We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het BBV stelt dat de gemeentelijke begroting voldoende transparantie moet bieden over de voorzieningen (zie de stellige uitspraak in het kader). Stellige uitspraak Commissie BBV Uit oogpunt van transparantie en ten behoeve van de periodieke bijstelling van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is van belang dat de voorziening
Het BBV stelt dat de gemeentelijke begroting voldoende transparantie moet bieden over de voorzieningen (zie de stellige uitspraak in het kader). Stellige uitspraak Commissie BBV Uit oogpunt van transparantie en ten behoeve van de periodieke bijstelling van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is van belang dat de voorziening onderhoud (artikel 44, lid 1c BBV) resp. vervanging (artikel 44, lid 1d BBV) in de begroting en in de jaarrekening zodanig wordt toegelicht dat de relatie is te leggen met het GRP en inzicht kan worden geboden in het onderscheid onderhoud c.q. spaarcomponent vervangingsinvesteringen. De gemeente brengt in mindering op de boekwaarde van de vervangingsinvesteringen de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen bijeen gespaard in de voorziening 44, lid 1d BBV. Indien de voorziening onderhoud (artikel 44, lid 1c BBV) onvoldoende is onderbouwd in het GRP, komen deze gelden niet in een reserve maar in de voorziening riolering ex. artikel 44, lid 2 BBV. Dit geldt ook voor opgehaalde gelden die per balansdatum nog niet zijn besteed door later investeren en uitvoeren dan voorzien. Deze voorziening ex. artikel 44, lid 2 BBV kan uit praktisch oogpunt worden samengevoegd met die van artikel 44, lid 1d, want beide betreffen specifiek voor riolering geheven bedragen. Maar administratief moet het onderscheid wel worden bijgehouden omdat de afwikkeling verschillend is, namelijk een directe balansmutatie voor de vervangingsinvesteringen en een afboeking op de onderhoudsvoorziening voor het onderhoud. De voorziening 44, lid 1c BBV kan niet met de resterende voorzieningen riolering worden samengevoegd maar moet apart zichtbaar worden gemaakt. Voorzieningen samenvoegen Gemeenten zijn dus vrij om de voorzieningen vervanging (44 lid 1d) en de voorziening beklemde middelen derden betreffende riolering (44 lid 2) samen te voegen tot één voorziening. Dit betekent dat de gemeente deze op de balans als één voorziening mag presenteren. Maar het moet wel helder zijn welk deel van de voorziening bestemd is voor vervanging en welk deel van de overige middelen bestemd is voor riolering. Dit onderscheid is nodig omdat de gemeente het gespaarde bedrag in de vervangingsvoorziening in mindering brengt op de aanschafwaarde van de betreffende investeringen (afboeking in de balanssfeer) en de andere voorziening vermindert door de rioleringslasten rechtstreeks op de voorziening af te boeken. Anders dan voorheen mag de gemeente de onderhoudsvoorziening niet meer samenvoegen met de andere rioleringsvoorzieningen! Verder moeten het GRP en de rioleringsvoorzieningen op elkaar aansluiten en moet deze aansluiting ook duidelijk uit de jaarrekening blijken. In figuur A ziet u de drie soorten voorzieningen die het BBV onderscheidt voor de riolering en een voorbeeld van hoe de gemeente deze voorzieningen gebruikt. Figuur A Drie soorten voorzieningen die het BBV onderscheidtVergroot afbeelding Negatieve stand onmogelijk Vóór de komst van het BBV kenden veel gemeenten geen rioolvoorzieningen en -reserves, maar een rioolfonds. Het geïnde rioolrecht stortten zij in het rioolfonds en hierop brachten zij investeringen en onderhoud in mindering. Een fonds dat niet groot genoeg was, leidde tot een negatieve stand in het fonds. Bij de rioolvoorzieningen (en ook eventuele rioolreserves) is een negatieve stand onmogelijk. Als de onderhoudscomponent van de rioolvoorziening niet hoog genoeg is om de onderhoudslasten te dekken, moet de gemeente de kostenoverschrijding direct ten laste van het product riolering brengen. Is de vervangingsinvestering hoger dan de vervangingscomponent van de voorziening, dan activeert zij het resterende investeringsdeel.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.