Stroming over maaiveld

Zolang het ondergrondse systeem niet wordt overbelast (dus geen water op straat definitie Water op straat), kunt u de inloop van oppervlak naar het rioolstelsel met een standaard inloopmodel beschrijven. Bij 'water op straat' wijzigt dit voor de oppervlakken die onder water staan naar een hydrodynamisch rekenmodel. Dit heeft consequenties voor de te gebruiken modelparameters en de beschrijving van de gebruikte geometrieën. Waar in het inloopmodel processen als bevochtiging, infiltratie en afstromingsvertraging van belang zijn, is bij de hydrodynamische modellering de oppervlakteruwheid belangrijk. Ook moet u het hoogteprofiel in detail beschrijven. Hydraulische weerstand bij kleine waterdiepten over oppervlakken Voor de hydraulische ruwheid van verschillende bestratingssoorten zijn nog geen eenduidige parameterwaarden bekend. Dit heeft deels te maken met het feit dat de gekozen benadering voor de 2D-hydrodynamica (over de waterdiepte geïntegreerd) bij kleine waterdiepten (zo'n 1 - 10 cm) niet volledig correct is. Bij de klassieke berekening van hydraulische weerstand via bijvoorbeeld Darcy-Weissbach of Chezy geldt voor betrouwbare resultaten als vuistregel dat de verhouding tussen waterdiepte en ruwheidswaarde groter moet zijn dan circa 40. Dit houdt bijvoorbeeld in dat u bij een waterdiepte van 10 cm alleen bij oppervlakteruwheden van 2,5 mm of kleiner betrouwbare resultaten kunt krijgen. Zolang er nog geen algemeen aanvaarde benadering is om de hydraulische weerstand bij kleine waterdiepten over oppervlakken te bepalen, kunt u het best niet te veel waarde hechten aan de absolute waterstanden die het model berekent.\ N.B. In vlakke gebieden hangen de berekende waterdiepten vooral af van de maaiveldhoogtes in het terreinmodel (berging). In hellende gebieden (verhang > 4%) bepaalt vooral de hydraulische weerstand (de ruwheid van het oppervlak) de waterdiepte.