Voor het schematiseren van putten en vrijvervalleidingen hebt u twee opties:

  1. Het (gewone) rioleringsmodel. U schematiseert alle putten en vrijvervalleidingen (strengen) als knopen en verbindingen in een put-strengmodel. Deze schematisering maakt een nauwkeurige berekening mogelijk van waterstanden en debieten in het rioolstelsel. U gebruikt een dergelijk model wanneer u een hoge graad van nauwkeurigheid wilt bereiken of wanneer de vrijvervalafvoercapaciteit van het stelsel voor de berekening een belangrijke rol speelt.
  2. Het vereenvoudigde rioleringsmodel (voor reeksberekeningen van de emissie). U modelleert de putten en de leidingen van het vrijvervalstelsel gezamenlijk als een reservoir met een bergings-hoogterelatie die u afleidt uit de gegevens van de putten en de strengen. Door de sterke vereenvoudiging gaat detail en nauwkeurigheid verloren; het voordeel is een veel kortere rekentijd.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel