De brongegevens van de putten en leidingen staan in het rioolbeheersysteem van de beheerder. In de afgelopen decennia hebben gemeenten veel basisgegevens in deze beheersystemen vastgelegd. Hierbij gaat het om de ligging (x-, y- en z-coördinaten) en geometrie van de objecten (diameter en materiaal). Dankzij rioolinspecties en modelberekeningen zijn deze gegevens in Nederland relatief goed op orde. Door revisies vlot en secuur bij te werken, blijven de basisgegevens actueel.

Voor een hydraulische berekening hebt u de volgende gegevens nodig:

  • ligging en samenhang van de onderdelen van het rioolstelsel. Het rekenmodel kan overigens ook onderdelen bevatten die niet zijn gekoppeld aan de rest van het stedelijke watersysteem, zoals infiltratievoorzieningen
  • geometrie van de stelselonderdelen;
  • aard en omvang van de aangesloten afvoerende oppervlakken;
  • maaiveldhoogte bij de knopen.

Gegevens controleren

Controleer altijd of de vaste gegevens en bestanden actueel, juist en volledig zijn. Bij de controle beantwoordt u de volgende vragen:

  • Zijn alle noodzakelijke gegevens aanwezig?
  • Zijn de revisiegegevens ingevoerd (relatie tussen data van analoge en digitale revisiegegevens)?
  • Vormen de knopen en verbindingen één geheel? Door de toename van losse infiltratievoorzieningen vraagt dit aspect om meer aandacht, want hierdoor zijn losliggende knopen niet per se onjuist.
  • Komen ongebruikelijke of uitzonderlijke waarden in het bestand voor, zoals profielafmetingen, niet-standaardmaten, extreem grote of kleine afmetingen en extreme bodemverhangen?
  • Zijn alle bob's (binnen-onderkant-buis) en maaiveldniveaus consistent (vrij van onderlinge tegenspraak)? 
  • Komen de maaiveldhoogten uit de revisiegegevens overeen met het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)? Bij een grotereafwijking dan 5 cm moet u de revisiegegevens controleren.

Het is handig om bij de controle een grafische presentatie te gebruiken, zodat u bijvoorbeeld de samenhang van knopen en verbindingen kunt controleren. De actualiteit en juistheid van de vaste gegevens in het rioolbeheersysteem kunt u vergroten door bij routine-inspecties ook de vaste gegevens in het veld te controleren. Let wel op dat het beheersysteem fouten die voortkomen uit visuele inspectie (bijvoorbeeld een verkeerd vastgestelde diameter) niet direct overneemt. Controleer altijd verschillen in waargenomen diameters.

Revisiegegevens in beheersysteem én model verwerken

In de praktijk importeren modelleurs de brongegevens soms niet vanuit het rioolbeheersysteem, omdat zij werken met een bestaand rekenmodel. Dan is het wel belangrijk om de tussentijds verwerkte revisiegegevens in het rekenmodel mee te nemen. Ook worden revisies soms alleen in het rekenmodel doorgevoerd. Maar dit is niet aan te bevelen. Het is erg belangrijk dat de gegevens in het rioolbeheersysteem actueel zijn, mede vanwege de verplichte gegevensuitwisseling in het kader van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON).

Toestandsaspecten van het rioolstelsel in het model meenemen

Voor gedetailleerde berekeningen van het hydraulisch functioneren van rioolstelsels kan het noodzakelijk zijn om in het rekenmodel behalve vaste gegevens ook defecten mee te nemen die van invloed zijn op het hydraulisch functioneren, zoals wortelschermen. Deze gegevens haalt u uit rioolinspecties en moet u (afhankelijk van de gebruikte software) omzetten naar hydraulische kenmerken. Zo kunt u een wortelscherm bijvoorbeeld schematiseren als een doorlaat en kunt u een vast sedimentbed meenemen door in het rekenmodel de diameter te verkleinen en/of de wandruwheid te vergroten.

In Stap VII vindt u informatie over hoe u de kwaliteit van de basisgegevens controleert.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel