Cookiemelding
We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Status Geautoriseerd door Rioned Exclusief voor leden
Randvoorwaarden werking onderdeel
In tabel A staan de randvoorwaarden voor de werking van een onderdeel. C1 Werking C1.1 Mechanismen inzameling transport/ berging afvoer/ em
In tabel A staan de randvoorwaarden voor de werking van een onderdeel. C1 Werking C1.1 Mechanismen inzameling transport/ berging afvoer/ emissie scheiding water/ stof scheiding water/ gas C1.2 Neveneffecten corrosie erosie geluid trillingen stank C2 Vormgeving C2.1 Geometrie capaciteit aansluiting (x,y,z) stroomprofiel opvang vuil/zand/ slib beluchting/ ontluchting inpassing omgeving C2.2 Stabiliteit belastingen vervormingen aantasting fundering C2.3 Installaties/ Voorzieningen lediging/ transport reiniging luchtbehandeling energievoorziening sturing/ meting C3 Aanleg C3.1 Techniek constructie grondverzet bouwplaats personeel materieel bemaling indentificatie functies bouwtijd C3.2 Procedures vergunningen toezicht veiligheid kwaliteitsborging afvoer/ hergebruik afvalstoffen C4 Objectbeheer C4.1 Uitvoering toegang herkenning functies veiligheidsvoorzieningen inspectiemethode onderhoudsmethode reparatiemethode renovatiemethode vervangingsmethode energiegebruik Tabel A Randvoorwaarden werking onderdeel Toelichting tabel A C1.1 Mechanismen Stelselonderdelen zorgen voor de inzameling (perceelaansluiting), het transport (persleidingen) of de afvoer van afval-, hemel- of grondwater naar oppervlaktewater (overstorten). Bij deze mechanismen kunnen meegevoerde stoffen bezinken. Ook vindt verplaatsing van lucht plaats. Voor elk onderdeel moet u inzicht krijgen in de mechanismen die invloed hebben op: het transportmechanisme (zie tabel B1.1 in Randvoorwaarden omgeving); het type stelsel (zie B1.2 in Randvoorwaarden omgeving); de waterstroom (zie B1.3 in Randvoorwaarden omgeving); de plaats in het systeem (zie B1.4 in Randvoorwaarden omgeving). C1.2 Neveneffecten Het transport van afvalwater kan ongewenste en ongeoorloofde bijwerkingen hebben. Vooral bij een grote concentratie van afvalwater (bij gemalen en bergbezinkvoorzieningen) kan rioollucht tot stankoverlast leiden. Mechanische installaties (gemalen) kunnen geluids- en trillingoverlast veroor-zaken. Daarnaast kan de samenstelling van afvalwater materialen aantasten. Wetgeving en de tolerantie van belanghebbenden bepalen hoeveel maatregelen nodig zijn om overlast te voorkomen. C2.1 Geometrie In het functioneel ontwerp geeft u de capaciteit van een onderdeel aan. De hoofdafmetingen en de aansluitvoorwaarden op andere onderdelen liggen vast. Belangrijk aandachtspunt voor de detaillering is het stromingsgedrag van het water in een onderdeel. U moet een stroomprofiel aanbrengen om bijvoorbeeld neervorming te voorkomen. Neren kunnen leiden tot bezinking. Is deze bezinking noodzakelijk, dan moet u in het onderdeel ruimte reserveren voor de opvang van slib, zand en vuil. Ook is dan een periodieke reiniging nodig. De stroming van afvalwater veroorzaakt verplaatsing van lucht. Zorg daarom bij de vormgeving voor be- en ontluchtingsvoorzieningen. Voorkom luchtinsluiting. Om stankoverlast te vermijden, kunt u onderdelen voorzien van watersloten. Ook is het mogelijk uitmondingen van ontluchtingsleidingen op daken van woningen te plaatsen. Let daarbij op de plaats van dakkapellen. Stelselonderdelen liggen meestal ondergronds. Alleen schakelkasten of bouwwerken voor pompinstallaties zijn zichtbaar. De aanleg van grote voorzieningen als bergbezink- en retentiebassins vereist een zorgvuldige inpassing in de omgeving. C2.2 Stabiliteit Stelselonderdelen moeten bestand zijn tegen belastingen door verkeer, grond, grondwater en vervormingen van de ondergrond. Ook afval- en grondwater kunnen een onderdeel aantasten. Hiermee moet u rekening houden bij de materiaalkeuze en bij de controle van de constructieve dimensionering. Inherent aan de constructieve controle is de keuze van een veiligheidsklasse (kans op bezwijken). C2.3 Installaties/Voorzieningen Voor sommige onderdelen zijn bijzondere voorzieningen nodig. Een rioolgemaal kan niet functioneren zonder een pompinstallatie. De pompen werken niet zonder stroom. Om de pompen centraal aan te sturen en te controleren, is meet- en communicatieapparatuur noodzakelijk. Bovendien kunnen luchtfilters nodig zijn om stank in de directe omgeving te voorkomen. C3.1 Techniek De aanleg van een onderdeel moet zorgvuldig gebeuren. Alleen zo kunt u de kwaliteit van dat onderdeel garanderen. Houd daarmee alvast rekening tijdens de detaillering. Hoe duidelijker en eenvoudiger het detail, hoe minder verwarring tijdens de aanleg. Het tegelijkertijd werken aan verschillende leidingen zorgt voor een complexe situatie. Door verschillende kleuren of materialen te gebruiken, vermindert u de kans op verkeerde aansluitingen. C3.2 Procedures U mag een stelselonderdeel pas aanleggen als u de noodzakelijke vergunningen en toestemmingen hebt. De procedures kunnen per onderdeel sterk verschillen. Meer informatie over de juridische aspecten bij rioleringsactiviteiten vindt u in de module A2000. De uitvoering moet altijd veilig gebeuren. De aanleg in diepe sleuven en het werken in besloten ruimten vragen om een zorgvuldige naleving van de voorschriften uit de Arbowet (opstellen Veiligheids- & Gezondheidsplan). Hiervoor is deskundig toezicht nodig. Een ander belangrijk aandachtspunt is kwaliteitsborging. Door bouwstoffen te keuren, kunt u de geleverde kwaliteit toetsen aan het gewenste resultaat. Staat in normen en praktijkrichtlijnen niets over toelaatbare afwijkingen en keuringsmethoden? Dan moet u deze zelf aangeven voor de specifieke situatie. Denk hierbij zeker aan het opnemen van eisen waarop u uitgevoerd werk gaat toetsen. C4.1 Uitvoering Wat kan de werking van een onderdeel tijdens het gebruik nadelig beïnvloeden? Deze vraag moet u zich tijdens de detaillering al stellen. Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen voor de omliggende afval-, hemel- en grondwaterstelsels. Denk bij de detaillering ook alvast na over reparatie, renovatie of vervanging van onderdelen. Voor inspectie en onderhoud is toegang tot een onderdeel nodig. Komen er mensen aan te pas, dan zijn veiligheidsmaatregelen en eventueel bouwkundige aanpassingen nodig. Denk aan de grootte van de inspectieput of het riool en de stahoogte in een bergbezinkbassin.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.