We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Bij passieve bemonstering neemt u geen steekmonsters van het rioolwater (zoals bij 'gewone' bemonstering), maar gebruikt u een 'passive sampler' die de stoffen in het water aan zich bindt. Zo kunt u vrij eenvoudig meerdere dagen in het hemelwaterriool meten. Hierdoor neemt de kans toe dat u een specifieke stof detecteert die via foutaansluitingen wordt geloosd. Nadelen zijn dat u geen exacte concentraties kunt bepalen en geen inzicht krijgt in het type en de locatie van de foutaansluiting.
Typen passive samplers Passive samplers zijn er in diverse vormen: Zeer eenvoudige uitvoeringen (in essentie een behuizing met een prop watten) houden vooral onopgelost vuil vast en zijn niet specifiek in de stoffen die ze binden (zie figuur A). Geavanceerdere vormen hebben een membraan met daarin een sorbtiemiddel (Engels: sorbent), een chemische stof waaraan specifieke stoffen in het water zeer goed binden.
Typen passive samplers Passive samplers zijn er in diverse vormen: Zeer eenvoudige uitvoeringen (in essentie een behuizing met een prop watten) houden vooral onopgelost vuil vast en zijn niet specifiek in de stoffen die ze binden (zie figuur A). Geavanceerdere vormen hebben een membraan met daarin een sorbtiemiddel (Engels: sorbent), een chemische stof waaraan specifieke stoffen in het water zeer goed binden. Figuur A Passieve bemonstering in de riolering (Bron: Partners4UrbanWater) Vergroot afbeeldingVergroot afbeelding Meer informatie vindt u op de pagina Passieve bemonstering. Als u deze techniek gebruikt om foutaansluitingen op te sporen, hebt u meestal aan een eenvoudige passive sampler (het wattenstaafje) genoeg. Locatiekeuze Bij de locatiekeuze kunt u dezelfde criteria hanteren als bij het onderzoek met steekmonsters en waterkwaliteitssensoren. Passive samplers zijn meestal veel goedkoper dan waterkwaliteitssensoren, dus deze kunt u op meer locaties tegelijk inzetten. U kunt eventueel ook de analyse van meerdere passive samplers combineren. Dan kunt u met één analyse aantonen of een bepaalde stof aanwezig is. Als dit het geval is, kunt u met vervolganalyses op afzonderlijke samplers meer inzicht krijgen in waar de foutaansluiting ongeveer zit. Bemonsteringsperiode De passive sampler moet de tijd hebben om een detecteerbare hoeveelheid verontreinigingen aan zich te binden. Bij hoge concentraties verontreinigingen kan dit al binnen enkele uren, maar de meerwaarde van deze methode ligt vooral in een bemonsteringsperiode van meerdere dagen. Passieve bemonstering is een relatief nieuwe techniek om foutaansluitingen op te sporen, de optimale bemonsteringsperiode is nog niet goed uitgezocht. Welke stoffen? U moet een stof kiezen die specifiek is voor de mogelijke foutaansluitingen en die niet voorkomt in afstromend hemelwater. Met passieve bemonstering kunt u namelijk wel aantonen dat stoffen aanwezig zijn, maar ten opzichte van 'gewone' watermonsters is het veel moeilijker om een concentratie nauwkeurig te bepalen. De aanwezigheid van een stof (en niet zozeer de concentratie) moet dus uitsluitsel geven. Bij passieve bemonstering is het verder van belang dat een stof kan hechten aan het sorbtiemiddel. Zeer sterk oplosbare stoffen zijn minder geschikt (tenzij u daarvoor een duurdere, geavanceerde passive sampler gebruikt). U kunt denken aan de volgende parameters: Wasmiddelen: zowel de witmakers als de detergenten in de wasmiddelen kunt u aantonen op basis van een laboratoriumanalyse van passive samplers. Biomarkers zoals bacteriën en bacteriofagen die specifiek zijn voor menselijke ontlasting, zoals de crAssfaag. U kunt deze aantonen met een PCR- of qPCR-test. Meer informatie vindt u bij Bemonstering en analyse voor foutaansluitingenonderzoek. Beperkingen Geen precieze concentratiemeting Met passieve bemonstering kunt u een stof aantonen, maar geen exacte concentratie bepalen. Daardoor kunt u locaties onderling dus niet vergelijken op basis van de gemeten concentratie, wat met steekmonsters wel kan. Geen inzicht in locatie Passieve bemonstering geeft geen inzicht in het type (niveau 1, 2 of 3) en de exacte locatie van de foutaansluitingen. Om de foutaansluitingen exact te lokaliseren, moet u dus vervolgonderzoek doen met een techniek die zich daarvoor wel leent.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.