We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeente maakt het grondwateraspect (als onderdeel van de watertoets) concreet in het omgevingsplan. Niet alleen in de toelichting hierop maar ook in concrete bouw- en gebruiksregels die als toetsingskader fungeren bij bijvoorbeeld de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit. De Omgevingswet biedt hiervoor ruime mogelijkheden en daarmee kansen om ook juridisch werk te maken van bijvoorbeeld klimaatadaptatie.
In de planfase maakt de gemeente het omgevingsplan, dat als ontwerp ter inzage wordt gelegd. In het kader van de watertoets gaat de waterbeheerder na of het waterbelang, waaronder het grondwateraspect, hierin goed is geborgd. Gemeente en waterbeheerder werken hier idealiter goed samen. Regels opnemen in het omgevingsplan In relatie tot grondwater kan de gemeente in het omg
In de planfase maakt de gemeente het omgevingsplan, dat als ontwerp ter inzage wordt gelegd. In het kader van de watertoets gaat de waterbeheerder na of het waterbelang, waaronder het grondwateraspect, hierin goed is geborgd. Gemeente en waterbeheerder werken hier idealiter goed samen. Regels opnemen in het omgevingsplan In relatie tot grondwater kan de gemeente in het omgevingsplan bijvoorbeeld regels opnemen voor: Bouw-/vloerpeilen, zoals een bouwregel die de minimale vloerhoogte bepaalt (bouwen boven een bepaald peil). Aanlegactiviteiten, zoals een vergunningplicht voor graafwerkzaamheden met een bepaalde diepte. Daarbij kan de gemeente ook uitzonderingen opnemen, bijvoorbeeld voor werkzaamheden aan drinkwaterleidingen die een drinkwaterbedrijf uitvoert. Het al dan niet toestaan van kruipruimten en/of andere ondergrondse constructies. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat in (relatief) 'natte gebieden' geen kruipruimten worden gebouwd. In de (factsheets van de) Handreiking decentrale regelgeving klimaatadaptief bouwen en inrichtenstaan uitgewerkte voorbeelden van mogelijke regels in het omgevingsplan. Naast bijvoorbeeld regels om wateroverlast te voorkomen, vindt u hier ook regels die bruikbaar zijn in de strijd tegen droogte. Belangrijk voordeel van het opnemen van regels in het omgevingsplan, is dat aanvragen voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit ('bouwvergunning') hieraan worden getoetst. Als een aanvraag niet in lijn is met deze regels mag de vergunning niet worden verleend. In dat geval zal de aanvrager de aanvraag moeten aanpassen. Omgevingswet biedt ruime mogelijkheden voor regels Onder de oude Wet ruimtelijke ordening had de gemeente met beperkingen te maken. Regels in bestemmingsplannen waren feitelijk doelvoorschriften. Dit betekende dat de regels geen betrekking mochten hebben op de uitvoeringswijze. Daarbij was een bestemmingsplan een 'toelatingsplan' (geen verbodsplan dus) waarin de gemeente geen 'positieve verplichtingen' kon opleggen. Zo kon zij bijvoorbeeld geen drainagekratten voorschrijven of eisen stellen aan de waterdoorlatendheid van ophoogmateriaal (grond). Dergelijke zaken moest de gemeente bijvoorbeeld regelen in een exploitatieovereenkomst of exploitatieplan. Onder de Omgevingswet is er veel meer mogelijk. De hiervoor genoemde positieve verplichtingen zijn nu bijvoorbeeld wel mogelijk. Dat geeft de gemeente dus meer opties om bijvoorbeeld projectontwikkelaars/bouwers te sturen bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Zo kan zij ook juridisch beter werk maken van klimaatadaptatie (inclusief waterrobuust bouwen). Onder de Omgevingswet kan de gemeente ook exploitatieregels opnemen in het omgevingsplan (art. 12.5 Ow). Deze regels vormen de opvolger van het exploitatieplan op grond van de Wet ruimtelijke ordening. De exploitatieregels kunnen onder andere gaan over de inrichting van het exploitatiegebied ofwel de fase van het bouwrijp maken hiervan (zie hiervoor de Inrichtingsfase). Afstemming met (grond)waterbeleid in water- en rioleringsprogramma De gemeente moet het omgevingsplan ook afstemmen met het Water- en rioleringsprogramma (voorheen: gemeentelijk rioleringsplan), waarin zij haar watertaken (waaronder de grondwatertaak) concreet heeft gemaakt. Met de afstemming houdt zij nadrukkelijk rekening met (grond)water bij het evenwichtig toedelen van functies aan locaties en de inrichting hiervan.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.