Storingen

De septic tank kent in principe weinig storingen. Verstopping door te veel bezinksel of een te dikke drijflaag komt het meest voor. In compactsystemen kunnen in alle onderdelen storingen plaatsvinden. In de fysieke onderdelen (zoals leidingen), in de mechanische onderdelen (zoals pompen en compressoren) en in de werking van de verschillende zuiveringsprocessen. Rol gebruiker Ook bij goed ontworpen, geconstrueerde en aangelegde IBA-systemen kunnen problemen ontstaan. De praktijk leert dat het gedrag van de gebruiker een grote rol speelt. Door juist gebruik van het systeem zorgt de gebruiker ervoor dat het goed blijft functioneren. Een goede handleiding of gebruiksaanwijzing kan hem hierbij helpen.   Een storing kan tot urgente problemen leiden, zoals verstopping. Maar ook minder urgente problemen als verminderde beluchting komen voor. Niet elke storing leidt tot overlast bij de gebruiker. Systemen kunnen langere tijd een storing vertonen, zonder dat de gebruiker een klacht meldt. Afhankelijk van de aard van de storing kan een monteur het probleem ter plekke oplossen of is langere tijd nodig.   Hieronder vindt u de mogelijke storingen per type systeem. Septic tank Een septic tank zorgt met name voor de afscheiding van bezinkbare en opdrijvende stoffen. Een eventuele storing is direct te zien in het effluent. De belangrijkste storingsoorzaken zijn: de compartimenten raken vol met bezinksel; er ontstaat een te dikke drijflaag. Hierdoor kan de doorspoeling vanuit het huis verstoord raken. Helofytenfilter Mogelijke storingen zijn: dichtslibbing van de leidingen of het filterbed; een verstopte pomp. Het biologische afbraakproces kan door toxische stoffen ontregeld raken. Compactsystemen De storingen kunnen een biologische, fysisch chemische en/of mechanische oorzaak en aard hebben.   In het algemeen duidt een te grote biomassa op: een storing in de voorbehandeling; een te grote organische belasting; een toxische of zure aanvoer.  Bij te weinig slib kan de oorzaak liggen bij: een toxische stof; onderbelasting; te lange verblijftijd in de voorbezinker; onjuiste beluchting.