Meten en monitoring

Het meten van het werkelijke systeemgedrag van riolering wordt overal opgepakt, mede ingegeven door vergunningsvoorschriften. Er is (nog) discussie over nut, noodzaak en opzet van metingen en monitoring. Opslag, verwerking en gebruik van de meetgegevens maken deel uit van het gegevensbeheer en de informatievoorziening. De gebruikelijke rioleringsbeheersystemen zijn in het algemeen niet ingericht op het beheer van dergelijke (structurele) monitoringsgegevens, die nadrukkelijk geanalyseerd worden, en die kunnen leiden tot enorme hoeveelheden data. Gemeenten voelen steeds vaker de wens tot monitoring van het systeemgedrag van de riolering, met de bedoeling om het inzicht in het werkelijke systeemgedrag te vergroten. De gegevens die daartoe verzameld worden moeten goed gestructureerd worden en goed toegankelijk zijn. De CIW heeft daartoe een aanzet gegeven door een format voor monitoring op te stellen. Meten en monitoren van het werkelijke systeemgedrag zal de komende jaren verder toenemen, waarbij in eerste instantie ook de variatie in de manier waarop dat gebeurt groot zal zijn. Aan de ene kant van het spectrum bevindt zich het tijdelijk meten van het waterniveau op een bepaalde (probleem)locatie, aan de andere kant bevindt zich een continue monitoring van waterpeilen, debieten en functioneren van kunstwerken (pompen), bijvoorbeeld als basis voor een RTC-systeem. In alle gevallen is het van groot belang om van tevoren te bedenken welke informatie met welk doel verkregen moet worden, zodat een bewuste keuze over de te verzamelen gegevens gemaakt kan worden. Meer informatie over meten en monitoring vindt u in Meten.