We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Stelsels voor het afvoeren van vuil-, hemel-, en grondwater spreken mogelijk het meest tot de verbeelding bij het sturen van waterstromen. Het oppervlaktewater in en rond stedelijk gebied staat doorgaans ook ten dienste van het stedelijk gebied. Tegelijkertijd is er soms een grote relatie of uitwisseling met het oppervlaktewater buiten de stad of het dorp. Hoewel je een waterpartij soms ook als onderdeel van een hemel- en/of grondwaterstelsel zou kunnen zien, wordt het oppervlaktewater in de indeling op deze pagina beschouwd als een apart systeem.
Buffercapaciteit in stedelijk gebied Wanneer stedelijk gebied (opnieuw) wordt ingericht, moet er voldoende ruimte gecreëerd worden voor het vasthouden en bergen van overtollig water, zodat dit niet ten laste komt van het landelijk gebied. Dit betekent een zodanige buffercapaciteit dat niet meer water dan de overeengekomen afvoernorm het projectgebied verlaat. Wanneer een gebied wordt ontwikkeld, moet de toename va
Buffercapaciteit in stedelijk gebied Wanneer stedelijk gebied (opnieuw) wordt ingericht, moet er voldoende ruimte gecreëerd worden voor het vasthouden en bergen van overtollig water, zodat dit niet ten laste komt van het landelijk gebied. Dit betekent een zodanige buffercapaciteit dat niet meer water dan de overeengekomen afvoernorm het projectgebied verlaat. Wanneer een gebied wordt ontwikkeld, moet de toename van bufferend wateroppervlak steeds ten minste in verhouding zijn met de toename van verhard oppervlak. Oppervlaktewater biedt een ruime gelegenheid voor waterberging rond het gebruikelijke waterpeil. Bovendien past er bij extreme neerslag in de meeste gevallen heel veel water in de waterpartijen voordat deze overlopen. Beheerbaarheid beïnvloedt het ruimtegebruik Waterschappen hebben een verordening met regels die waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken moeten beschermen; de keur. De keur bepaalt dat aan weerszijden van een belangrijke watergangen, A-watergangen, een onderhoudsstrook van enkele meters vrijgehouden moet worden. In sommige gevallen is ontheffing hiervan mogelijk, op voorwaarde dat de beheerbaarheid en de mogelijkheid tot onderhoud gewaarborgd zijn. In de afspraken tussen waterschap en gemeente moeten de volgende zaken in elk geval aan de orde komen: de obstakelvrije zone van de oevers; de doorvaarbaarheid van enkele duikers; het aanwijzen van vuiltrekplaatsen (plaatsen waar vuil en maaisel tijdelijk worden afgezet in afwachting van inzameling); plaatsen om onderhoudsboten te water te laten en uit het water te halen, en eisen die hieraan worden gesteld; de beschikbaarheid van een baggerdepot. Waterkwaliteit en ecologie Duikers moeten aan de ene kant groot genoeg zijn; hierbij spelen ecologie en de mogelijkheid om onderhoud aan de duikers uit te voeren een rol. Aan de andere kant moeten ze ook niet onnodig groot zijn: hooguit de lengte die benodigd is voor de breedte van de kruisende infrastructuur. De afmetingen en de hoogteligging moeten zodanig zijn dat de duikers het water niet te veel opstuwen en de waterkwaliteit niet onnodig negatief beïnvloeden. Een ecologisch uitgebalanceerde inrichting draagt bij aan de waterkwaliteit. In het inrichtingsplan moet ernaar worden gestreefd om zoveel mogelijk natuurvriendelijke oevers toe te passen. Uitgangspunt hierbij is dat ten minste de helft van de oevers van de watervoerende singels in het hoofdsysteem natuurvriendelijk wordt uitgevoerd. Overkluizingen, bijvoorbeeld in de vorm van duikers, moeten met terughoudendheid worden toegepast. De voorkeur gaat uit naar bruggen. Daar waar een overkluizing wordt toegepast, moet deze zo kort mogelijk zijn. Duikers kunt u met looprichels of soortgelijke technieken passeerbaar maken voor kleine oevergebonden dieren. Nieuwe gemalen moeten visvriendelijk worden uitgevoerd. Watervoerende watergangen moeten circulatiemogelijkheden hebben, om een voldoende waterkwaliteit te waarborgen. Dit betekent dat watergangen niet doodlopend mogen zijn. Indien watergangen droogvallend worden uitgevoerd, geldt deze eis niet.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.