We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In het omgevingsplan kunnen regels worden opgenomen waarmee de bebouwde omgeving beter bestand gemaakt kan worden tegen klimaatverandering; regels over klimaatadaptief bouwen en inrichten. Voorbeelden zijn eisen aan waterberging, eisen aan beplanting om te zorgen voor voldoende schaduw en eisen aan infiltratie om droogte tegen te gaan.
Gemeenten maakten in bestemmingsplannen al steeds vaker gebruik van regels die klimaatadaptief bouwen en inrichten bevorderen, vooral in de vorm van waterberging als voorwaarde bij nieuwbouw. Ook de andere aspecten van klimaatadaptatie (het bestrijden van hittestress en de gevolgbeperking van overstromingen) zijn ruimtelijk relevant en konden daarom met regels in het bestemmingsplan worden afgedwongen. Dit gebeurde in de praktijk ech
Gemeenten maakten in bestemmingsplannen al steeds vaker gebruik van regels die klimaatadaptief bouwen en inrichten bevorderen, vooral in de vorm van waterberging als voorwaarde bij nieuwbouw. Ook de andere aspecten van klimaatadaptatie (het bestrijden van hittestress en de gevolgbeperking van overstromingen) zijn ruimtelijk relevant en konden daarom met regels in het bestemmingsplan worden afgedwongen. Dit gebeurde in de praktijk echter nog maar op kleine schaal. Voorbeelden van klimaatadaptieve maatregelen die via regels in het bestemmingsplan konden worden geregeld zijn, gerangschikt naar thema: hittestress schaduwwerking van gebouwen; bomen aanplanten bij nieuwbouw; bodemenergiesysteem bij nieuwbouw. droogte water vasthouden bij nieuwbouw. overstromingen minimaal vloerpeil; schuillocaties bij overstromingen. wateroverlast waterberging bij nieuwbouw; maximum aan verharding. Meer mogelijkheden in het omgevingsplan Regels in het bestemmingsplan hadden echter wel enkele beperkingen. Zo was het niet mogelijk om burgers en bedrijven actieve verplichtingen op te leggen (dus verplichte waterberging zonder dat er gebouwd wordt kon niet) en konden er geen regels worden opgelegd voor bestaande situaties, omdat het Rijk verplicht standaard overgangsrecht heeft voorgeschreven dat alle bestaande rechten respecteert. De reikwijdte en de mogelijkheden van het omgevingsplan zijn breder dan die van het bestemmingsplan. Zo kan de gemeente hierin ook aspecten regelen die niet ruimtelijk relevant zijn. Bovendien mag het omgevingsplan wél actieve verplichtingen bevatten en geldt er voor omgevingsplannen geen standaard overgangsrecht meer. Voorbeelden van regels in het omgevingsplan Voorbeelden van regels die in het omgevingsplan kunnen worden opgenomen, zijn uitgewerkt in de factsheets van de Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichten. Waterberging: gemeente of waterschap aan zet? De klimaatopgave vereist actie van iedereen. Zowel de gemeente als het waterschap kan daarbij de onderwerpen wateroverlast en droogte oppakken. In de praktijk wordt daarom weleens de vraag gesteld of de gemeente en het waterschap beide tegelijk regels over waterberging kunnen stellen, of dat een van beide overheden dat moet doen. In de Omgevingswet wordt ervan uitgegaan dat overheden bij het uitoefenen van hun taken en bevoegdheden rekening houden met de taken en bevoegdheden van andere overheden en deze zo nodig met de andere overheden afstemmen (art. 2.2 Ow). Als gemeenten of waterschappen plannen hebben om regels te stellen over waterberging, moeten zij elkaar hierbij dus sowieso betrekken. Dat betekent echter niet dat de Omgevingswet verbiedt dat zowel de gemeente als het waterschap over hetzelfde onderwerp regels stelt. Zij kunnen dat immers doen met een ander belang in het achterhoofd. Voor gemeenten is een bergingseis vooral van belang om overbelasting van de riolering te voorkomen of te beperken op het moment dat de gemeentelijke voorzieningen een hevige bui niet meer kunnen verwerken. Voor het waterschap is het functioneren van de regionale wateren van belang, in die zin dat de bergings- en afvoercapaciteit van watergangen niet wordt overschreden. De tijdschaal waarop deze problemen spelen, is vaak verschillend. Voor gemeenten zijn korte buien van bijvoorbeeld een kwartier of een uur maatgevend, voor waterschappen de langdurige neerslag van bijvoorbeeld een of enkele dagen. Door die verschillen is het aan burgers en bedrijven goed uit te leggen dat beide overheden regels stellen over waterberging. Meer informatie over de kwetsbaarheid van een bepaald gebied voor wateroverlast is te vinden in de notitie Standaarden voor de stresstest wateroverlast. Bij het stellen van de regels moeten gemeenten en waterschappen wel bekijken of zij willen dat de eisen aan waterberging wel of niet cumulatief zijn. In principe zijn regels over hetzelfde onderwerp niet cumulatief; de strengste regel geldt in dat geval. Dus als het waterschap bij nieuwbouw 100 mm waterberging in oppervlaktewater eist en de gemeente 70 mm waterberging, dan voldoet een initiatiefnemer die aan de eis van het waterschap heeft voldaan, ook aan de eis van de gemeente. En andersom: als een initiatiefnemer conform de eis van de gemeente 70 mm waterberging aanlegt in de vorm van infiltratiekratten, dan kan diegene op grond van art. 4.7 Ow toestemming vragen om die 70 mm waterberging als gelijkwaardige maatregel te gebruiken voor waterberging in oppervlaktewater, en dan hoeft hij (als het waterschap daarmee instemt) nog maar 30 mm in oppervlaktewater te bergen om aan de regel van het waterschap te voldoen. Mocht het zo zijn dat de gemeente en het waterschap vinden dat de regels wel cumulatief moeten zijn, dan moeten ze dat expliciet opschrijven. Bijvoorbeeld in deze vorm (voor het omgevingsplan): "Onverminderd de regels over waterberging in de waterschapsverordening, wordt bij nieuwbouw een hemelwaterberging met een minimale capaciteit van <x> l per m2 verhard oppervlak aangebracht en in stand gehouden." Regels ter beperking van opwarming van drinkwaterleidingen Een aspect dat in de Handreiking decentrale regelgeving voor klimaatadaptief bouwen en inrichten nog geen aandacht heeft gekregen, is het beperken van de opwarming van drinkwater in drinkwaterleidingen. Bij langdurige hittegolven kunnen met name de drinkwaterleidingen die onder asfaltwegen liggen, flink opwarmen. Ook warmtenetten die dicht langs drinkwaterleidingen liggen, kunnen tot opwarming van het drinkwater leiden. Die opwarming is nadelig voor de kwaliteit van het drinkwater. Het Drinkwaterbesluit bepaalt ook dat het drinkwater de temperatuur van 25 °C niet mag overschrijden (zie Bijlage A, Tabel IIIa. Indicatoren – Bedrijfstechnische parameters). Gemeenten kunnen met regels in het omgevingsplan ervoor zorgen dat de beïnvloeding van drinkwaterleidingen door andere leidingen beperkt blijft. Een voorbeeld van zo'n regel is hieronder opgenomen. Mogelijke regels over beperken van opwarming van drinkwaterleidingen Artikel x.x Ondergrondse ordening kabels en (drinkwater)leidingen 1. Met het oog op het voorkomen van opwarming van drinkwater worden elektriciteitskabels en leidingen voor een warmtenet op een afstand van minimaal <x> m vanaf een drinkwaterleiding gelegd. 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerste lid als: a. een afstand van minimaal <x> m redelijkerwijs niet mogelijk is; en b. de opwarming van de drinkwaterleiding op een andere geschikte manier wordt voorkomen.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.