deel gaan uitmaken van de bodem. De grond of de baggerspecie moet dan wel voldoen aan samenstellingswaarden. Deze maximale waarden hangen voor de landbodem samen met de kwaliteit van de bodem en de functie ervan. Voor oppervlaktewater gelden eigen maximale waarden. Bodemfunctieklassen: wonen, industrie en landbouw/natuur Voor grond en baggerspecie zijn er drie bodemfunctieklassen: wonen, industrie en landbouw/natuur (Regeling bodemkwaliteit). Op de bodemfunctieklassenkaart van de gemeente staat welke bodemfunctieklasse waar geldt. Bodemfunctiekaart en bodemkwaliteitskaart De gemeente moet een bodemfunctieklassenkaart vaststellen. Daarnaast legt de gemeente de kwaliteit van de bodem vast in een bodemkwaliteitskaart. De waterbeheerders doen dat voor de waterbodem. Het Besluit bodemkwaliteit kent de vijf volgende kwaliteitsklassen voor de ontvangende landbodem: landbouw/natuur, wonen, industrie, matig verontreinigd en sterk verontreinigd. Toetsingskaders voor het toepassen van grond en baggerspecie Er gelden verschillende toetsingskaders voor het toepassen van grond en baggerspecie (zie par. 4.124 Bal): toepassen op landbodem; toepassen in oppervlaktewater; grootschalige toepassing; toepassen in een diepe plas; verspreiden baggerspecie; specifieke bepalingen toepassen van tarragrond. Toetsingskader voor het toepassen op landbodem De kwaliteitseisen bij het toepassen van grond of baggerspecie op de landbodem kennen twee uitgangspunten: Het toepassen van grond of baggerspecie mag niet leiden tot een verslechtering van de actuele kwaliteit van de bodem. Het toepassen van grond of baggerspecie moet in overeenstemming zijn met de kwaliteitseisen die gelden voor de beoogde functie van de landbodem. Dit houdt in dat de kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie op de landbodem moet voldoen aan de: kwaliteitsklasse van de ontvangende bodem ter plaatse van de toepassing; bodemfunctieklasse ter plaatse van de toepassing. Bij een toepassing op de landbodem moet de toe te passen grond of baggerspecie voldoen aan de strengste van bovenstaande twee eisen. Dat heet ook wel de 'dubbele toets'. Als de grond of de baggerspecie voldoet aan de kwaliteitsklasse landbouw/natuur, is toepassing altijd toegestaan. Het uitvoeren van de dubbele toets is dan niet nodig. Milieuverklaringen bodemkwaliteit specifiek voor grond en baggerspecie Naast de partijkeuring, de erkende kwaliteitsverklaring en de fabrikant-eigenverklaring (die ook voor bouwstoffen gelden), zijn er voor grond en baggerspecie nog twee extra verklaringen mogelijk: De verklaring op grond van een bodemkwaliteitskaart: deze verklaring geeft voor elke zone de gemiddelde bodemkwaliteit aan. Deze verklaring is alleen te gebruiken bij grondverzet binnen het eigen beheergebied of tussen beheergebieden als de ontvangende gemeente de bodemkwaliteitskaart van de aanbiedende gemeente bij besluit heeft aangewezen. Een bodemkwaliteitskaart kan verschillende kaartlagen hebben, bijvoorbeeld de ontgravingskaart (deze kaart geeft de kwaliteit van de bodem op de locatie aan) en de toepassingskaart (op deze kaartlaag staan de toepassingseisen, die afhankelijk zijn van het door het lokale bevoegde gezag gekozen beleidskader). De verklaring op grond van bodemonderzoek: deze verklaring kan als milieuverklaring bodemkwaliteit worden gebruikt, mits de juiste onderzoeksprotocollen worden gehanteerd. Particulieren hoeven geen milieuverklaring bodemkwaliteit te laten zien. Melding toepassing grond en baggerspecie Professionele partijen moeten de meeste toepassingen van grond en baggerspecie melden. Dit verloopt via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De melding moet één week voor de start van de toepassing zijn gedaan. In sommige gevallen geldt een termijn van vier weken. Er gelden uitzonderingen op deze meldplicht (zie art. 4.1266, lid 4, Bal). Bijvoorbeeld voor toepassingen van minder dan 25 m3 grond of baggerspecie door een particulier (natuurlijk persoon). Of voor toepassingen van maximaal 50 m3 grond van kwaliteitsklasse landbouw/natuur met een milieuverklaring bodemkwaliteit. Op het Informatiepunt Leefomgeving vindt u ook informatie over het toepassen van bouwstoffen en het toepassen van grond en baggerspecie. Bij het toepassen van bouwstoffen, grond en baggerspecie moet ook rekening gehouden worden met de natuur. Meer informatie over natuurbescherming vindt u in dit onderdeel van de kennisbank op de pagina natuurbescherming.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.