Systemen voor de voorbehandeling

Voorbezinktank De meest gebruikte voorziening voor voorbehandeling is een voorbezinktank (zie figuur A). Dit systeem scheidt via zwaartekracht vaste deeltjes van het afvalwater. Het bezinksel onder in de tank en de drijflaag moeten van tijd tot tijd worden verwijderd. Vetafscheider Een vetafscheider verzorgt de voorbehandeling van grijs afvalwater. Dit is het afvalwater met een hoog vetgehalte. De vetafscheider bestaat uit twee compartimenten: een slibvangput en een vetafscheidingsruimte. Deze compartimenten zijn beschikbaar als afzonderlijke tanks, maar ook gecombineerd in één tank. Olie en vet vormen een drijflaag op het water. Een keerschot voorkomt dat de drijflaag met het afvalwater via de afvoer naar de biologische zuivering verdwijnt. De drijflaag moet van tijd tot tijd worden verwijderd. Figuur A VetafscheiderVergroot afbeelding Septic tank Als er geen nadere eisen gelden voor de kwaliteit van het effluent, kan een septic tank als zuivering volstaan. De septic tank moet zowel het zwarte als grijze afvalwater afvoeren. De tank ligt meestal onder de grond en heeft drie compartimenten (zie figuur B). Het systeem zuivert het afvalwater voornamelijk door bezinkbare en zwevende stoffen van het water te scheiden. In het afgescheiden slib vindt enige anaërobe afbraak van organisch materiaal plaats.   De septic tank is in meerdere vormen en uitvoeringen verkrijgbaar. Zo zijn er rechthoekige, ronde en ovaalvormige tanks. Ook het materiaal kan verschillen. De meeste septic tanks zijn verkrijgbaar in beton of polyetheen. Septic tanks moeten een CE-merk volgens NEN-EN 12566-1 hebben.   Meestal wordt de septic tank zó geplaatst, dat het afvalwater onder vrijverval naar de tank vloeit. Afhankelijk van de situatie kan het effluent de tank ook onder vrijverval verlaten. Voor een goede werking moet het afgescheiden slib ongeveer eens in de twee jaar worden verwijderd. Figuur B Septic tankVergroot afbeelding