Opinie Hugo Gastkemper

Water: het vergeten verkiezingsthema?

Publicatiedatum 09 april 2018
Opinie - Hugo Gastkemper

‘Water’ lijkt geen politiek thema bij de gemeenteraadsverkiezingen. Maar bestuurlijk kunnen de nieuwe colleges aan de bak met klimaatadaptatie in samenhang met andere maatschappelijke thema’s. Hierbij een vooruitblik.

Niemand zal er de komende jaren aan ontkomen: de klimaatverandering zet door. We krijgen met extremer weer te maken. Meer hitte, meer droogte, maar ook meer regen, in een vorm die we nog niet kennen. Op dit moment vinden we buien waarbij in een uur 40 tot 60 mm naar beneden komt al fors. Maar volgens deskundigen moeten we voor de toekomst rekening houden met hoosbuien vanaf 90 mm per uur.

En dat betekent dus overlast. Straten en kelders lopen onder. Om ernstige problemen vanwege een tekort of juist een teveel aan water te voorkomen, zijn lokaal maatregelen nodig. Daar ligt een belangrijke taak voor gemeenten, in samenwerking met bewoners, bedrijven en waterschappen. Want uiteindelijk moet de wateroverlast vooral lokaal worden opgelost. Het is dus geen vreemde gedachte dat water in de gemeenteraadsverkiezingen een belangrijke rol zou moeten spelen.

Meer aandacht 
Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten staat water al lang op de agenda. De speciale subcommissie water, onderdeel van de commissie ruimte en wonen, houdt zich bezig met alle water-gerelateerde vraagstukken, zoals waterkwaliteit, waterveiligheid en water en ruimtelijke ordening. Ina Adema, sinds 2016 burgemeester van Lelystad, is er de voorzitter van. Volgens haar heeft water de laatste jaren al veel meer aandacht gekregen. ‘Toen ik in 1999 als raadslid begon, ging het er bijna nooit over, maar inmiddels is dat anders. Want hittestress en wateroverlast zijn dingen die burgers direct raken.’

Dat water in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen niet echt een thema is, vindt Adema niet verwonderlijk. ‘Mensen maken zich zorgen over thema’s als veiligheid en zorg. Daar gaat het in het politieke debat ook meestal over. Water is van een andere orde; dat is voor niemand een discussiepunt. Als het over waterveiligheid of wateroverlast gaat, is iedereen het over het algemeen met elkaar eens. Mensen mogen ervanuit gaan dat water goed wordt geregeld. Daar betalen ze ook voor, bijvoorbeeld in de vorm van rioolbelasting.’

Goed mis 
Bert Middel, sinds 2012 dijkgraaf van waterschap Noorderzijlvest en daarvoor onder meer Tweede Kamerlid, Eerste Kamerlid en burgemeester, voorspelt dat water de komende jaren meer urgentie gaat krijgen. ‘Bij sommige gemeenten en politieke partijen lijkt die urgentie nog niet helemaal doorgedrongen, maar dat gaat de komende jaren zeker veranderen. Al was het maar omdat het een keer goed mis gaat. We krijgen op korte termijn met hevige stortbuien en hittestress te maken. Om de gevolgen hiervan aan te kunnen, is een brede samenwerking tussen overheden en met bedrijven en burgers noodzakelijk.’

Hij begrijpt op zich wel dat water geen groot verkiezingsthema is. ‘Droge voeten wil iedereen en een goede riolering ook.’ Maar als het gaat om waterbeheer in combinatie met gebiedsontwikkeling en natuurontwikkeling zijn er volgens hem wel degelijk verschillen tussen partijen. ‘De ene partij zoekt de oplossing meer in het water, de ander meer op het land, in de vorm van gebieds- of natuurontwikkeling. Daar zou het in verkiezingsprogramma’s best meer over kunnen gaan. Voor de kiezer valt er heus wat te kiezen.’

Portefeuilleverdeling 
Middel verwacht dat water bij de portefeuilleverdeling in colleges in ieder geval meer aandacht zal krijgen. ‘De strijd ging altijd over wie portefeuilles als volkshuisvesting, welzijn, stadvernieuwing en onderwijs in handen kreeg. Water wordt nu ook zo’n speerpunt. Er moeten belangrijke keuzes worden gemaakt als het gaat om de inrichting van de ruimte.’ Gemeenten hoeven het overigens niet alleen te doen, zegt hij erbij.

‘Waterschappen, het Rijk, de provincie en de gemeente hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid op het gebied van water. Maar om het watervraagstuk op te lossen, moeten we samenwerken. Dat gaat gelukkig heel goed. Nee, ik merk niets van een competentiestrijd. Een voorbeeld: wij hebben als waterschap samen met de provincie Drenthe een groot waterbergingsbied gerealiseerd ten zuidwesten van de stad Groningen. De Onlanden is een gebied van bijna 2.000 hectare, met ruimte voor water, natuur en recreatie. Een aanwinst voor Drenthe, maar ook een mooie oplossing om in Groningen droge voeten te houden.’ Volgens hem vraagt het watervraagstuk naast bestuurlijk lef ook creativiteit. ‘We moeten op zoek naar oplossingen waarin we natuur, waterberging en recreatie combineren.’

Schade tegengaan
Hugo Gastkemper kijkt als directeur Stichting RIONED met enige afstand naar de verkiezingen. ‘Of ik het vreemd vind dat water geen kernthema is bij de verkiezingen? Eerlijk gezegd vind ik dat een groot goed. Kennelijk is het een onderwerp waarover geen verschil van mening bestaat. Neem de rioolheffing: iedereen begrijpt het belang van een goed rioleringsstelsel en dat je daarvoor moet betalen via de rioolheffing.’

Hij vergelijkt het thema water bij de gemeenteraadsverkiezingen met het thema energie bij de Tweede Kamerverkiezingen. ‘Afgelopen maart was energie ook geen thema. Er waren mensen die dat verontrustend vonden, ik vond het juist een geruststelling. Want daardoor wist ik dat het onderwerp terug zou komen in het regeerakkoord. Het was gewoon geen strijdpunt om je als partij mee te profileren, want elke partij, op een enkele uitzondering na, vindt energie belangrijk. En zo is het ook met water.’

Des te belangrijker vindt hij dat het thema water na de verkiezingen in de collegeprogramma’s wordt opgenomen. ‘We krijgen te maken met buien die we nog nooit hebben meegemaakt. De vraag is: hoe anticiperen we daarop? Welke schade en hoeveel overlast vinden we aanvaardbaar? Water op straat is hinderlijk, maar ook een deel van de oplossing. Het wordt een probleem als water de gebouwen instroomt. Als bewoners en bedrijven daarover gaan klagen, zullen raadsleden uit zichzelf in actie komen en bedenken wat er nodig is om schade door regenwater, hitte en bodemdaling tegen te gaan.’

Stresstesten 
Burgemeester Adema is het met Gastkemper eens. ‘Water hoeft geen kernthema te worden in de verkiezingsstrijd. Als er straks in de coalitieakkoorden inderdaad maar teksten over water komen. Bijvoorbeeld over stedelijk water, de waterketen, klimaatadaptatie en de stresstest die in het kader van het deltaprogramma ruimtelijke adaptatie door gemeenten moet worden uitgevoerd.’

De stresstest is een nulmeting die aangeeft hoe een gemeente er voor staat als zich een extreme situatie voordoet. Adema: ‘De test gaat over vragen als: kan het water goed weg? Zijn de riolen op orde? Wat zijn de risico’s op overstromingen en hitteproblematiek? In een grote stad kan het op hete dagen wel acht graden warmer zijn dan op het platteland, doordat er weinig groen en water is.’ In ongeveer de helft van alle gemeenten is de stresstest al uitgevoerd. Gastkemper ziet het als een manier om te zien wat er op perceelsniveau gebeurt als er een flink extreme situatie optreedt. ‘En zo’n test helpt ook enorm om het bewustzijn over het watervraagstuk te vergroten.’

Actieplannen
Na de stresstest moet elke gemeente een actieplan maken. Adema: ‘Gemeenten moeten dus beslissen welke maatregelen nodig zijn om bijvoorbeeld hitte tegen te gaan en om bij een mega-hoosbui het water op te vangen of af te voeren. Wellicht kunnen er verschillende scenario’s worden opgesteld en moet het debat daarover gaan.’

Het is volgens haar geen optie om de riolering uit te breiden en te verbreden zodat die alle water opvangt en afvoert. ‘Dat zou een heel dure oplossing zijn. Een deel van het probleem kunnen we oplossen door beter om te gaan met de bovengrond. Als iedereen tegels in de tuin legt, in plaats van gras en bloemperken, kan het water niet meer in de ondergrond zakken. Hoe meer steen en asfalt, hoe minder water wordt opgevangen en vastgehouden. Op dat punt is er een kanteling in het denken nodig.

Burgers moeten zich ervan bewust worden dat zij zelf ook iets kunnen doen om wateroverlast tegen te gaan. Maar wat dat precies is, moet per gemeente worden bekeken.’ Het is volgens haar onmogelijk om een landelijk of provinciaal format te bedenken. ‘Elke gemeente moet voor zichzelf bekijken wat nodig is. Hier in Lelystad zitten we 4,5 meter onder NAP.

Inwoners van onze stad zijn zich er van bewust hoe belangrijk het is dat de dijken ons droog houden. Wij moeten onderzoeken wat er gebeurt in het geval de dijken niet sterk genoeg zijn om ons te beschermen tegen een storm of vloed die eens in de duizend of tienduizend jaar voorkomt. Kunnen mensen dan op tijd weg? Wat doen we met mensen die niet mobiel zijn? Moeten we het noodstroomaggregaat van het ziekenhuis op een hogere verdieping plaatsen en niet in de kelder?

Wateroverlast door hoosbuien is bij ons minder aan de orde, omdat er zoveel groen en water is waar het regenwater heen kan. Maar in Brabant ligt dat vaak anders. Daar zal de stresstest dus tot andere acties en maatregelen leiden.’

Afvoeren en bergen
‘Mijn advies aan gemeenten is: afvoeren waar mogelijk, bergen waar nodig’, zegt Gastkemper. ‘Er zijn maatregelen nodig om ons aan te passen aan de klimaatverandering. Leg drempels aan voor kelders en souterrains en zorg voor voldoende laagtes op straat, in het openbaar groen, particuliere tuinen en op terreinen van bedrijven, waar tijdelijk water kan worden opgeslagen. En zorg ervoor dat het peil waarop wordt gebouwd, hoog genoeg is. Dat laatste is echt een zorgpunt: er wordt vaak te weinig opgehoogd. Kennelijk willen we graag in laaggelegen gebieden wonen, maar laten we dan in ieder geval bewust omgaan met de risico’s, zodat er niet meteen bij een fikse regenbui problemen ontstaan.’

Net als Adema vindt hij het zeer ondoelmatig om infrastructuur aan te leggen om de grootste piek op te kunnen vangen. ‘Het is onbetaalbaar om alle rioleringen te vergroten. De kosten moeten tegen de baten opwegen en dat betekent dat we een bepaalde restschade moeten accepteren. We leggen toch ook geen snelwegen met zes rijstroken naar de kust aan om te voorkomen dat op de eerste mooie zondag van het jaar files naar de kust ontstaan.’

‘Elke gemeente moet hier op basis van de uitkomsten van de stresstest over nadenken. Wat vinden we acceptabel en wat niet, welke maatregelen zijn nodig en wie gaat ze uitvoeren: gemeenten, waterschappen, woningeigenaren of bedrijfsleven. Ga daarover met burgers in gesprek en beslis vervolgens als gemeenteraad welke maatregelen nodig zijn en hoeveel collectieve midden worden ingezet om de grootste risico’s aan te pakken. In 2020 moeten alle gemeenten een maatregelenprogramma hebben opgesteld. Daar zullen ze dan tot 2050 wel zoet mee zijn, want ze zullen die aanpak ook willen intensiveren op basis van de werkelijke klimaatverandering.’

Het allerbelangrijkste in zijn ogen zijn maatregelen die ervoor zorgen dat het klimaat zo min mogelijk verandert. ‘We moeten dus vooral werk maken van de transitie naar duurzame energie en van energiebesparing, bijvoorbeeld door woningen te isoleren. Dat zijn nog grotere opgaven.’

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit vakblad H2O

Reageren? Graag! Via LinkedIn, e-mail of telefoon: 0318 – 631 111.

Alle opinies