Bij kleine uit- of inbreidingen is de neiging groot om het stelseltype te hanteren dat het best aansluit bij de bestaande afval-, hemel- en grondwaterstelsels. Vooral situaties waarin de uit- of inbreidingen aansluiten op een bestaand gemengd rioolstelsel leiden tot discussie met de waterkwaliteitsbeheerder. De waterkwaliteitsbeheerder geeft de voorkeur aan scheiding van afval- en hemelwater, waarbij het hemelwater liefst niet aansluit op een stelsel dat afvoert naar de rwzi. Ook de bouwregelgeving is erop gericht om afval- en hemelwater gescheiden te houden. Uitgangspunt voor het schetsontwerp is dan ook scheiding van afval- en hemelwater, ongeacht de grootte van het plangebied.