We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Een optische disdrometer meet de lokaal gevallen neerslag indirect met een laser. Hierdoor kunt u neerslag in een relatief groot bereik (tot 1.200 mm/h) meten. Ook herkent deze meter het type neerslag (sneeuw, hagel of regen). Op deze pagina vindt u meer informatie over het meetprincipe, de belangrijke kenmerken en de meetnauwkeurigheid.
Figuur A Optische disdrometer (Bron: Neerslaginformatie voor het bebouwde gebied, RIONEDreeks 16) a class="js-lightbox" data-effect="mfp-zoom-in" href="/documents/20182/3012126/St
Figuur A Optische disdrometer (Bron: Neerslaginformatie voor het bebouwde gebied, RIONEDreeks 16) Vergroot afbeelding Meetprincipe Een optische disdrometer meet neerslag indirect met een laser (zie figuur B). De meter heeft een zender en een ontvanger. Een deeltje dat door de laserstraal valt, dooft de straal deels uit. Een sensor vangt de uitgezonden laserstraal op en meet de mate waarin het deeltje de straal heeft uitgedoofd1, 2. Uit het bewerken van het ontvangen signaal volgt een schatting van de grootte en snelheid van het deeltje dat door de laserstraal valt. Dit deeltje kan een regendruppel, een sneeuwvlok of een hagelsteen kan zijn. Dit resulteert in de neerslagintensiteit op dat moment. Figuur B Meetprincipe optische disdrometer (Bron: Metrology in Urban Drainage and Stormwater Management: Plug and Pray (2021)) Vergroot afbeelding Meetopstelling en installatie Voor betrouwbare metingen moet de opstelling van een optische disdrometer aan enkele eisen voldoen (zie de pagina Lokale neerslagmeter). Bij het installeren van de meter zelf kunt u de specificaties van de leverancier volgen. Toepassing Een optische disdrometer kan het type neerslag herkennen (sneeuw, hagel of regen). Hierdoor kunt u eenvoudig vaststellen of er regen of sneeuw is gevallen. Omdat de optische disdrometer erg gevoelig is, kan deze ook zeer kleine hoeveelheden neerslag (mist of motregen) detecteren. Het meetbereik loopt van 0,001 mm/h tot 1.200 mm/h. Nadelen van de optische disdrometer zijn: wind heeft een negatieve invloed op de meting (net als bij andere neerslagmeters); de schatting van de grootte en snelheid van een druppel is gebaseerd op theoretische druppelvormen die in werkelijkheid vaak anders zijn1; bij kleine tijdstappen is er kans op foutieve metingen, dit komt door het kleine meetgebied tussen zender en ontvanger3, 4 (tot 15% afwijking in de neerslagintensiteit bij tijdstappen van 1 minuut en afnemend bij grotere tijdstappen). Verschillende onderzoeken concluderen dat disdrometers even betrouwbaar zijn als de andere gangbare lokale neerslagmeters5, 6, 7,8. Onderhoud Optische disdrometers vergen weinig onderhoud. Bij een goede opstelling kan de meter lange tijd goed werken. Kalibratie is niet of nauwelijks nodig. Als dit wel moet gebeuren, moet een specialistisch bedrijf de kalibratie uitvoeren, dat kunt u niet zelf doen. Een vaste onderhoudsfrequentie is niet aan te geven. Wel kunt u de verzamelde neerslaggegevens controleren met neerslagmeters in de omgeving en op basis daarvan vaststellen of onderhoud nodig is. Nauwkeurigheid De indirecte neerslagmeting en de schatting van de neerslagintensiteit brengen onzekerheden met zich mee. De meetonzekerheid is ongeveer 5%. 1 Battaglia A., Rustemeier E., Tokay A., Blahak U. & Simmer C. (2010). PARSIVEL snow observations: a critical assessment. Journal of Atmospheric and Oceanic Technology, 27 (2), 333 – 344. doi: org/10. 1175/2009JTECHA1332.1. 2 Ellis R. A., Sandford A. P., Jones G. E., Richards J., Petzing J. & Coupland J. M. (2006). New laser technology to determine present weather parameters. Measurement Science and Technology, 17, 1715 – 1722. doi: 10.1088/0957-0233/17/7/009. 3 Jaffrain J. & Berne A. (2012a). Influence of the subgrid variability of the raindrop size distribution on radar rainfall estimators. Journal of Applied Meteorology and Climatology, 51 (4), 780 – 785. doi: 10.1175/ JAMC-D-11-0185.1. 4 Jaffrain J. & Berne A. (2012b). Quantification of the small-scale spatial structure of the raindrop size distribution from a network of disdrometers. Journal of Applied Meteorology and Climatology, 51 (5), 941 – 953. doi: 10. 1175/JAMC-D-11-0136.1. 5 Brawn D. & Upton G. (2008). Estimation of an atmospheric gamma drop size distribution using disdrometer data. Atmospheric Research, 87 (1), 66 – 79. doi: 10.1016/ j.atmosres.2007.07.006. 6 Jaffrain J. & Berne A. (2011). Experimental quantification of the sampling uncertainty associated with measurements from PARSIVEL disdrometers. Journal of Hydrometeorology, 12 (3), 352 – 370. doi: 10. 1175/ 2010JHM1244.1. 7 Krajewski W. F., Kruger A., Caracciolo C., Golé P., Barthes L., Creutin J.-D., Delahaye J.-Y., Nikolopoulos E. I., Ogden F. & Vinson J.-P. (2006). DEVEX-disdrometer evaluation experiment: basic results and implications for hydrologic studies. Advances in Water Resources, 29 (2), 311 – 325. doi: 10.1016/ j.advwatres.2005.03.018. 8 Belenguer F. M., Martínez-Millana A., Salcedo A. M., Sánchez V. M. & Anaya M. J. P. (2020). Disdrometer performance optimization for use in urban settings based on the parameters that affect the measurements. Symmetry, 12 (2), 303, 19 p. doi: 10.3390/sym12020303.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.