We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor aanbestedingen die onder de EU-drempelbedragen blijven, gelden nationale regels. Hierbij zijn voor rioleringswerken vooral de UAV 2012, het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) en de Aanbestedingswet 2012 van belang. De UAV 2012 Voor het aannemen en uitvoeren van (bouw)werken hebben betrokken partijen standaardvoorwaarden ontwikkeld. De bekendste staan in de Unif
Voor aanbestedingen die onder de EU-drempelbedragen blijven, gelden nationale regels. Hierbij zijn voor rioleringswerken vooral de UAV 2012, het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) en de Aanbestedingswet 2012 van belang. De UAV 2012 Voor het aannemen en uitvoeren van (bouw)werken hebben betrokken partijen standaardvoorwaarden ontwikkeld. De bekendste staan in de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken (UAV 2012). De rijksoverheid gebruikt deze bij het verlenen van opdrachten voor de uitvoering van werken. Ook gemeenten gebruiken de UAV 2012 regelmatig. Als u dat doet, moet u wel de UAV 2012 expliciet in het bestek van toepassing verklaren. Veel bepalingen van het UAV 2012 richten zich op de traditionele rolverdeling tussen opdrachtgever, directie en aannemer. In die rolverdeling vertegenwoordigt de directie de opdrachtgever in alle zaken die het werk betreffen. In afwijkende gevallen moet u als opdrachtgever bij het van toepassing verklaren van de UAV 2012 aanvullende bepalingen opnemen of andere algemene voorwaarden van toepassing verklaren. Bijvoorbeeld als de gemeente niet door een directie wordt vertegenwoordigd of als er geen directie toezicht op het werk houdt. Met name bij kleinere (bouw)werken, werken in regie en werken waarbij geen directie optreedt, is het vaak beter om andere standaardvoorwaarden te hanteren. Bijvoorbeeld de Algemene Voorwaarden voor Aanneming van werk 2013 (AVA 2013). Het ARW 2016 Voor aanbestedingen die niet onder het EU-regime vallen, heeft de minister standaardregels vastgesteld. Deze regels staan in het ARW 2016. Toepassing van het ARW 2016 is verplicht voor aanbestedingen van werken onder de Europese drempelwaarde (artikel 1.22 Aanbestedingswet en artikel 11 Aanbestedingsbesluit). In uitzonderlijke gevallen mag u hiervan afwijken, mits u dit in de aanbestedingsstukken motiveert. Het ARW 2016 onderscheidt verschillende aanbestedingsprocedures, zoals: openbare aanbesteding (hoofdstuk 2); de niet-openbare procedure (hoofdstuk 3); de concurrentiegerichte dialoog (hoofdstuk 4); de mededingingsprocedure met onderhandeling (hoofdstuk 5); de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging (hoofdstuk 6); de meervoudig onderhandse procedure (hoofdstuk 7, alleen nationale aanbestedingen); de procedure voor de concessieovereenkomst (hoofdstuk 16); de raamovereenkomst met een enkele ondernemer (hoofdstuk 9); de raamovereenkomst met meerdere ondernemers (hoofdstuk 10); de openbare prijsvraag (hoofdstuk 12). Elk van deze procedures heeft een eigen stappenschema (zie verder ARW 2016). In het ARW 2016 zijn de Europese en nationale procedures geschikt gemaakt om aan werken gerelateerde leveringen en diensten aan te besteden. Maar voor leveringen en diensten is gebruik van het ARW 2016 niet verplicht (alleen voor werken onder de EU-drempelwaarde). Tabel A Wanneer is het ARW 2016 verplicht of een optie? ARW 2016 verplicht ARW 2016 is een optie Onder EU-drempelbedrag Opdrachten voor werken Opdrachten van leveringen en diensten Boven EU-drempelbedrag Opdrachten voor werken, leveringen en diensten Aanbestedingswet 2012 en Gids proportionaliteit De Aanbestedingswet 2012 bevat het proportionaliteitsbeginsel (art. 1.10, 1.13 en 1.16). Dit houdt in dat alle aan inschrijvers en inschrijvingen te stellen eisen, voorwaarden en criteria in redelijke verhouding moeten staan tot de aard en omvang van de opdracht. De Gids proportionaliteit biedt ondersteuning aan aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven. De gids is een verplicht te volgen richtlijn (artikel 10 Aanbestedingsbesluit, behorend bij de Aanbestedingswet). Naast de richtlijnen ARW 2016 en de Gids proportionaliteit zijn er richtlijnen voor het plaatsen van opdrachten voor leveringen en diensten. Het Aanbestedingsbesluit verplicht deze laatstgenoemde richtlijnen niet. Social Return On Investment (SROI) Social Return On Investment (SROI) is een methodiek om (toekomstig) maatschappelijk rendement van investeringen in economische én sociale zin meet- en zichtbaar te maken. De bedoeling van een SROI-onderzoek is inzicht te krijgen in de verhouding tussen de totale investering (kosten) en de gerealiseerde of de te verwachten maatschappelijke effecten (baten). Het resultaat is het te verwachten maatschappelijke rendement van de investering. Social return bij zowel Europese als nationale aanbestedingen kan op verschillende manieren plaatsvinden. Het meestvoorkomend is social return als contracteis (meestal als 5%-regeling, zie het voorbeeld in het kader hieronder). Er zijn meer mogelijkheden om social return toe te passen in het aanbestedingsproces, bijvoorbeeld in de vorm van bijzondere uitvoeringsvoorwaarden of als EMVI- gunningscriterium. Zie voor meer informatie Pianoo.nl). Handleiding Bij het toepassen van social return is het van belang binnen de randvoorwaarden te blijven, zoals het voldoen aan Europees recht. Daarbij moet u een eventueel bijzondere voorwaarde in de aankondiging van de opdracht of in het bestek vermelden. Het Rijk past social return toe bij alle aanbestedingen van 'werken' en 'diensten' boven € 250.000 (exclusief btw). Hiervoor is een 'Handleiding social return' opgesteld, voor gemeenten is een soortgelijke handleiding beschikbaar (zie Pianoo.nl). Praktijkvoorbeeld Het klassieke voorbeeld van een bijzondere uitvoeringsvoorwaarde is de inzet van werklozen, SW-geïndiceerden, gedeeltelijk arbeidsongeschikten of het creëren van leerlingbouwplaatsen bij de uitvoering van de opdracht. Verschillende gemeenten hebben hiermee ervaring, waaronder Dordrecht, Rotterdam, Amsterdam, Almere en Oss. Daarbij worden verschillende benamingen gehanteerd, zoals contract compliance, Social Return On Investment of de 5%-regeling. De laatste benaming (5% van de aanneemsom moet worden benut voor de inzet van werklozen) geeft aan dat de bijzondere uitvoeringsvoorwaarde niet te omvangrijk is in verhouding tot de hoofdopdracht. Hoewel het lastig is om aan te geven wat een acceptabel percentage is, hanteren de meeste gemeenten momenteel 5%. Praktijkvraag en antwoord "Gezien het grote aantal werklozen in onze gemeente willen we hen graag inzetten bij toekomstige overheidsopdrachten. Kunnen wij van een inschrijver eisen dat hij voor de uitvoering van de opdracht alleen gebruikmaakt van werklozen uit onze eigen gemeente?" Nee, dit is niet mogelijk. Een bijzondere uitvoeringsvoorwaarde die inschrijvers verplicht bij de uitvoering van de opdracht zo veel mogelijk gebruik te maken van werknemers (maar ook gehandicapten, leerlingen, etc.) van een bepaalde gemeente, is niet toegestaan. Dat is namelijk een belemmering voor ondernemingen uit andere gemeenten om te kunnen inschrijven op de opdracht.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.