We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het GRP vertaalt de ontwikkelingen in de context naar doelen en programma’s gericht op beheer, instandhouding, aanpassing en uitbreiding van de voorzieningen. Dit zijn levenscycluskeuzes van de assets. Verlengen we de levensduur, passen we de asset aan of vervangen we de asset? Het projectteam ziet in het GRP ook de maatregelen die het gevolg zijn van deze keuzes. Het is alleen onduidelijk welke criteria binnen de afweging zijn ge
Het GRP vertaalt de ontwikkelingen in de context naar doelen en programma’s gericht op beheer, instandhouding, aanpassing en uitbreiding van de voorzieningen. Dit zijn levenscycluskeuzes van de assets. Verlengen we de levensduur, passen we de asset aan of vervangen we de asset? Het projectteam ziet in het GRP ook de maatregelen die het gevolg zijn van deze keuzes. Het is alleen onduidelijk welke criteria binnen de afweging zijn gehanteerd. Ook ziet het team dat er aandacht is voor de prestaties en kosten van de assets, maar dat de risicocomponent ontbreekt. Gert merkt op dat er onlangs wel enkele pilots zijn uitgevoerd, waarin voor enkele rioolgemalen verschillende scenario’s zijn uitgewerkt met bijbehorende risicoprofielen. Tessa: Het bestaande GRP van Waterstad vult de eerste twee stappen voor de gehele assetscope in. De trends uit de veranderende context en de conditie van de bestaande voorzieningen worden inzichtelijk gemaakt. Er vindt op alle onder delen de noodzakelijke afstemming plaats met stakeholders en de scope wordt goed beschreven. De huidige en toekomstige situatie worden in beeld gebracht. Het projectteam wil zijn bevindingen eerst delen met de opstellers van het GRP om te horen wat zij ervan vinden. Tessa heeft Hans geïnformeerd over deze volgorde en plant een werksessie met de GRP-opstellers in. Met Theus Berendsen, de kartrekker van het GRP en collega-beleidsmedewerker, stemt ze vooraf af. Ze werken op dezelfde verdieping in het gemeentehuis. Meteen wordt duidelijk dat in de actualisatie van het GRP al doelstellingen gericht op energiebesparing worden meegenomen. Dit had de werkgroep GRP al in beeld. In de werksessie licht Theus eerst de opbouw en achtergronden van het GRP toe, zodat het projectteam begrijpt waarom het GRP is zoals het is. Vervolgens brengt Tessa de bevindingen van het projectteam in en volgt een gesprek over de aanpassingen en toevoegingen. Afweegcriteria Eerst wordt gekeken naar de criteria. Theus licht toe dat de afweging die voor de assets wordt gemaakt eenvoudig gezegd een afweging tussen ‘moeten, kunnen en geld is’. Dit was al eens uitgewerkt, maar staat niet in de inhoud en bijlagen van het GRP. Bij het identificeren en vervolgens integraal afwegen van de keuzes van maatregelen voor de voorzieningen kijken de werksessiedeelnemers op drie manieren naar de assetlevenscyclus (zie figuur A). Figuur A Vormen van levensduurVergroot afbeelding Maatschappelijke levensduur: de tijd (in jaren) die een voorziening moet (of mag door nieuwe eisen) blijven presteren om waarde voor de burgers te realiseren. Technische levensduur: de tijd die een voorziening kan blijven presteren door degradatie, onder meer door belasting en aantasting. Economische levensduur: de tijd die een voorziening economisch rendabel kan blijven presteren. Dit houdt verband met de kosten van investeringen en in de tijd mogelijk toenemende exploitatiekosten (steeds meer onderhoud nodig). Door deze drie manieren van kijken te combineren, wordt bepaald wat de werkelijk ver- wachte of gewenste/optimale gebruiksduur is. Bijvoorbeeld verwachte klimaatwijzigingen vragen op termijn om andere prestaties van de systemen. Dit beïnvloedt de maatschappelijke levensduur. Misschien is vervanging eerder nodig (voor die hogere prestatie) dan technisch noodzakelijk. Nieuwe technologie kan zich aandienen die voor lagere exploitatie- kosten kan zorgen. Dit kan een economische afweging zijn, waardoor de vervanging eerder plaatsvindt dan technisch noodzakelijk. Gert knikt vol herkenning en geeft aan dat dit de beoogde einde levensduur van de asset is. De deelnemers van de werksessie zien dat het richten, inrichten en vervolgens verrichten van risicomanagement organisatiebrede doelen zijn. Deze zijn nog onderbelicht en versnipperd in de huidige documenten. Kansen worden vaak verzilverd, de OAS (Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem) die Waterstad sinds een aantal jaren samen met het waterschap uitvoert, is daarvan een voorbeeld. Waterstad voert zelf ook al activiteiten aan verschillende soorten assets gecombineerd uit als dat besparingen of verbeteringen met zich meebrengt. Tessa: Naast assetdoelstellingen als lagere transportkosten of langere levensduur ontstaan hier enkele assetmanagementdoelstellingen gericht op risico en kansenmanagement. Dit moet opnieuw op het netvlies van het team ‘Risico’s en Kansen’ komen.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.