Opinie Hugo Gastkemper

Wanneer zijn we klimaatadaptief?

Publicatiedatum 14 januari 2020
Opinie - Hugo Gastkemper

Het begrip klimaatadaptatie is te vergelijken met duurzaam, circulair en gezond. Je weet ongeveer wat er mee wordt bedoeld, maar het is niet precies omgrensd. Toch kunnen ze prima als doelstelling dienen.

Met zijn technocratische inslag heeft de waterwereld een hang naar kwantitatieve doelen en dito normen. De idee is dat je dan weet je waar je naar toe werkt, je planmatig kunt werken en je afrekenbaar bent. SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) werken is inderdaad duidelijk, maar niet altijd wenselijk of mogelijk.

Niets wat er in het leven echt toe doet is SMART. Je opleiding niet, je carrière niet, je relatie niet, je kinderen niet, je gezondheid niet, noch je overlijden. Natuurlijk stel je in je leven concrete doelen, maar die passen in een algemeen streven naar bijvoorbeeld geluk, welbevinden, zingeving of gezondheid. In ons eigen leven zijn we dus al gewend om te appelleren aan algemene strevingen. Dergelijke doelen zijn duidelijk genoeg om er aan te werken en onbepaald genoeg om er de eigen, subjectieve invulling aan te geven, afhankelijk van wensen, omstandigheden, eerdere successen of mislukkingen, lichamelijke, geestelijke en materiële mogelijkheden en meer.

Toegespitst op klimaatadaptatie als doel onderscheid ik drie elementen:
1. Erkenning van het doel. Het is niet gezegd dat mensen klimaataanpassing een doel vinden. Velen passen zich aan de weersomstandigheden aan en vinden dat voldoende. Overigens, als je klimaatadaptatie vervangt door omgaan met te verwachten extreem weer wordt het doel sowieso al een stuk duidelijker en beter te behappen.

2. Proces. Om een bestemming te bereiken moet je op weg gaan. Het Deltaprogramma Ruimtelijke Klimaatadaptatie (DPRA) maakt het aanpassen aan de klimaatverandering goed hanteerbaar door het doorlopen van drie stappen: analyse (stresstest), beoordelen met betrokkenen (risicodialoog) en bepalen of er wat moet worden gedaan en wie wat gaat doen (maatregelenprogramma). 

3. Subjectiviteit. Doe wat op het moment belangrijk en nodig wordt gevonden. Combineer de mogelijke weersextremen uit de stresstesten met persoonlijke en bestuurlijke voorkeuren, de omstandigheden, mogelijkheden en reeds ervaren problemen. Deze subjectiviteit is een goede basis voor concreet beleid, mits in voldoende mate algemeen aanvaard en gebaseerd op aannemelijke feiten. Dat klinkt misschien abstract maar is de gewone praktijk. Door klimaatverandering werd Meerssen overspoeld, stond Berkelland droog en klinkt Woerden in om een paar voorbeelden te noemen die de plaatselijke beleving, en dus de maatregelen, in belangrijke mate bepalen. 

Voortgang bepaal je door het proces te herhalen en doordat de plaatselijk ervaren extreme regen, droogte of hitte de erkenning van het doel beïnvloeden. Ik vind het daarom een goede zaak dat in het DPRA is afgesproken elke zes jaar de cyclus van simulatie, overleg en maatregelen te doorlopen.

Kwantitatieve klimaatadaptatiedoelen kunnen beleidsmatig aantrekkelijk lijken, maar gaan in de weg zitten. Ze doen geen recht aan de maatschappelijke werkelijkheid en dynamiek, ze roepen geen energie op en overschatten de voorspelbaarheid van de lange termijn. De samenleving zal niet alleen zelf bepalen wat er moet gebeuren, maar ook wanneer het goed genoeg is. Dan verdwijnt het onderwerp gewoon van de beleidsagenda. Omgekeerd zullen grote en groeiende klimaateffecten ongetwijfeld zorgen voor een toename van de prioriteit en schaal van probleembestrijding en -voorkoming. Aanpassen aan het klimaat en aanpassen van het beleid gaan hand in hand.

Hugo Gastkemper

Reageren? Graag! Via LinkedIn, e-mail of telefoon: 0318 – 631 111.

Alle opinies