Rapportage

De meetinspanning moet uiteindelijk leiden tot tastbare resultaten. In het meetplan moet staan hoe en wanneer u verantwoording aflegt over het bereikte resultaat en hoe u de resultaten inhoudelijk rapporteert. Denk daarbij aan de volgende gangbare rapportagevormen: Storingsrapportage/logboek. Objectgerichte rapportage: geeft bijvoorbeeld inzicht in het functioneren van gemaal, randvoorziening, infiltratievoorziening of meetopstelling, en onderhoudsbehoefte. Systeemgerichte rapportage: geeft inzicht in het functioneren van rioolstelsels als geheel of van het meetnet: komt dit overeen met de verwachting? Managementrapportage: vertaling van de meetresultaten naar concrete maatregelen of beleidsmatige acties. Naast (papieren) rapportages zijn bijvoorbeeld presentaties en workshops mogelijk. Bepaal in het meetplan wat de meest geschikte methode is om de inzichten vast te leggen en over te brengen. Storingsrapportage/logboek De storingsrapportage is een hulpmiddel om een vinger aan de pols te houden rond het functioneren van objecten en systemen. Door de storingsrapportage in de vorm van een digitaal logboek uit te voeren, is de status van storingen voor meerdere gebruikers toegankelijk en kunnen zij de status van bijbehorende acties volgen. Naast de storingen zijn in het logboek onder meer onderhoudsmomenten, ijkingsmomenten, signaleringen en acties op te nemen.   Voor een geautomatiseerde verwerking is het van belang om: alle storingen en meldingen uniform vast te leggen (datum, tijd en duur); te omschrijven op welk object of gebied de storing/melding van toepassing is; aan storingen/meldingen acties te koppelen. Daarnaast moet een vrij veld beschikbaar zijn voor het plaatsen van opmerkingen. Objectgerichte rapportage Als de rapportage een signaalfunctie heeft, kunt u het best een objectgerichte rapportagevorm gebruiken. Denk hierbij aan een overstortapportage of rapportage van de draaiuren van een gemaal. De rapportage is zodanig opgesteld dat afwijkingen vrijwel direct opvallen. In figuur A ziet u een voorbeeld. De overstortingsgebeurtenissen 4 en 12 springen qua overstortingsduur direct in het oog. Uit de rapportage is de oorzaak van de langdurige overstortingsgebeurtenissen niet op te maken, omdat geen relatie is gelegd met de rest van het systeem. Figuur A Voorbeeld objectgerichte overstortrapportage, de opvallende waarden zijn gearceerdVergroot afbeelding Systeemgerichte rapportage Een systeemgerichte rapportage gebruikt u om het functioneren van het systeem samen te vatten. Hierbij gaat het vaak om inzicht in relationele verbanden, bijvoorbeeld tussen het optreden van overstortingsgebeurtenissen, het vullings- en ledigingsgedrag, de pompwerking en neerslag. Figuur A laat een voorbeeld zien van een rapportage die de oorzakelijke verbanden zichtbaar maakt. In figuur B is te zien dat de ledigingstijd na de laatste pompstoring op 27 mei 2008 fors is toegenomen. Dit is mogelijk het gevolg van wijzigingen in de pompopstelling of een verstopte leiding, en waarschijnlijk mede de oorzaak van twee overstortingsgebeurtenissen. Figuur B Voorbeeld systeemgerichte rapportage vullings- en ledigingsgedrag (monotoon stijgende of dalende waterstand), de opvallende waarden zijn gearceerdVergroot afbeelding Andere voorbeelden van maatwerkrapportages zijn het in beeld brengen van het afvoerende oppervlak, de hoeveelheid rioolvreemd water, de maximumpompcapaciteit en de bergingscapaciteit. Hierbij gaat het erom de verschillen tussen theorie en praktijk inzichtelijk te maken. Managementrapportage Een managementrapportage is gericht op het kunnen maken van keuzes. Aan deze rapportage liggen object- en systeemgerichte rapportages ten grondslag. In het kader staat een voorbeeld. Voorbeeld managementrapportage Meetdoelstelling: Het in beeld brengen van effectieve verbeteringsmaatregelen om de vuilemisssie te verminderen.   Uit een vergelijking van het werkelijke en theoretische functioneren van bemalingsgebied X over een meetperiode van twee jaar blijkt het volgende: Vijf van de 22 overstortingsgebeurtenissen zijn het gevolg van een slecht functionerende pomp. Vier overstortingsgebeurtenissen zijn mede veroorzaakt door verstoppingen in het systeem. De overige gebeurtenissen zijn het gevolg van een normaal neerslagpatroon. Effectieve maatregelen om de vuilemissie te verminderen, zijn: Vervanging van de pomp. Plaatselijke intensivering van het onderhoud. Vergelijking van het rioolmodel en de metingen laat voor de overige gebeurtenissen geen systematische afwijking tussen model en meting zien. Aanpassing van het rekenmodel is dus niet noodzakelijk. Naast de nog af te koppelen 2 ha zijn geen aanvullende emissiemaatregelen nodig.