Meten grondwaterstanden

Peilbuislocaties De locatie van de peilbuizen kiest u op basis van het meetdoel. Houd er hierbij rekening mee dat er vaak grote verschillen in bodemopbouw zitten tussen wegcunetten, trottoirs, groenstroken en particulier terrein. Bij een algemeen/wijkgericht grondwateronderzoek is het hoofddoel vaak het afbakenen van gebieden met grondwateroverlast. Wilt u inzicht krijgen in de relatie tussen grondwater en oppervlaktewater, houd hiermee dan rekening bij de locatiekeuze van de peilbuizen. Plaats de peilbuizen in dat geval bijvoorbeeld in een raai dwars op een watergang. Hetzelfde geldt als u wilt weten wat de mogelijke effecten zijn van drainerende riolering, en wat de invloedssfeer daarvan is. Laat altijd een goede boorbeschrijving maken van de geplaatste peilbuis. Algemene aandachtspunten bij de locatiekeuze zijn: Bereikbaarheid. Plaats een peilbuis niet midden in een drukke weg, en ook niet op een parkeerplaats; de peilbuis moet bereikbaar zijn voor (controle)metingen van de grondwaterstanden. Ditzelfde geldt trouwens ook bij het plaatsen van peilbuizen op particulier terrein. Afspraken hierover met de eigenaar zijn van belang.  Bomen. Plaats een peilbuis niet onder een grote boom. Verdamping door de boom kan de grondwaterstand in het groeiseizoen sterk beïnvloeden.  Bedenk goed op welke diepte de grondwaterstand gemeten moet worden. Het filter van de peilbuis moet op deze diepte zijn afgestemd. Grondwaterstandsmetingen kunnen bijvoorbeeld worden gedaan: boven en onder een ondiepe storende bodemlaag om kwel of wegzijging aan te tonen; in de ophooglaag om aan te tonen of grondwateroverlast wordt veroorzaakt door tijdelijke pieken in de grondwaterstanden in de ophooglaag als gevolg van neerslag; in de deklaag en in het eerste watervoerende pakket om de mate van kwel of wegzijging te bepalen. Overigens zijn diepere peilbuizen duurder om te plaatsen dan ondiepe. Ga daarom na of archiefgegevens al een voldoende beeld van de grondwaterfluctuaties in het eerste watervoerende pakket geven. (Een toelichting op de begrippen kwel en wegzijging vindt u op de pagina Geohydrologie, onderdeel van Basiskennis grondwater.)  Voorbeelden inrichten peilbuizenmeetnet Bij onderzoek op pandniveau: maak een dwarsraai van peilbuizen. Bijvoorbeeld in de weg, voor de woning en achter de woning.  Bij onderzoek naar de werking/invloedssfeer van een watergang of een drainageleiding, of naar de drainerende werking van een lekke riolering: maak een dwarsraai van peilbuizen op de watergang of de riolering.  Bij voorspellend onderzoek naar de werking/invloedssfeer van drainage, of bij verklarend onderzoek naar de invloedssfeer van lekke riolering is het belangrijk dat u inzicht hebt in de bodemopbouw en de grondwaterstanden op verschillende afstanden. Een raai met peilbuizen biedt dan uitkomst. Bij verkennend onderzoek op buurtniveau om de omvang van wateroverlast af te bakenen bepaalt u de locaties op basis van de verwachting waar wel of niet sprake is van een te hoge/lage grondwaterstand. Hierbij geldt dat de hoogste grondwaterstand in de winterperiode zich vaak in het midden van een buurt bevindt, op de grootste afstand van het oppervlaktewater.