Voeg doorlatend ontwerpen

Toepassing Doorlatende voegen worden toegepast bij dichte elementenverharding, en soms ook bij doorlatende elementenverharding. Er bestaan verhardingselementen met verbrede nokken of afstandhouders. Ook kunnen klinkers verder van elkaar af gestraat worden. Er is dan meer ruimte voor doorlatende voegen, maar het straatwerk wordt er wel minder stabiel door. Het voegenaandeel in waterpasserende verhardingen moet minimaal 10% zijn om voldoende oppervlaktedoorlatendheid te creëren. Materiaal De voegen verdelen de krachten tussen de elementen van de verharding. De voegvulling zorgt er in eerste instantie voor dat de stenen op hun plaats blijven liggen en niet gaan kantelen of kruipen. Het meest toegepaste vulmateriaal in doorlatende voegen is split met een gradatie van 1 tot 3 mm. Hierbij geldt: hoe fijner de gradatie, hoe steviger de constructie, maar ook hoe sneller de voeg vervuild raakt; en hoe grover de gradatie, hoe sneller de doorstroming door de voeg, maar ook hoe minder stabiel de voeg is. Het is belangrijk dat het vulmateriaal niet verbrijzelt, omdat de voegen dan volledig afgesloten raken en geen water meer doorlaten. Door het verbrijzelen van de voegen gaat bovendien de bestrating 'klapperen'.