We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Wanneer u de riolering buiten gebruik stelt, moeten er meestal sloopwerkzaamheden plaatsvinden. In de Omgevingswet heten die werkzaamheden 'sloopactiviteiten': activiteiten inhoudende het slopen van een bouwwerk. Slopen houdt in het geheel of gedeeltelijk afbreken en het uit elkaar nemen. Hiervoor gelden verschillende regels. Deze regels staan met name in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Maar ook in het omgevingsplan van de gemeente staan vaak regels voor sloopactiviteiten.
Melding sloopwerkzaamheden Als de uitvoerder bij sloopwerkzaamheden meer dan 10 m3 sloopafval produceert (naar redelijke inschatting) of asbest verwijdert, moet hij dit melden op grond van het Bbl (art. 7.10, lid 1). De melding moet ten minste vier weken voor aanvang van de sloop worden gedaan. Dit kan via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In enkele gevallen gelden er andere termijnen voor d
Melding sloopwerkzaamheden Als de uitvoerder bij sloopwerkzaamheden meer dan 10 m3 sloopafval produceert (naar redelijke inschatting) of asbest verwijdert, moet hij dit melden op grond van het Bbl (art. 7.10, lid 1). De melding moet ten minste vier weken voor aanvang van de sloop worden gedaan. Dit kan via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In enkele gevallen gelden er andere termijnen voor de melding (art. 7.10, lid 2 en 3). Verder zijn er enkele uitzonderingen op de meldingsplicht (art. 7.10, lid 4). Specifieke zorgplicht Op grond van art. 7.4 Bbl geldt er een specifieke zorgplicht voor de sloopwerkzaamheden. Dit houdt in dat er maatregelen getroffen moeten worden als de werkzaamheden een gevaar voor de gezondheid of de veiligheid in de directe omgeving kunnen opleveren. Risicomatrix en veiligheidscoördinator Op grond van art. 7.5a Bbl moet er een risicomatrix worden opgesteld. Daarin moet een duiding worden opgenomen van de risico's voor de veiligheid die zijn verbonden aan de beoogde bouw- of sloopwerkzaamheden. De risicomatrix kan leiden tot het verplicht aanstellen van een veiligheidscoördinator voor de directe omgeving en een sloopveiligheidsplan. Maatwerkvoorschrift Op grond van art. 7.5 Bbl kan de gemeente maatwerkvoorschriften stellen. Daarbij kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan het slopen, als deze noodzakelijk zijn om hinder of een onveilige situatie tijdens de sloopwerkzaamheden te voorkomen of te beperken. Informatieplicht bij aanvang Ten minste twee werkdagen voor aanvang van de feitelijke sloopwerkzaamheden moet de uitvoerder de gemeente hierover informeren (art. 7.12 Bbl). Verplichtingen tijdens de sloop Tijdens de sloopwerkzaamheden moeten de volgende stukken (of een afschrift daarvan) op het terrein aanwezig zijn (art. 7.13 Bbl): de sloopmelding; de risicomatrix en het sloopveiligheidsplan; gegevens van de veiligheidscoördinator als die is aangesteld; afschrift van het maatwerkvoorschrift indien aanwezig; overige voor het slopen van belang zijnde gegevens en bescheiden; een asbestinventarisatierapport (indien nodig op grond van art. 7.9 Bbl). Informatieplicht na de sloop Ook (direct) na het slopen moet de uitvoerder de gemeente hierover informeren (art. 7.12 Bbl). Handhaving Het niet naleven van de sloopvoorschriften is een overtreding. Hiertegen kan de gemeente direct optreden door een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen. Omgevingsvergunning voor slopen in beschermde stads- of dorpsgezichten De gemeente heeft in het omgevingsplan meestal regels opgenomen voor activiteiten in beschermde stads- of dorpsgezichten. Die regels kunnen ook inhouden dat er een omgevingsvergunning voor het slopen nodig is bij werkzaamheden voor de buitengebruikstelling van de riolering. Rioolbuizen verwijderen bij buiten gebruik stellen riolering In het Besluit activiteiten leefomgeving zijn in paragraaf 4.123 regels opgenomen over het toepassen van steenachtige bouwstoffen. Die regels zijn ook van toepassing op rioolbuizen van beton of gres. Een van de regels is dat steenachtige bouwstoffen moeten worden verwijderd als het werk waarin ze zijn toegepast buiten gebruik wordt gesteld. Dat bevordert het hergebruik van materialen. Het verwijderen van de bouwstoffen is niet verplicht als dat grotere nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving heeft dan het niet verwijderen. Dus als u kunt onderbouwen dat het verwijderen van de rioolbuizen grote nadelige gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de openbare weg, dan mag u ze in de bodem laten zitten. Dit staat in artikel 4.1262 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.