We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Dit onderdeel beschrijft welke onderzoeken nodig zijn om erachter te komen of uw plangebied geschikt is voor hemelwaterinfiltratie of drainage van overtollig grondwater nodig is. Naast een te volgen strategie komt de opzet van de onderzoeken aan de orde. Daarbij is ook aandacht voor de inhoud van rapportages en mogelijke valkuilen bij doorlatendheidsonderzoek.
Inleiding Uit onderdeel Doorlatendheid van de bodem van deze module blijkt dat de ondergrond complex en heterogeen is. Hierdoor varieert de doorlatendheid globaal genomen tussen 10-6 m/d (klei) en 200 m/d (grind). Een infiltratievoorziening werkt bij een doorlatendheid kleiner dan 0,2 m/d niet (goed). Dus aanleg ervan zónder inzicht in de bodemopbouw en de doorlatendhe
Inleiding Uit onderdeel Doorlatendheid van de bodem van deze module blijkt dat de ondergrond complex en heterogeen is. Hierdoor varieert de doorlatendheid globaal genomen tussen 10-6 m/d (klei) en 200 m/d (grind). Een infiltratievoorziening werkt bij een doorlatendheid kleiner dan 0,2 m/d niet (goed). Dus aanleg ervan zónder inzicht in de bodemopbouw en de doorlatendheid rond de infiltratievoorziening is een riskante onderneming. Daarom is onderzoek naar de gebied- en bodemeigenschappen absoluut noodzakelijk. Alleen dan kunt u vanaf het begin van het planproces gefundeerde beslissingen nemen. Watertoets Gemeente en waterbeheerder inventariseren de mogelijkheden voor infiltratie en/of drainage vaak tijdens de watertoets. Met het doorlopen van de watertoets stemmen zij – in overleg met de initiatiefnemer – de wensen en eisen rond de waterhuishouding af. Hiermee waarborgen ze dat in ruimtelijke plannen voldoende rekening wordt gehouden met water. De watertoets beslaat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Naast de mogelijkheden voor infiltratie en/of drainage inventariseren de betrokken partijen eventuele risico’s voor de (grond) waterhuishouding. De watertoets is een continu proces over de verschillende planfasen. Ondergrond leidend In de praktijk volgt het ontwerp van een voorziening aan het maaiveld (infiltratie) of ondergrondse voorzieningen (infiltratie of drainage) vaak op het ontwerp van de bovengrond. Eerst ontstaat een inrichtingsplan of stedenbouwkundig ontwerp, daarna bekijkt de gemeente welke onderzoeken nodig zijn om het plan te realiseren. Omdat de ondergrond zonder kostbare, technische ingrepen niet is aan te passen, moet het inrichtingsplan rekening houden met de kwaliteiten en beperkingen van de ondergrond. Door deze kenmerken in een vroeg stadium in beeld te brengen, kunnen ze leidend zijn voor de bovengrondse inrichting. Hierdoor zijn veel onnodige kosten en problemen in de ontwerpen aanlegfase te voorkomen. Zo kunt u infiltratievoorzieningen op geschikte plaatsen aanleggen en bij de (her)inrichting van een plangebied rekening houden met een minimale ontwateringsdiepte. Fluctuerend grondwaterniveau Naast de ondergrond zelf speelt grondwater in die ondergrond een belangrijke rol. De grondwaterstand verschilt per regio en beïnvloedt daarmee de mogelijkheden om hemelwater te infiltreren. Daarnaast vult de infiltratie van het neerslagoverschot het grondwater aan. Bij het afkoppelen van bestaande verharde oppervlakken kan deze extra hemelwaterinfiltratie grote invloed hebben op het toekomstige grondwaterniveau. Inzicht in de lokale geomorfologie en geohydrologie is dus belangrijk (zie onderdeel Doorlatendheid van de bodem van deze module). Omdat de bodem van elke locatie onder andere geologische omstandigheden is gevormd en ook het (grond)watersysteem van plaats tot plaats verschilt, is elke locatie uniek. De onderzoeksstrategie is dus afhankelijk van de lokale omstandigheden. Dit geldt voor zowel plangebieden van tientallen hectares als kleinschalige projecten. Voorbeeld kleinschalig project Bij kleinschalige projecten kunt u denken aan de aanleg van een infiltratieriool door het afkoppelen van een woonwijk bij de vervanging van een gemengd stelsel. De bodemopbouw, de doorlatendheid en het grondwaterniveau over het riooltracé kunnen wisselen. Uit onderzoek moet blijken of de bodem geschikt is voor de aanleg van een infiltratieriool op de gewenste diepte. Figuur A Onderzoekstrechter infiltratiemogelijkhedenVergroot afbeelding De onderzoekstrechter in figuur A beschrijft het proces tot aan de realisatie van een infiltratievoorziening. Dezelfde stappen doorloopt u voor een drainagevoorziening. Na de aanleg van een voorziening start de beheerfase. In Infiltratievoorzieningen vindt u meer informatie over het beheer van infiltratievoorzieningen, in Drainagevoorzieningen over het beheer van drainagevoorzieningen.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.