Passieve technieken voor foutaansluitingenonderzoek

Onderzoeksperiode bij passieve technieken Als u een passieve opsporingstechniek gebruikt, moet u een onderzoeksperiode kiezen waarbij de kans op een lozing groot is. Wilt u bijvoorbeeld foutaansluitingen van hemelwater op het vuilwaterriool vinden, dan moet u dit doen tijdens neerslag of gedurende een langere periode waarbinnen meer dan eens neerslag valt. Wilt u foutaansluitingen van vuilwater op het hemelwaterriool onderzoeken in een woonwijk, dan kan de hoogzomerperiode minder geschikt zijn, omdat dan veel bewoners op vakantie zijn en dus niet lozen. Om lozingen van recreatie en horeca te onderzoeken, is de vakantieperiode juist wel geschikt. De volgende passieve technieken kunt u gebruiken: Veldwaarnemingen ('putten kijken'): Bij veldwaarnemingen opent u inspectieputten van het hemelwaterriool en ziet en ruikt u eventuele vervuiling door vuilwaterlozingen. Camera-inspectie: U inspecteert het hemelwaterriool met een camera waarmee u vervuiling door vuilwaterlozingen in beeld brengt. Gaashekken: In het hemelwaterriool plaatst u tijdelijk gaas dat vervuiling van eventueel aanwezige vuilwaterlozingen afvangt, zoals toiletpapier en doekjes. Na enkele dagen kunt u visueel vaststellen of inderdaad sprake is van vervuiling die niet in het hemelwaterriool thuishoort. Waterkwaliteitssensoren: Een afwijkende waterkwaliteit, vooral in de hemelwaterriolering, kan een indicatie zijn voor foutaansluitingen. Met waterkwaliteitssensoren (waaronder ammonium- en temperatuursensoren) kunt u de kwaliteit en de variatie in de tijd meten. Distributed Temperature Sensing (DTS): Een afwijkende rioolwatertemperatuur kan een indicatie zijn voor foutaansluitingen. Met DTS meet u met een lange glasvezelkabel de temperatuur in het vuilwater- of hemelwaterriool en de variatie in plaats en tijd. Als alternatief kunt u een kabel gebruiken met verschillende kleine temperatuursensoren (sensorkabel). Bemonstering en analyse van rioolwater: In vuilwater zijn meer en andere vervuilende stoffen aanwezig dan in hemelwater. Door steekmonsters van het rioolwater te nemen en deze te analyseren, kunt u specifieke stoffen opsporen die niet in het hemelwaterriool thuishoren en een indicatie zijn voor foutaansluitingen. Bemonstering en analyse met 'passive samplers': Bij passieve bemonstering verzamelt u geen watermonsters, maar gebruikt u een 'passive sampler' die de stoffen in het water aan zich bindt. Zo kunt u vrij eenvoudig meerdere dagen in het hemelwaterriool meten. Hierdoor neemt de kans toe dat u een specifieke stof detecteert die via foutaansluitingen wordt geloosd. Hydraulische metingen: Foutief aangesloten hemelwaterafvoeren op de vuilwaterriolering kunnen het stelsel hydraulisch overbelasten. U kunt de hydraulische belasting met metingen en analyses inzichtelijk maken. Zeker als er al voldoende metingen van de gemalen beschikbaar zijn, kunt u zo eenvoudig en snel foutaansluitingen op de vuilwaterriolering aantonen. Naast deze passieve technieken zijn er verschillende actieve technieken om foutaansluitingen op te sporen.