We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Een goede voorbereiding voor het maken van een Water- en rioleringsprogramma (Wrp) is belangrijk, zowel in het geval dat u het Wrp zelf opstelt als in het geval dat u het Wrp door een andere partij laat opstellen. De omgevingsvisie van de gemeente is het uitgangspunt. Het Wrp is immers de uitwerking van deze visie op het gebied van stedelijk water en riolering.
U kunt alleen een consistent plan opstellen als de ambtelijke focus en de bestuurlijke ambitie (die in de omgevingsvisie van de gemeente is opgenomen) bij elkaar te brengen zijn. Het inbedden van het Wrp in de eigen organisatie wordt daarom steeds belangrijker; niet alleen om het programma te kunnen opstellen en hiervoor voldoende draagvlak te creëren, maar ook om later de uitvoering te kunnen waarborgen.
U kunt alleen een consistent plan opstellen als de ambtelijke focus en de bestuurlijke ambitie (die in de omgevingsvisie van de gemeente is opgenomen) bij elkaar te brengen zijn. Het inbedden van het Wrp in de eigen organisatie wordt daarom steeds belangrijker; niet alleen om het programma te kunnen opstellen en hiervoor voldoende draagvlak te creëren, maar ook om later de uitvoering te kunnen waarborgen. 1. Omgevingsvisie, waarom een Wrp? Het opstellen van het Wrp begint met de omgevingsvisie. Wat staat daarin over riolering en stedelijk water? En welke ambities zijn erin opgenomen over gezondheid, groen, openbare ruimte en klimaatadaptatie? De beleidsvoornemens die hierin staan, werkt u uit in het Wrp. Bevat de omgevingsvisie weinig beleidselementen of beleid op een hoog abstractieniveau? Dan zult u in het Wrp ambities moeten aangeven en aanvullende beleidselementen moeten opstellen. Staan er in de omgevingsvisie duidelijke beleidslijnen, dan kunt u daar in het Wrp naar verwijzen en hoeft u minder aanvullend beleid op te nemen. U moet ook bedenken waarom u een Wrp wilt opstellen. Dit is tegenwoordig belangrijker dan in het verleden, omdat er na het in werking treden van de Omgevingswet geen wettelijke verplichting meer is om een Wrp op te stellen. U zult dus moeten bepalen wat voor uw gemeente de toegevoegde waarde van een Wrp is. Dat bepaalt mede hoe het proces om tot een Wrp te komen, moet verlopen. Is uw doel bijvoorbeeld vooral om inwoners en bedrijven te betrekken bij het water- en rioleringsbeleid? Dan verloopt het opstellen van een Wrp anders dan wanneer u bijvoorbeeld het Wrp alleen wilt gebruiken als onderbouwing voor de rioolheffing. De door u bepaalde toegevoegde waarde kan ook invloed hebben op de inhoud en de vormgeving van het Wrp. Figuur A: Stap A, Voorbereiding Water- en rioleringsprogramma (Wrp) Vergroot afbeelding 2. Evaluatie Controleer in overleg met alle betrokkenen (intern en extern) in hoeverre de ambities van het vorige GRP/Wrp zijn gerealiseerd. Leg de (oorzaken van) verschillen tussen de voornemens en wat er werkelijk is geraliseerd, vast. Bedenk welke mensen u het beste bij deze evaluatie kunt betrekken. Denk hierbij ook aan de beheerders van de openbare ruimte, mensen die werkzaam zijn bij het bouw- en woningtoezicht, waterbeheerders, mensen die werkzaam zijn bij de provincie en inwoners/bedrijven of hun koepels/vertegenwoordigers. Op basis van de evaluatie formuleert u aandachtspunten voor het nieuw op te stellen programma. 3. Verkenning omgeving Inventariseer welke plannen, notities en andere stukken er bij de overige beleidsvelden aanwezig zijn en ga in gesprek met de waterbeheerder en andere stakeholders (zie ook het onderdeel Te betrekken partijen bij het opstellen van een Wrp). Daarnaast is het noodzakelijk om met de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college van B&W te spreken, zeker als de omgevingsvisie weinig 'beleidshouvast' biedt. Bekijk welke kaders deze verkenning oplevert voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken en of deze voor het Wrp relevant zijn. In deze fase inventariseert u ook hoe de besluitvorming over dit Wrp moet plaatsvinden: door het college van B&W of door de gemeenteraad? Volgens de Omgevingswet neemt het college de beslissingen over programma's, en dus ook over het Wrp. Maar het is zeker zinvol om ook de gemeenteraad om zijn mening over het Wrp te vragen, onder meer vanwege de relatie tussen het onderdeel kostendekking en de gemeentelijke belastingverordening. Ook bestaat de mogelijkheid om de raad over een gedeelte van het programma actief te laten besluiten. Het is goed om dit vroeg in het proces helder te hebben (zie ook Stap C: Vaststellen Water- en rioleringsprogramma (Wrp)). 4. Participatie In artikel 10.8 van het Omgevingsbesluit (geconsolideerde Staatsbladversie 25-2-2021) staat het volgende: 1. Bij het vaststellen van een programma wordt aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn. 2. Als een programma wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, het algemeen bestuur van het waterschap of gedeputeerde staten, wordt daarbij aangegeven op welke wijze invulling is gegeven aan het toepasselijke decentrale participatiebeleid. U zult er dus van tevoren over moeten nadenken hoe u de participatie voor het Wrp inricht, en waarom u dat zo doet. Daarbij kijkt u uitdrukkelijk naar het eigen lokale gemeentelijke participatiebeleid. Overheden mogen overigens zelf bepalen hoe ze hun participatiebeleid vormgeven. Er is niet geregeld wanneer en hoe burgers dienen te worden betrokken. In ieder geval zult u andere bestuursorganen moeten betrekken bij het opstellen van het Wrp. Artikel 2.2 van de Omgevingswet geeft dat aan: 'Een bestuursorgaan houdt bij de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet rekening met de taken en bevoegdheden van andere bestuursorganen en stemt zo nodig met deze andere bestuursorganen af.' Dit zijn in het geval van het Wrp in ieder geval de waterbeheerder(s), de zuiveringsbeheerder(s) en de provincie. Eigenlijk net zoals in de oude Wet milieubeheer was voorgeschreven. 5. Plan van aanpak De voorbereidende fase van het Wrp sluit u af met een plan van aanpak of een projectplan, waarin u de volgende zaken vastlegt: de relatie van het Wrp met de omgevingsvisie (beleidsarm of beleidsrijk); de afbakening met andere beleidsterreinen; de mensen die intern verantwoordelijk zijn voor het Wrp; de inrichting van het participatieproces (burgers en bedrijven, externe partijen, organisatieonderdelen, medewerkers van de gemeente en eventuele andere stakeholders die u bij het proces betrekt); de werkzaamheden die u eventueel gaat uitbesteden; de relatie met het raadsprogramma; het tijdpad van het proces; de kosten. Door deze zaken vast te leggen, wordt het proces van het vaststellen van een Wrp voor alle betrokkenen helder. Om tot een breed gedragen programma te komen, kunt u het beste een projectgroep samenstellen. Deze projectgroep kunt u het beste breed opzetten, vanwege de relatie met andere onderdelen van de openbare ruimte en de inzet van middelen (programmabegroting en meerjarenplanning). Plan ook tussentijdse toetsmomenten in om (ambtelijke en bestuurlijke) reflectie en bijsturing mogelijk te maken.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.