We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het principe van radar is dat objecten elektromagnetische golven weerkaatsen. Neerslagradar meet de de reflectie van waterdeeltjes in de atmosfeer. Een zender zendt korte, elektromagnetische pulsen uit. Dat kan in horizontale én verticale richting. Waterdeeltjes reflecteren het signaal, zodat het terugkeert naar de zender. Uit de tijd tussen het uitzenden van het signaal en het ontvangen van de reflectie is de reflectielocatie te bepale
Het principe van radar is dat objecten elektromagnetische golven weerkaatsen. Neerslagradar meet de de reflectie van waterdeeltjes in de atmosfeer. Een zender zendt korte, elektromagnetische pulsen uit. Dat kan in horizontale én verticale richting. Waterdeeltjes reflecteren het signaal, zodat het terugkeert naar de zender. Uit de tijd tussen het uitzenden van het signaal en het ontvangen van de reflectie is de reflectielocatie te bepalen. Deze beelden moeten eerst worden gekalibreerd op basis van normale neerslagmetingen. Daarna zijn ze te vertalen naar gemeten neerslag. Vergeleken met gewichtsmetingen zijn optische neerslagbepalingen en radar indirect. De ruimtelijke variatie (verdeling) van neerslag over een gebied kan groot zijn op relatief korte afstand (circa 1 km). Een (horizontale) neerslagradar geeft een gebiedsdekkend beeld van de neerslag. Optische neerslagmetingen en gewichtsmetingen zijn altijd puntmetingen. Het meten van ruimtelijke variatie met puntmetingen kan alleen met meerdere meetpunten. Neerslagradar heeft beperkingen die invloed hebben op de betrouwbaarheid: Alleen grotere waterdeeltjes reflecteren het radarsignaal. Daardoor detecteert de neerslagradar wolkendruppeltjes met een diameter kleiner dan 0,1 mm (terecht) niet als neerslag. Regendruppels met een diameter groter dan 0,5 mm detecteert de radar wel. Maar met motregen (tussen 0,1 en 0,5 mm) heeft de radar moeite. Dit kan leiden tot een onderschatting van de neerslagintensiteit. Ook andere deeltjes dan neerslagdeeltjes weerkaatsen het radarsignaal. Grote objecten kunnen het signaal helemaal blokkeren, zoals hoge gebouwen. Hoe meer van deze verstorende invloeden, des te onbetrouwbaarder het weerkaatste signaal. De betrouwbaarheid van een weerkaatst radarsignaal neemt daarom ook af naarmate de afstand tussen zender en ontvanger toeneemt. Bij hevige regen onderschat de radar de neerslagintensiteit. Een grote concentratie van deeltjes maakt dat niet meer elk deeltje afzonderlijk het signaal reflecteert. Dit is inherent aan het meetprincipe.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.