Deel 5: Databeheer en -analyse

In deel 5 gaat u in op de volgende punten: Applicatiebeheer: Applicatiebeheer is het beheer van alle software die u bij het uitvoeren, opslaan, visualiseren, valideren, analyseren en rapporteren van de metingen gebruikt. In het meetplan legt u vast om welke software het gaat en wie verantwoordelijk is voor het beheer. Gegevensbeheer: Tijdens het meten beheert u gegevens van de meetlocaties en -apparatuur, de meetdata, de resultaten van datavalidatie, aanpassingen aan de meetopstellingen en de resultaten van de data-analyse. In het meetplan legt u vast hoe u het gegevensbeheer organiseert en wie waarvoor verantwoordelijk is. Datavalidatie: Een meetnet moet betrouwbare metingen opleveren. Om betrouwbare van onbetrouwbare data te scheiden, moet u de ruwe meetgegevens valideren. In het meetplan beschrijft u onder meer aan welke criteria de validatie en de bijbehorende rapportage moeten voldoen, hoe vaak datavalidatie moet plaatsvinden en wie hiervoor verantwoordelijk is. Data-analyse: Uit de datavalidatie volgen betrouwbare meetgegevens die u vervolgens moet analyseren om antwoord te krijgen op uw informatievraag (meetdoel). In het meetplan beschrijft u welke analyses nodig zijn, hoe vaak en wie hiervoor verantwoordelijk is. Rapportage en vervolgacties: De analyseresultaten presenteert u in een rapportage. In het meetplan legt u vast welk soort rapportage het best bij uw meetdoel past. Hier vindt u een paar voorbeelden. Ook komt het onderscheid tussen rapportages van specifieke (vaak tijdelijke) onderzoeken en beheerrapportages aan bod.