We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De voorzieningen voor stedelijk afvalwater zijn verbonden met hun omgeving, zowel fysiek als organisatorisch. Onder de Omgevingswet is gebiedsgericht en integraal werken het uitgangspunt. Het Water- en rioleringsprogramma (Wrp) is echter een sectoraal programma. Juist daarom moet bij het opstellen van een Wrp rekening worden gehouden met de omgeving.
Fysieke relaties tussen de voorzieningen voor het stedelijk waterbeheer en de omgeving zijn belangrijk omdat deze voorzieningen: onderdeel zijn van de inrichting van het maaiveld (wegen, kolken, groen, enz.); of ondergronds liggen direct naast of nabij kabels en leidingen. Zo stroomt hemelwater bijvoorbeeld af over het maaiveld en over verharde oppervlakken. Daarnaast zijn er organisatoris
Fysieke relaties tussen de voorzieningen voor het stedelijk waterbeheer en de omgeving zijn belangrijk omdat deze voorzieningen: onderdeel zijn van de inrichting van het maaiveld (wegen, kolken, groen, enz.); of ondergronds liggen direct naast of nabij kabels en leidingen. Zo stroomt hemelwater bijvoorbeeld af over het maaiveld en over verharde oppervlakken. Daarnaast zijn er organisatorische relaties omdat riolering en stedelijk water in verbinding staan met voorzieningen die onder de verantwoordelijkheid vallen van andere collega's, teams en afdelingen binnen de gemeente en daarbuiten van medeoverheden en gebiedspartners (o.a. nutsbedrijven, waterschap, woningcorporaties). Om de riolering goed te beheren en de gemeentelijke watertaken doelmatig in te vullen, is dan ook afstemming met andere beheerders en partijen noodzakelijk. De fysieke en organisatorische relaties van de riolering met de omgeving bepalen wie u bij het opstellen van een Wrp moet betrekken. Het is daarom belangrijk dat u deze relaties in uw eigen situatie onderkent. Dit helpt om tot zinvolle maatregelen te komen die het functioneren van de riolering verbeteren, zonder onbedoeld problemen in andere (deel)systemen te creëren. Dit onderdeel van de kennisbank bevat een overzicht van de relaties tussen de gemeentelijke watertaken en de omgeving, zodat u kunt bepalen wie u bij de planvorming moet betrekken. Fysieke en organisatorische relaties Figuur A schetst de relaties tussen de gemeentelijke watertaken en allerlei andere beleidsvelden en beheertaken in de openbare ruimte. Op de opvolgende pagina's wordt onderstaand figuur herhaald bij de beschouwing van specifieke elementen. Figuur A: Fysieke en organisatorische relaties tussen de gemeentelijke watertaken en de omgeving Vergroot afbeelding Wrp en integraliteit Met de komst van de Omgevingswet is integraal werken een belangrijk uitgangspunt geworden. De omgevingsvisie is dan ook een integrale visie op de fysieke leefomgeving. In de memorie van toelichting (MvT) bij de Omgevingswet is aangegeven dat een programma doelstellingen voor een aspect van de leefomgeving kan bevatten, maar ook doelstellingen voor meer aspecten kan combineren, zeker als eenzelfde doelstelling meer aspecten raakt. Over het Water- en rioleringsprogramma (in de MvT nog 'gemeentelijk rioleringsprogramma' genoemd) wordt in de memorie van toelichting gezegd dat het GRP van de Wet milieubeheer is overgeheveld naar een facultatief gemeentelijk rioleringsprogramma onder de Omgevingswet. Dit rioleringsprogramma is bedoeld om invulling te geven aan de drie gemeentelijke watertaken en aan uitvoeringsgericht waterbeleid. Daarmee is het een sectoraal programma. De functies die in de memorie van toelichting aan een Wrp worden toegedicht, geven aan wat er minimaal in een Wrp zou moeten staan. Memorie van toelichting bij de Omgevingswet Uit het algemene deel Het gemeentelijk rioleringsplan, zoals dat op grond van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer door de gemeenteraad moet worden vastgesteld, wordt overgeheveld naar de Omgevingswet als facultatief programma. Het gemeentelijk rioleringsprogramma is in het wetsvoorstel weliswaar niet meer een verplicht programma, maar het is om verschillende redenen voor gemeenten, medeoverheden en burgers en bedrijven van belang. Dit instrument stelt gemeenten in staat het beleid en de maatregelen die worden opgesteld om de taken op het gebied van stedelijk afvalwater (volgend uit de richtlijn stedelijk afvalwater), afvloeiend hemelwater en voor het treffen van grondwatermaatregelen na te komen en in samenhang te beschrijven. (1) Het stimuleert gemeenten het rioolstelsel op orde te houden (2) en maakt aan burgers en bedrijven inzichtelijk wat zij op dit gebied van de gemeente kunnen verwachten. (3) Ook bevordert het gemeentelijk rioleringsprogramma een goede beleidsafstemming tussen gemeenten en waterschappen (4) en maakt het de besteding van de rioolheffing transparant. (5) Uit de artikelsgewijze toelichting Het rioleringsprogramma op basis van artikel 3.13 van de Omgevingswet heeft dezelfde doelen en functionaliteiten als het rioleringsplan van de Wet milieubeheer, alleen wordt voorgesteld de verplichting om een rioleringsprogramma vast te stellen te laten vervallen. Het sectorale Water- en rioleringsprogramma kan evenwel niet los worden gezien van andere (sectorale) programma's binnen de gemeente. Er zijn veel raakvlakken met andere beleidsterreinen. Die moeten goed worden benoemd. Die raakvlakken komen in dit deel van de kennisbank aan de bod.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.