We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
A Algemeen Figuur A laat zien waaruit een perceelaansluiting kan bestaan: een aansluitleiding tussen een gebouw en de afval- of hemelwaterleiding; een flexibele aansluiting van de aansluitleiding op de afvalwaterleiding of hemelwatervoorziening om zettingsverschillen op te vangen; een voorziening voor ontstopping van de aansluitleiding; een voorziening voor de be- en ontluchting; li
A Algemeen Figuur A laat zien waaruit een perceelaansluiting kan bestaan: een aansluitleiding tussen een gebouw en de afval- of hemelwaterleiding; een flexibele aansluiting van de aansluitleiding op de afvalwaterleiding of hemelwatervoorziening om zettingsverschillen op te vangen; een voorziening voor ontstopping van de aansluitleiding; een voorziening voor de be- en ontluchting; een voorziening voor overloop van hemelwater bij overbelasting. Figuur A Perceelaansluiting De perceelaansluiting stelt u tijdens de aanleg samen op basis van standaardhulpstukken. Hierbij bepaalt het gekozen materiaal de uitvoeringswijze. Om de ligging en afmetingen van de perceelaansluitingselementen later te kunnen terugvinden, is revisie noodzakelijk. Een perceelaansluiting bevindt zich meestal in zowel openbare als particuliere grond. Zorg voor een goede afbakening van verantwoordelijkheden van de rioleringsbeheerder en de aangesloten particulier. Dat is essentieel voor het beheer van de perceelaansluiting (zie Technische eisen riolering en aansluiting voor aanwijzingen). Aanleg U kunt de aansluitleiding pas laten aanleggen als de sleuf van de leidingen in de straat is aangevuld en verdicht. In de praktijk kunt u bij de inrichting van bouwstraten uitleggers (een gedeelte van de aansluitleiding) aanbrengen tot aan de rand van de tijdelijke verharding. De perceelaansluiting tot aan de perceelgrens volgt in een later stadium. Voor de perceelaansluiting geeft de rioleringsbeheerder (via de bouwvergunning) een aansluithoogte aan. Laat de sleuf voor de aansluitleiding op de juiste diepte ontgraven. Zo blijft de verdichte ondergrond zo veel mogelijk intact. Zorg bij het aanvullen van de sleuf voor verdichting van de grond naast de (kunststof) leiding. Dat is belangrijk om de noodzakelijke horizontale steundruk te ontwikkelen, zonder te grote vervormingen. Om nadelige puntbelastingen te vermijden, mag de aanvulgrond geen scherpe voorwerpen en bonken bevatten. Functioneren Een perceelaansluiting heeft in principe een zelfreinigende werking. Functioneert de perceelaansluiting niet goed door herhaaldelijke verstopping, bijvoorbeeld door worteldoorgroei of onvoldoende afstroming? Dan is de perceelaansluiting aan vervanging toe. Andere redenen voor slecht functioneren zijn: het bezwijken van de aansluitleiding door (overmatige) zetting of te grote bovenbelasting (zwaar verkeer); onvoldoende ontluchting; bevriezing bij onvoldoende dekking en afstroming; een te hoge waterstand in het riool. De perceelaansluiting heeft een nadelige invloed op het functioneren van de riolering als geheel als: u te veel (verhard) oppervlak aansluit; de aansluiting verkeerd is (bijvoorbeeld een dwa-aansluitleiding op een hwa-riool); ontoelaatbare lozingen plaatsvinden. B Toepassing C1.1 Mechanismen Inzameling afval- en regenwater woning Inzameling onder vrijverval Ont- en beluchting via binnenriolering (zie Be- en ontluchting) C2.1 Geometrie Gescheiden aansluiting afval- en hemelwater vanuit woning conform Bouwbesluit Aansluiting via inlaat boven in straatriool Aansluitlengte < 20 m Afschot van aansluitleiding 1:100 Diameter aansluitleiding minimaal 125 mm Gronddekking bij de gevel minimaal 0,60 m, bij verhardingen op openbaar terrein minimaal 0,70 m Kruising (nuts)leidingen Toepassen van flauwe bochten (maximaal 45°) bij richtingsverandering C2.2 Stabiliteit Flexibele aansluiting nabij gevel en zettingsmof nabij riool Fundering op staal Materiaal PVC SN8 (voorheen klasse 34) C2.3 Voorziening Toepassing ontstoppingsstuk Toepassing ontlastput C3.1 Techniek Aanleg in open sleuf na aanleg straatriool C3.2 Procedure Lozing conform Wet milieubeheer of Wvo indirecte lozingen van aangewezen categorieën (zie Lozen) Controle aanleg aansluiting door rioleringsbeheerder C4.1 Beheer Ontstoppingsmogelijkheid nabij beheergrens Geen reiniging Tabel A Reguliere toepassing perceelaansluiting C1.1 Mechanismen Inzameling afval- en hemelwater bedrijven Inzameling afval- en hemelwater gestapelde woningbouw Inzameling afvalwater woonschepen Inzameling afvalwater verspreide bebouwing (afstand riolering > 40 m) Vermindering pieklozing hemelwater door benutting, berging of infiltratie C2.1 Geometrie Aansluitsysteem (spinnenkop of parallelriool) Aansluitlengte > 20 m C2.2 Stabiliteit Materialen anders dan PVC Fundering op staal met grondverbetering C2.3 Voorziening Toepassing monsternameput Toepassing van lozingsvoorzieningen (olie- en vetafscheiders, slibafscheider) Aansluiting onder druk C3.1 Techniek C3.2 Procedure Wvo-vergunning voor lozing (zie module A3200) C4.1 Beheer Tabel B Bijzondere toepassing perceelaansluiting C Aanbevelingen Een ontstoppingsstuk in een aansluitleiding kunt u het best plaatsen op een locatie waar de beheerder er altijd bij kan. Daarvoor zorgt u door bijvoorbeeld een ontstoppings- of controleput te plaatsen. Zo kunnen ook later aangelegde kabels en leidingen de toegang niet blokkeren. De perceelgrens is voor de gemeente meestal de beheergrens. Als een aansluitleiding verstopt raakt, moet de beheerder kunnen bepalen waar de blokkade zit. Ook moet hij de oorzaak achterhalen. Breng het ontstoppingsstuk daarom bij voorkeur dicht bij de beheergrens aan. Geef de functie van een aansluitleiding (dwa of hwa) consequent aan door kleur- of materiaalgebruik. Samen met een duidelijke vastgelegde plaatsbepaling van het aansluitpunt beperkt u zo de kans op verkeerde aansluitingen. De putdeksels in de straat sluiten het riool nagenoeg luchtdicht af om stank te voorkomen. Ont- en beluchting gebeurt voornamelijk via binnenriolering. Bij gebrekkige ontluchting bestaat het gevaar voor het wegblazen van watersloten (toiletten). Dit kan gebeuren als een riool snel vol raakt met hemel- of spoelwater door reiniging onder hoge druk. Voorzie de buitenriolering gelet op mogelijke stankoverlast daarom pas van ont- en beluchting als u dit niet kunt verbeteren via de binnenriolering. Ontluchtingsmogelijkheden voor de buitenriolering zijn bijvoorbeeld roosterdeksels, ontluchtingsleidingen en openingen in de haalkommen van putdeksels.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.