Nieuws

Werkt u al met RadarTools?

Publicatiedatum 10 januari 2022

Om wateroverlast door extreme buien te kunnen aanpakken, moet u weten hoe kwetsbaar een gebied is. Met RadarTools ziet u welke extreme buien in uw gemeente zijn gevallen en hoe zwaar een bui op een bepaalde plek was. Dit koppelt u aan de gevolgen op de grond: viel de overlast mee of tegen, afgezet tegen de zwaarte van de bui? Het werken met RadarTools levert waardevolle informatie op en is daardoor de moeite zeker waard.

Wat is RadarTools?

STOWA en Stichting RIONED hebben RadarTools in september 2020 gelanceerd en in december 2021 geüpdatet. Het online instrument is gericht op de zwaardere en extreme buien, die zijn gefilterd uit de KNMI-radargegevens sinds 2008 (zie het kader). Per gemeente geeft RadarTools een lijst met gefilterde extreme buien (‘Tellingen’, zie figuur A).

Screenshot uit RadarTools met een voorbeeld lijst van extreme buien in bebouwd gebied van de gemeente Arnhem, periode 2008-nu.
Figuur A Voorbeeld lijst van extreme buien in bebouwd gebied van de gemeente Arnhem, periode 2008-nu. (De weergave van extreme neerslag in onbebouwd gebied is hier uitgeschakeld.)Vergroot afbeelding

Het middenvenster in figuur A geeft de tabel (lijst) met de tellingen van het aantal km2-vakken waarin een extreme neerslagsom per tijdvak is overschreden. Voor een geselecteerde gebeurtenis ziet u de tellingen per (woon)kern. De kaart in het venster rechts geeft de maximale neerslaghoeveelheid per km2. De kleuren in de legenda rechts geven een indicatie van de totale neerslaghoeveelheden.

Met deze informatie kunt u nagaan in welke mate delen van uw gemeente al of niet zwaar zijn getroffen door zware of extreme neerslag, die vaak heel plaatselijk kan vallen. Per radarvak van 1 km2 kunt u bijvoorbeeld in detail achterhalen hoe vaak er meer dan 15 mm in 60 minuten is geregistreerd in de periode 2008-2021. Het is interessant om na te gaan of de impact van deze extreme neerslag op de grond te rijmen valt met de waarnemingen.

De ‘eXtremiteitsfactor’ van een bui

Ook geeft RadarTools informatie over de intensiteit van de zware buien die zijn gevallen. Per gemeente is een ‘eXtremiteitsfactor’ berekend voor de kortdurende (15-60 minuten), middellange (60 min-3 uur) en langdurige neerslag (3-24 uur). (De berekening en een voorbeeld vindt u in het kader hieronder.) De factor geeft aan in welke mate het bebouwde oppervlak is getroffen in samenhang met de intensiteit van de neerslag. Met andere woorden, hoe extreem was de bui in tijd en ruimte in uw gemeente, uitgedrukt in een getal.

Met deze informatie kunt u checken of de gevolgen op de grond navenant waren. Als de overlast groot was bij een niet zo heel extreme gebeurtenis, is dat reden tot zorg en moet u de oorzaak onderzoeken. Maar andersom is natuurlijk ook interessant. Een zeer extreme bui met weinig gevolgen op de grond is een gunstig teken en duidt op een minder kwetsbare situatie.

De meest extreme gebeurtenissen uit dit overzicht kunt u gebruiken om met rekenmodellen de gevolgen van een bui op de grond te reproduceren. Het is belangrijk dat u een rekenmodel toetst aan de praktijk om te begrijpen hoe een gebied functioneert tijdens een extreme neerslagsituatie. Een rekenmodel met betrouwbare resultaten is cruciaal om tot goede maatregelen te kunnen komen. De ruimtelijke verdeling van neerslag per km2 is daarbij belangrijk voor de nauwkeurigheid van een simulatie. U kunt deze gegevens daarom beter niet omrekenen naar een belasting per bemalingsgebied.

Filtering zware en extreme buien uit KNMI-radargegevens

  • Per km2-radarvak zijn uit de radargegevens per 5 minuten de neerslagsommen berekend per tijdvak van 15 minuten tot 24 uur. Hier gaat het dus zowel om de korte als langere duren.
  • Per gemeente zijn de dagen (datums) met tijdvakken die een neerslagsom hebben groter dan een minimumwaarde zijn gefilterd uit de reeks van 2008 tot nu.
  • Per gemeente, per woonkern en per tijdvak is voor deze dagen het aantal km2-vakken geteld dat een neerslagsom (voor dat tijdvak) een ingestelde extreme drempelwaarde heeft overschreden. Deze drempelwaarde kunt u zelf aanpassen.
  • Bij de telling van het aantal km2-vakken met extreme neerslag per tijdvak is onderscheid gemaakt in bebouwd en onbebouwd oppervlak. Hiervoor zijn de 55.000 radarvakken voor Nederland aangemerkt als bebouwd wanneer meer dan 15% van het radarvak bestaat uit bebouwing. De rest is onbebouwd.

 

Hoe wordt de ‘eXtremiteitsfactor’ berekend?

Voor elke neerslagsom per tijdvak wordt een logT berekend, dat is de logaritme van de herhalingstijd. Voor T = 10 jaar is logT gelijk aan 1, voor T = 100 jaar is logT gelijk aan 2, etc. Die herhalingstijd is gebaseerd om de meest recente statistiek van STOWA-KNMI.

Screenshot van RadarTools met een voorbeeld van de ‘eXtremiteitsfactor’ voor de gemeente Valkenswaard.
Figuur B Voorbeeld van de ‘eXtremiteitsfactor’ voor de gemeente ValkenswaardVergroot afbeelding

De hoogte van een staaf in de grafiek in figuur B staat voor het aantal radarvakken. De stapeling per staaf geeft een verdeling van km2-vakken met logT-waarde. De kleuren in de legenda rechts geven een indicatie van de herhalingstijden.
 

Voor een extreme bui wordt per tijdvak van 15 minuten tot 24 uur de logT gemiddeld voor het aantal bebouwde km2-vakken met een neerslagsom groter dan de drempelwaarde (zie het kader ‘Filtering’ hierboven). De eXtremiteitsfactor van een bui wordt berekend door de gemiddelde logT-waarde te vermenigvuldigen met het percentage van het getroffen bebouwde (radar)oppervlak. Deze factor ziet u in de tabel in het middenvenster onder de kop TOTAAL GEM (zie figuur B).

 

Het voorbeeld van Valkenswaard laat zien dat de gebeurtenis van 20200626 een relatief hoge totale eXtremiteitsfactor heeft. De gevolgen op de grond waren ook groot. De verdeling van herhalingstijden in het venster rechts laat zien dat de gebeurtenis vooral extreem was in kortere duren, heel extreem op een beperkt aantal km2-vakken.


De berekening van de eXtremiteitsfactor is nog een experiment. Het is een poging om een extreme gebeurtenis op een gebied te karakteriseren in een getal. Het is een hulpmiddel om uit de lijst van extreme gebeurtenissen direct de meest extreme gebeurtenissen te kunnen selecteren. De ontwikkeling van de eXtremiteitsfactor voor alle extreme gebeurtenissen in Nederland sinds 2008 levert een interessant beeld op. Dit werken we uit in een volgende publicatie.

Extreme neerslag in Nederland

Met RadarTools kunt u nu ook een extreme gebeurtenis over een groter gebied van Nederland raadplegen. Hiermee kunt u bijvoorbeeld in de regionale samenwerking de extreme buien en gevolgen op de grond in gemeenten onderling vergelijken.

Screenshot uit RadarTools met een voorbeeld van extreme neerslagperiode van 13 t/m 16 juli 2021
Figuur C Extreme neerslagperiode van 13 t/m 16 juli 2021Vergroot afbeelding

Voor de getroffen gemeenten in een groter gebied is ook een eXtremiteitsfactor berekend. Figuur C laat zien dat het in de periode 13 t/m 16 juli 2021 vooral ging om langdurige neerslag en dat naast de gemeenten in Zuid-Limburg ook Hilvarenbeek relatief zwaar getroffen lijkt te zijn.

Nieuwe radarneerslagreeksen KNMI

De extreme buien in RadarTools zijn standaard per gemeente gefilterd uit de 5-minutenneerslagradar per km2, gecorrigeerd met gevalideerde grondregenmeters door het KNMI. Dit is de traditionele klimatologische set (MFBS). Inmiddels zijn ook de data van de drie nieuwe KNMI-radarreeksen RTcor, REcor en RFcor beschikbaar:

  • De RTcor-data worden ‘nearly real time’ (dus min of meer direct) gegenereerd uit de radarwaarnemingen uit Nederland, Duitsland en België en de 10-minuten automatische stations van het KNMI.
  • De REcor-data hebben een vertraging van ongeveer een dag. In deze Early Reanalysis zijn ook de beschikbare registraties van het KNMI-netwerk van de handregenmeters (dagsommenmeetstations) zijn meegenomen.
  • De RFcor-data komen na ruim twee weken beschikbaar. In deze ‘Final Reanalysis’ zijn de gevalideerde registraties van alle handregenmeters meegenomen. De RFcor-data zouden het meest nauwkeurig moeten zijn. Maar een controle op de extreme uitschieters in de 5-minutendata levert nog vraagtekens op. Dit is een punt van aandacht bij het KNMI.

De MFBS-radardata zijn beschikbaar vanaf 2008, de nieuwe reanalysis-data RTcor, REcor en RFcor vanaf 2019. Alle radardata zijn beschikbaar tot 1 oktober 2021.

Meer informatie en download

De RadarTools-software kunt u downloaden via radartools.nl. Op deze website vindt u ook een handleiding, achtergrondinformatie en een overzicht van alle mogelijkheden.

Alle nieuwsberichten